De nuchterheid van Kadhja Bonet: ‘Ik zei het je toch, ik ben écht een pretentieus wijf’

© .

Eind juni prijkte ze met haar tweede worp Childqueen in onze tussentijdse lijst met de beste albums van het jaar, deze week zakt Kadhja Bonet af naar De Centrale in Gent om haar verrukkelijke, psychedelische soul voor te stellen. ‘Een plaat is zoals een ex-lief.’

De nuchterheid zelve, zo kunnen we Kadhja Bonet – geen familie van de verrukkelijke Lisa Bonet, Denise Huxtable uit The Cosby Show – nog het best omschrijven. Dat ze haar soul zelf componeert, producet, arrangeert en inspeelt, tot alle strijkers van de weelderige orkestraties toe, vindt ze ‘no big deal’. Integendeel: ‘Elke plaat is een verloren slag.’

De titel Childqueen heeft een romantische, sprookjesachtige bijklank, maar voor iemand die, zoals jij, opgegroeid is met zeven broers en zussen, moet er ook een extra betekenis aan vasthangen.

Kadhja Bonet: Een Franse journalist vertelde me onlangs dat zij de titel vertalen als ‘verwend kind’, en daar heeft het alvast niets mee te maken. Ik ben trouwens de middelste van acht kinderen, niet echt de meest benijdbare positie. (glimlacht) Maar Childqueen gaat niet over prinsesjes of wonderkinderen, het gaat over de kracht van je innerlijke kind vinden en die koesteren.

Kadhja Bonet

Geboren in 1784, althans volgens haar bio. Mogelijk is dat een grapje.

Groeide op in Richmond, California, in een gezin van acht kinderen. Papa is operazanger, mama is muzikant.

Debuteerde in 2016 met het minialbum The Visitor. Dit jaar verscheen haar eerste elpee, Childqueen.

Speelde vorig jaar op Gent Jazz, maar voelt zich niet thuis op jazzfestivals.

Voor fans van Minnie Riperton, Marvin Gaye, Thundercat, Nick Hakim.

Je werkt bij voorkeur alleen aan je muziek. Heeft opgroeien in een kroostrijk gezin daar iets mee te maken?

Bonet: Ik weet niet goed of het mijn opvoeding of mijn natuur is, maar ik ben simpelweg altijd op mezelf geweest. Ik ben een controlefreak en ben liever helemaal zelf verantwoordelijk voor mijn tekortkomingen en falen.

Een controlefreak met faalangst?

Bonet: Net omgekeerd: ik ben niet bang om te falen. Falen is onderdeel van een leerproces, en als ik creëer, wil ik lessen leren. Je moet vallen om op te staan en beter te doen, niet?

Wat heb je zoal geleerd, na twee albums?

Bonet: Dat elke plaat eindigt met het gevoel dat je hebt verloren. Als ik klaar ben, is het omdat ik niet beter kan. Een plaat maken eindigt nooit met een overwinningsgevoel. Je doet wat je kunt, aanvaardt het en dan laat je het los. Een plaat is zoals een ex-lief: je hebt tijd apart nodig om de mooie dingen te leren appreciëren.

Je kunt niet een klein beetje trots zijn op wat je gerealiseerd hebt?

Bonet: Ik wou dat ik zo iemand kon zijn. Dat klinkt geweldig leuk.

Zelfs een alleskunner als Prince ging niet zover om alle strijkersarrangementen zelf in te spelen, zoals jij doet.

Bonet: O, maar Prince kon vast veel meer instrumenten bespelen dan ik, en ook pakken beter! Het is grappig, hoe journalisten het zo bijzonder vinden als iemand met veel instrumenten uit de voeten kan. Terwijl het no big deal is. De meeste muzikanten die ik ken kunnen het.

Kunnen spelen is één ding, ermee creëren is nog iets anders.

Bonet: Voor mij betekent dat hetzelfde. Echt, er is helemaal niets cerebraals of intellectueels aan muziek maken. For me, it’s just playtime! Ik bedenk welk verhaal ik wil vertellen en ga op zoek naar de juiste instrumenten om dat verhaal te vertellen. Meer is er niet aan.

Vertel dat aan elke met zichzelf worstelende muzikant die maandenlang zwoegt op een song of een riff.

Bonet: (lacht) Sorry, ik ben zeer pretentieus.

Ik haat jazz, en Joni Mitchell.

Kom kom, nu ook niet overdrijven.

Bonet: Ik ben er niet trots op, maar het is wel zo. Zo vind ik het onbegrijpelijk dat sommige muzikanten openlijk te koop lopen met hun invloeden. Hoe saai en triest is het als je andermans werk moet kopiëren om muziek te kunnen maken. Tegelijk besef ik wel dat iedereen zijn eigen werkwijze heeft, en dat ik daar niet mag op neerkijken. Maar ikzelf werk zo niet.

Toch eens proberen: je bent klassiek geschoold en je muziek nestelt zich in de soultraditie, maar ik ben benieuwd naar je jazzinvloeden, vooral in de manier waarop je zingt…

Bonet: Ik haat jazz. Ik luister er nooit naar.

Echt?

Bonet: Echt. Als je met jazz de traditionele bebop bedoelt, of zangeressen als Billie Holiday en Ella Fitzgerald.

Ook in Joni Mitchell zit jazz.

Bonet: Ik hou niet van Joni Mitchell.

Oké.

Bonet:(lacht) Ik word regelmatig geboekt voor jazzfestivals, maar ik voel me er nooit op mijn plaats. En als je wil weten waar ik zoal naar luister: momenteel zijn dat onder meer Anderson Paak, Sizzla en Pink. Poppy r&b, vooral. Maar wanneer ik zelf in de studio zit, verdraag ik geen andere muziek. Dan wil ik een leeg palet en propere oren, en leef ik in een muziekloze bubbel.

Dat ligt niet voor de hand, tegenwoordig.

Bonet: Daarom is muziek zo’n vreemde kunstvorm: muziek is overal, altijd. Je kunt er niet voor kiezen. In je koffiebar, in de fitness, in de kruidenierswinkel, in de taxi: overal waar je komt, word je bestookt met muziek. It’s too much.

Er is te veel muziek op deze planeet?

Bonet: Absoluut. Veel te veel. (lacht) Ik zei het je toch, ik ben écht een pretentieus wijf!

Kadhja Bonet

Speelt op zondag 28/10 in de Centrale, Gent. Info & tickets: democrazy.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content