De jeugd van Zwangere Guy en Frederik Willem Daem: ‘Zonder die miserie zou ik nu misschien niet rappen’

© Wouter Van Vaerenbergh
Kristof Dalle Journalist

Alvast één iemand die niet vreemd opkeek toen Zwangere Guy ons met Gorik Pt. 1 een hartverscheurende inkijk in zijn puberjaren schonk: Frederik Willem Daem maakte het mee vanaf de eerste rij. De schrijver en de rapper over een jeugd tussen Ganshoren en Brussel-stad, drugs en kilo’s hiphopplaten. ‘De nieuwe Arno? Ge verstaat mij toch als ik rap, poit?’

‘Hebben wij elkaar al eens ontmoet?’ checkt Gorik van Oudheusden even wanneer hij de deur van zijn appartement openzwaait.

Vrij zeker dat dat een standaardbegroeting is in de soms wazige wereld van Zwangere Guy. Van Oudheusden is nu eenmaal even laidback als zijn beats. Sommige zaken lijken hem gewoon te ontsnappen. Ergens halverwege het gesprek zal hij zich bijvoorbeeld vloekend herinneren dat hij, kort voor de release, een gerenommeerde gastzanger is vergeten te melden dat hun song de selectie van Wie is Guy? niet gehaald heeft. Ongeveer tien minuten later valt hij bijna van zijn stoel als blijkt dat de kortverhalenbundel Zelfs de vogels vallen van auteur en jeugdvriend Frederik Willem Daem bekroond werd met de Debuutprijs.

In 2015 was ik nog afwasser in de AB, in maart heb ik hem twee keer uitverkocht.

Zwangere Guy

In 2016.

In september verschijnt Daems tweede boek, zijn eerste roman.

Dat Van Oudheusden ondertussen ook naar twee uitverkochte AB-shows toewerkt, een nieuwe clip inblikt en een dezer ook Guy-Shop opent, een tijdelijke zaak op de Vlaamsesteenweg, verklaart ongetwijfeld ook waarom hij er niet altijd helemaal bij lijkt te zijn.

Dat, en die monsterkater.

‘We hebben gisteren onze nieuwe studio, boven stamcafé Les Brasseurs, ingewijd’, verduidelijkt hij. ‘Ik ben er in de zetel in slaap gevallen rond zeven uur.’

‘Knappe studio’, beaamt Daem.

‘Heb jij die al gezien?’

‘We zijn er vorige week samen gaan kijken, Gorik.’

We installeren ons aan het raam, naast een muur van platenbakken, een pelsen mantel over een paspop, en een bekoorlijk zicht op het Brussels Justitiepaleis. Ella, Van Oudheusdens vriendin en volgens kenners de enige persoon die hem kan temperen, brengt de koffie. Zonder haar interventie had er sinds deze maand bijvoorbeeld ‘Zwangere Guy’ over de breedte van zijn buik gestaan. ‘Goed dat ze me heeft tegengehouden. Anderzijds, Vega (zijn Stikstof-confrater, nvdr.) heeft Brusselse irissen op zijn ballen staan. Veel grenzen zijn er niet meer.’ Hij trekt zijn T-shirt omhoog. ‘Ik ben uiteindelijk voor de Marollen en een brandend Justitiepaleis gegaan.’

Daem wijst naar de tattoo ernaast, terwijl hij ook zijn eigen shirt optilt. ‘Sint-Michiel en de draak. Ik heb krek dezelfde op mijn borstkas.’

‘Wel zonder shades, gast.’

‘Ribben zijn pijnlijk, fieu.’

Daem volgt mijn blik naar de half verdoken tattoo op zijn rechterarm. ‘Mam…’

‘Mama’s Jongen. Mijn rapalias van toen we samen nog teksten schreven.’

Is de hiphop met Mama’s Jongen een groot talent verloren aan de literatuur, Gorik?

Gorik van Oudheusden: Dat is ondertussen meer dan acht jaar geleden, maar hij kan zeker schrijven en rijmen op een originele manier. Alleen schakelde hij altijd over naar een vreemd Hollands accent.

Frederik Willem Daem: Ik had een Nederlands personage gecreëerd om me achter te verbergen. Zo serieus meenden wij dat toen allebei niet. Of dat dacht ik toch. Had iemand me toen gezegd waar die blowende gast naast mij in de zetel nu zou staan, ik had het nooit geloofd.

Frederik Willem Daem (l.) en Zwangere Guy (r.).
Frederik Willem Daem (l.) en Zwangere Guy (r.).© Wouter Van Vaerenbergh

Van Oudheusden: Niemand. Ik herinner me nog hoe ik op mijn 22e net begon en een van mijn beste maten me keihard uitlachte. ‘Geef mij tien jaar, poit. Dan praten we nog eens.’ (droog) In 2015 was ik nog afwasser in de AB, in maart heb ik hem twee keer uitverkocht. (grijnst) Ik heb zelfs nog achttien maanden over.

Jullie groeiden beiden op in Ganshoren, maar wanneer hebben jullie elkaar precies leren kennen?

Daem: Op bosklassen. (lacht) En later gingen we dan samen skaten en basketballen op het plein. Eigenlijk een zeer klassiek Vlaams suburbiaverhaal, met een vreemde, grootstedelijke dimensie. Enerzijds voelden wij ons stoere skatertjes. Anderzijds confronteerde Brussel ons op jonge leeftijd wel met reële problemen zoals armoede of criminaliteit. Ik herinner mij die angst om overvallen te worden echt levendig.

Van Oudheusden: Wat ook regelmatig gebeurde. Waarop mijn vader altijd zei: ‘Ge moet vechten. Alles wat ze pakken, pakt ge terug!’

Niet per se solide advies.

Van Oudheusden: Mijn pa heeft mij nooit goed advies gegeven. Hij weet dat ook. Ik draai dus gewoon alles om wat hij me ooit geleerd heeft. Hij was er ook pas achttien toen hij me kreeg: dat maakt hem vandaag een goeie vriend, maar allesbehalve een goede raadgever.

Klopt het dat jij ook een jaar Goriks privéchauffeur bent geweest, Frederik?

Daem: Je bedoelt dat ik hem op zijn veertiende overal heen rolde nadat hij door een auto was aangereden? (knikt) Ik duwde hem in zijn rolstoel elke dag naar de Mediamarkt in Ganshoren – een roteind bergop – om de nieuwste hiphopplaten te kopen. Gorik woonde toen de facto bij mij thuis, maar van zijn moeder kreeg hij wel nog altijd ridicuul veel zakgeld.

Van Oudheusden: Dat was de periode dat ze begon door te slaan – vooral door wat mijn stiefvader haar aandeed – en geen besef meer had van de waarde van geld. Als ik zei dat ik een hongertje had, gaf ze me minstens 50 euro mee. 50 euro die we dan aan weed en cd’s spendeerden. (staat op, diept een dikke cd-map op en begint nostalgisch te bladeren) Allemaal uit die tijd. Ghostface Killah, die hebben we echt maanden gepompt. En Liquid Swords van GZA.

Daem: En Northstar! Ik kan Black Knights of the Northstar nog altijd meerappen. Al was dat eigenlijk niet volgens de regels: ik nam de East Coast voor mijn rekening en Gorik de West Coast (en Northstar is eigenlijk Californisch, nvdr.). Dat begon als een raar compromis om de hiphopcanon wat te verdelen, maar op den duur was ik zo geïndoctrineerd dat ik geloofde dat The Notorious B.I.G. en Wu-tang Clan het elke dag zouden halen van Dr. Dre of Tupac. Heel vreemd hoe wij een vete die in de VS al jaren beslecht was, toch nog even in Ganshoren wilden uitvechten.

Gorik heeft de juiste keuze gemaakt. Was hij op school gebleven, dan had hij met zijn zus en moeder bij die klootzak moeten wonen.

Frederik Willem Daem

Bespreken jullie ook teksten met elkaar, of steekt jullie relatie zo niet ineen?

Daem: Als hij twijfelt aan een woord, stuurt hij weleens wat door. Ik probeer dan te kijken of het kan maar vaak maakt het niet echt uit. Zolang het goed klinkt, kom je er toch mee weg.

Van Oudheusden: Omgekeerd nooit. Frederik weet dat ik daar niet de persoon voor ben. Ik heb hooguit drie boeken gelezen in mijn leven. Het ei van oom Trotter van Marc De Bel. Een gehucht in een moeras van Marc Didden. En Congo van David Van Reybrouck. Dat laatste zelfs twee keer, omdat ik het niet snapte: ik kan echt niet begrijpend lezen. Sinds Congo heb ik ook beslist dat ik nooit nog een boek aanraak. Doe mij maar muziek, clips en fotoboekjes zoals It’s All Good van Boogie, een Servische fotograaf die een tijdlang gangsters en verslaafden heeft gevolgd in de zware buurten van New York. Een van zijn beelden – een baby die in de keukenpompbak gewassen wordt – wilde ik eerst als hoes voor Wie is Guy? gebruiken.

Waarom?

Van Oudheusden: Zo waste mijn moeder mij ook. En daar is niks mis mee. Maar het toont wel waar ik vandaan kom.

Van Oudheusden is nog niet uitgerapt over zijn jeugd, zegt hij, maar de krijtlijnen zijn sinds de release van Gorik Pt. 1 eind 2018 wel pijnlijk duidelijk. Zijn ouders scheiden wanneer hij er negen is. Pa verdwijnt goeddeels uit beeld, ma papt met de verkeerde hufter aan. ‘Moeder werd geslagen door een vuile hond / verkracht, misbruikt, waar mijn kleine zus bij stond.’ Veel eerlijker wordt een tekst zelden. Op zijn veertiende houdt hij het thuis voor bekeken en schippert hij twee jaar tussen de gezinnen van zijn vrienden, waaronder dat van Daem, vooraleer hij op zijn zestiende in de bouwsector begint.

Frederik, jij hebt die hele periode van dichtbij meegemaakt.

Daem:(knikt) Al herinner ik me vooral een keigezellig appartement in de blokken. Als buitenstaander zie je zelden de echte shit. Toen hij op zijn zestiende ging werken, hebben we elkaar ook een tijd minder gesproken, al heeft Gorik toen ongetwijfeld de juiste keuze gemaakt. Was hij op school gebleven, dan had hij samen met zijn zus en moeder bij die klootzak moeten wonen.

Van Oudheusden: Voor ik ging werken, heb ik een tijdlang tussen verschillende gezinnen geschipperd, waaronder dat van Frederik. Dat jaar is wel redelijk wazig in mijn hoofd. (droog) Weggesmoord. Of toch geprobeerd. Zonder meer een kutperiode, maar anderzijds: zonder die miserie zou ik nu misschien niet rappen. Ik heb heel snel moeten leren om mijn plan te trekken.

ZWANGERE GUY: 'Willen we eens wisselen? Ik de literaire avond, gij de festivalwei.' FREDERIK WILLEM DAEM: 'Ik zou mezelf in het dichtstbijzijnde Dixi-toilet opsluiten.'
ZWANGERE GUY: ‘Willen we eens wisselen? Ik de literaire avond, gij de festivalwei.’ FREDERIK WILLEM DAEM: ‘Ik zou mezelf in het dichtstbijzijnde Dixi-toilet opsluiten.’© Wouter Van Vaerenbergh

Je moest wel snel volwassen worden.

Van Oudheusden: Nee, ik ben net heel lang een kind gebleven. Maar wel een kind dat zelf brood op de plank moest brengen. En een kind dat nooit schulden heeft gehad. Mijn moeder heeft veertien jaar met loonbeslag geleefd, mijn vader zeven jaar. Als ik al van iets zeker was, dan wel dat dat mij nooit zou overkomen. Rond mijn zestiende was ik dan plots diegene van de vriendengroep met geld – zij gingen naar school, ik werkte zes op de zeven dagen. En rond mijn achttiende, toen ik ook ellendig veel drugs ging dealen, kon het al helemaal niet meer op. (blaast) Zeer stom, en blij dat ik daaruit gestapt ben.

Jouw eigen gebruik liep toen ook de spuigaten uit. Ging jij daarin mee, Frederik?

Van Oudheusden: Frederik wilde alles minstens één keer getest hebben. Ik ook, maar die tests bevielen mij nogal goed. En toen ging ik overdrijven. Coke, pillen, MDMA… O, en vangen op champi’s vond ik ook zeer nice.

Daem: Ik ben nieuwsgierig, maar ook wat terughoudend. Ik zag heel snel hoe mensen om mij heen zich er compleet in konden verliezen. Gorik incluis. Mijn familiegeschiedenis is ook niet vrij van zwarte bladzijden: ik herken die zwaktes in mezelf, en ben dus steeds meer op mijn hoede. Volgens mij is er niets waar ik niet verslaafd aan kan raken. Wat niet betekent dat ik geen joint zal roken wanneer ik daar zin in heb. Fuck dat.

Van Oudheusden: Drank is mijn nieuwe duivel. Met de rest ben ik gekapt. Nu ja, weed kun je nooit helemaal ontlopen, maar ik wil tegenwoordig wel genieten van elke pint of joint, anders hoeft het niet meer.

Mindfull vangen, bref.

Van Oudheusden:(lacht) Exact dat. Ik sloop mezelf graag compleet. Ik kom uit een destructieve familie, en de appel vangt, stuikt en valt gewoon niet ver van de boom.

Daem:Ik schrijf nu al vijf jaar voltijds: als je je eigen baas bent, moet je wel grenzen trekken of er gebeurt niks meer. Momenteel drink ik niet eens meer: ik schrijf op café en dan blijf je best bloednuchter. Mijn hele roman speelt zich af in een café, vandaar. En als je er maar lang genoeg nuchter rondhangt, gaan de details je echt opvallen. Hoe mensen elkaar overstemmen, hoe ze hun glas vasthouden, hoe bij elke slok hun wezen lichtjes transformeert.

Van Oudheusden: Waarover gaat dat boek eigenlijk?

Daem: Over alcoholisme, onthechting, over een zielloze wereld die almaar sneller draait en hoe je je daar als mens dan tot verhoudt, over politici die steeds vreemdere uitspraken doen.

Van Oudheusden: Politici komen echt niet meer buiten, hè. Zo lijkt het toch.

Fuck N-VA? Geen enkele reactie op gekregen. Theo Francken vindt ons zelfs goed, las ik. Hij heeft dus smaak en humor.

Zwangere Guy

Daem: Combineer dat met een individu waar niet naar geluisterd wordt maar dat wel overal een mening over heeft en dan heb je de voedingsbodem van mijn boek. We leven opnieuw in een wereld waar iedereen met eender wat lijkt weg te komen.

Van Oudheusden: Zeker online. Ik bekijk het allemaal niet meer, want ik word er mottig van. Al was ik zeer verbaasd dat er werkelijk geen enkele slechte commentaar is gekomen op de clip van Gorik Pt. 1.

Bij de clip van Guy-Funk met Selah Sue en Darrell Cole was de teneur wel eerder: ‘What. The. Fuck. Heb ik net gezien.’ Dat krijg je dan als je gradueel een twaalfjarig kind uitkotst op een funkbeat.

Van Oudheusden:Guy-Funk is hooguit een opwarmertje voor de clip die we nu opnemen. Die wordt pas waanzinnig. Morgen ga ik bijvoorbeeld veertig meter hoog vliegen, aan een kraan.

Al bij al valt dat nog…

Van Oudheusden: Wacht, ik moet bij het begin beginnen. We starten op een van mijn shows. Ik film alles met mijn smartphone. Ik leg mijn eigen plaat op, een dubbelganger komt mij vervangen terwijl ik in het publiek ga staan naast Hitler die ‘Zet die plaat af!’ schreeuwt. Aan de toog weigert de barman mij een pint, hij gooit een beker naar mijn hoofd, waarin ik dan maar pis en die doorgeef aan iemand anders. Achter mij staan plots tien mannen ook te pissen, met witte pensen als piemels. Ik loop naar buiten, koop een gun, een bijbel en een joint van een clochard, word high, vlieg boven Brussel, ga naar de hemel, krijg ruzie met God en knal hem neer. Nog mee?

Zo mee als ik waarschijnlijk ooit zal zijn.

Van Oudheusden: Er vallen pensen uit Gods schotwonde, ik eet die op, stap in een lift met mijn stiefpa en schiet hem ook dood. De lift brengt mij naar de hel, een soort parenclub waar ik geweigerd word. Naakte politiemannen komen mij arresteren. Ik word geëlektrocuteerd en sterf, maar ik ben mezelf nog steeds aan het filmen. Wat denk je?

Daem:(fluit tussen de tanden) Hoge production value wel.

Je kunt ook zo al voorspellen waar je problemen mee gaat krijgen.

Van Oudheusden: Ik vermoord Allah niet, hè. Ik ben nog niet compleet zot geworden.

Eerder dat neerzetten van Bart De Wever als Hitler, zou je denken.

Van Oudheusden: Dat is jouw interpretatie. Ik laat dat in het midden. ( haalt de schouders op) We zien wel. N-VA’ers luisteren niet naar mijn shit. Dat heb ik vorig jaar toch gemerkt na Overlast.

Frederik Willem Daem

Geboren in 1988.

Groeit op op de grens van Ganshoren en Jette.

Studeert twee jaar film aan Sint-Lukas, Brussel, master scenario aan RITCS.

Richt in 2015 met Jozefien Van Beek het ondertussen ter ziele gegane kunstenmagazine Oogst op.

Wint in 2016 de Debuutprijs voor zijn verhalenbundel Zelfs de vogels vallen.

Op de jongste plaat van Stikstof rap je inderdaad nogal letterlijk ‘Fuck N-VA’.

Van Oudheusden: Geen enkele reactie op gekregen. Theo Francken vindt ons zelfs goed, las ik. (lacht) Hij heeft dus smaak en humor.

Hoe komt zo’n idee tot jou?

Van Oudheusden: Eén adres: Lionel Goldstein.

Jouw dealer?

Van Oudheusden: Het pseudoniem van Koen Mortier en Joe Vanhoutteghem. Twee halvegare motherfuckers die een heel grote plek in mijn hart hebben. Die zijn even krank als mij. Kranker zelfs. Ze mogen me alles vragen. Voor deze clip had ik maar één veto: ik wilde niet naakt gaan. Ik kan het me niet zo goed meer herinneren, maar blijkbaar heb ik die discussie dus ook verloren.

Frank Telli, hiphopregisseur van het Nederlandse Top Notch-label, bedacht zich hier ooit hoe de meeste rappers niet bezig zijn met originele clips of ook maar enige vorm van legacy. Jij probeert op zijn minst memorabele video’s te maken.

Van Oudheusden: Ik heb gisteren nog met vrienden gediscussieerd die mijn clips maar kut vonden. ‘Wat stellen jullie dan voor, jongens?’ ‘Goh, als je nu eens een GoPro op je kop zet en dan…’ Ik ben gewoon weggewandeld.

Het bleek uiteindelijk niet de grote roeping, maar Frederik studeerde wel af als regisseur. Wat denk jij: de GuyPro of toch de Führer en de witte pensen?

Daem: Het is goed dat hij mij voor zo’n dingen niet vraagt: ik zou hem waarschijnlijk ook proberen in te tomen. Vanuit een soort beschermende reflex misschien. Vooral de clip van Gorik Pt. 1 vond ik zeer heftig. Wanneer zie je anders ook een vrouw los knock-out geslagen worden? Je smeekt als kijker haast om een deus ex machina, maar niemand die haar te hulp schiet. Da’s pervers, maar wel grensverleggend pervers. Op z’n Lars von Triers. The House That Jack Built was soms weerzinwekkend, maar wanneer voel je je anders nog eens zo oprecht vies? Iemand met die ongemakkelijkheid confronteren is ook een kunst.

Je hebt met jouw verhaal een snaar geraakt. Ook bij mensen die weinig met hiphop hebben. Ik weet dat je graag het enfant terrible van de hiphop wilt zijn, maar Gorik Pt. 1 lijkt eerder een soort rappende knuffelbeer van je te hebben gemaakt.

Van Oudheusden: Ik heb me dat ook al bedacht. Studio Brussel heeft me omarmd, ze vragen me voor De afspraak en journalisten bellen me voor alles: over Brussel, over stommiteiten van collega’s, over drugs… Fijn dat mijn mening iets waard is, maar dat hoeft allemaal niet zo nodig voor mij. Nu goed, de plaat en de clips halen dat knuffelbeergehalte wel weer onderuit. (lacht) Want natuurlijk wil ik het enfant terrible zijn, de grootste en de beste in België. Fok bescheidenheid.

Zwangere Guy

Geboren in 1988 als Gorik van Oudheusden.

Groeit op in de sociale blokken van Ganshoren.

Stopt op zijn zestiende met school en gaat in de bouw aan de slag. Werkt later ook als jeugdwerker en in de keuken van de AB.

Begint pas te rappen op zijn 22e.

Richt als Omar-G samen met Jazz (Jasper De Ridder), Rosko (Maxim Lammens), Astro (Paulo Rietjens) en DJ Vega (Joris Ghysens) het Brussels hiphopcollectief Stikstof op. Hun derde album Overlast verscheen vorig jaar.

Daarin lijken jullie te verschillen. Gorik schreeuwt zijn ambitie naar goede hiphopgewoonte uit, terwijl Frederik doorgaans nuchter stelt dat hij gewoon schrijft omdat hij het graag doet.

Daem: In de literatuur wordt het net iets minder aanvaard om jezelf tot GOAT uit te roepen. (lacht) Ik zal eerder zeggen dat ik de beste schrijver wil worden die ik kan zijn, wat niet betekent dat ik Goriks gevoel niet herken. Ik wijd mijn leven hieraan, natuurlijk wil ik mij in mijn werk meten met de beste literatuur en kunst. Maar er is een verschil tussen íéts zeer serieus nemen en uzélf zeer serieus nemen. (denkt na) Waarin we wel verschillen, is dat Gorik een wei van 30.000 man kan opzwepen zonder te zweten, terwijl ik al nerveus word van die zeventig man op een literaire avond.

Van Oudheusden: Willen we eens wisselen? Ik de avond, gij de wei.

Daem: Ik zou mezelf in het dichtstbijzijnde Dixi-toilet opsluiten om er nooit meer uit te komen.

Betekent die ambitie ook dat je ondertussen aan het lezen geslagen bent? In 2015 stond de teller op hooguit 70 boeken, liet je met enige trots weten.

Daem: Ik ben blij te melden dat dat ondertussen verdubbeld is. Je kunt geen schrijver zijn zonder voluit te lezen. Dat wist ik toen ook al maar…

Van Oudheusden: Jij hebt dat gewoon toegegeven? Als schrijver?

Daem: Ik wilde toen waarschijnlijk het anti-establishment belichamen. Ook de letteren hebben een enfant terrible nodig, hè Gorik. (lacht)

Het had wel iets verfrissend. De debutanten die gewoon toegeven dat ook The Simpsons tot hun canon behoren, zijn eerder zeldzaam. Jullie lijken allebei het gen voor pose te missen.

Daem: Oprechtheid en kwetsbaarheid lijken mij eigenschappen die vandaag noodzakelijker zijn dan ooit. Daarom slaat wat Gorik doet ook zo aan: zo’n Gorik Pt. 1 is gewoon eerlijke hiphop, zonder agenda, en een universeel verhaal van een man uit een probleemgezin die dat deelt om anderen een hart onder de riem te steken.

Die oprechtheid deed Kurt Overbergh, programmator van de AB, onlangs bedenken dat Gorik weleens de nieuwe Arno zou kunnen zijn.

Van Oudheusden: De nieuwe Arno? Ge verstaat mij toch als ik rap, poit?

Ik neem aan dat hij bedoelde dat je een soort Nederlandstalige, volkse belichaming van Brussel bent.

Daem: Ik denk dat ik ergens wel snap wat hij bedoelt. Jullie zijn allebei – hoe zal ik het zeggen? – apart.

Van Oudheusden: Ik ga soms wat eten met hem. Die is zot, hè. Weliswaar op een zalige manier. En ik wil het gerust als een compliment opnemen, maar kunnen we het voorlopig toch op Zwangere Guy houden?

Wie is Guy?

Verschijnt deze week. Zwangere Guy staat op 28 en 29/3 in de AB, Brussel; op 11/4 in de Reflektor, Luik; op 17/4 in de Melkweg, Amsterdam en op 27/4 in Nagoya, Japan.


Tekens van Leven

Frederik Willem Daems eerste roman verschijnt in september bij De Bezige Bij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content