Bob Dylan 80 jaar: een huisschilder, vermomd als trapeze-artiest

Joan Baez en Bob Dylan tijdens een burgerrechtenmars op 28 augustus, 1963 in Washington D.C.

Zelf omschrijft hij zich bij voorkeur als een ‘song and dance man’, maar voor gewone stervelingen is hij één van de invloedrijkste singer-songwriters van de voorbije eeuw. Zijn culturele impact valt nauwelijks te overschatten. Maar na een carrière die zes decennia omspant blijft Bob Dylan, die vandaag tachtig wordt, nog altijd even ondoorgrondelijk.

Wat de man zo ongrijpbaar maakt, is de vaststelling dat er niet één maar veel verschillende Dylans bestaan. Leonard Cohen noemde hem ’the Picasso of Song’, Van Morrison beschouwt hem als ‘de grootste dichter op aarde’ en voor Patti Smith is hij de enige troonopvolger van Elvis Presley. Volgens John Lennon was het Bob Dylan was die hem de stap deed zetten van inhoudsloze pop naar songs waarin hij zijn hele ziel en zaligheid blootgaf. ‘Ik kan niemand bedenken die me méér heeft geïnspireerd dan Bob’, stelt Paul Simon. Robbie Robertson, één van de spilfiguren van The Band, is dezelfde mening toegedaan: ‘Dylan toonde ons dat niets onmogelijk is, zo lang je maar je eigen regels maakt’.

In zijn film I’m Not There uit 2007 zoomde ook cineast Todd Haynes in op Bob Dylans meervoudige persoonlijkheid: hij liet His Bobness uitbeelden door niet minder dan vijf acteurs en één actrice. Toch had je als kijker achteraf niet het gevoel dat je ook maar één stap dichter bij de waarheid was gekomen. De zanger speelt nu eenmaal graag verstoppertje.

Hij werd geboren als Robert Zimmerman, in een joods-Russische familie die in Hibbing, Minnesota een ijzerwinkel bestierde. Maar toen hij, met zijn gitaar als enige gezelschap, op zijn negentiende naar Greenwich Village verkaste, koos hij al gauw voor het artistieke alter ego Bob Dylan. Vaak wordt aangenomen dat de naam verwees naar de Welse dichter Dylan Thomas, maar volgens de zanger zelf was het een eresaluut aan een gokgrage oom die Dillon heette. In de loop der jaren zou hij zich overigens nog méér pseudoniemen aanmeten, zoals The Great White Wonder, Jack Frost, Blind Boy Grunt, Elston Gunn of Bob Landy. Zo cultiveerde hij zijn eigen mysterie, alsof dat spel met identiteiten vooral moest verhullen wie de ware Dylan was.

Bob Dylan in 2012
Bob Dylan in 2012© Getty Images

Revolutie

De man valt onmogelijk vast te pinnen: zijn muzikale roots liggen zowel in folk, rock-‘n-roll, rhythm & blues, country en bluegrass als in gospel. Hij is (of was) beeldend kunstenaar, schrijver (zie het surrealistische Tarantula en het autobiografische Chronicles), cineast (Renaldo & Clara), filmacteur, presentator van het briljante Theme Time Radio Hour en was de allereerste songwriter die in 2016 de nobelprijs voor literatuur op zak mocht steken. Hij is ook een notoire satiricus en subversieve grapjas: zoals blijkt uit de docu Don’t Look Back van D.A. Pennebaker, waren zijn interviews, zeker tijdens de sixties, vaak hilarisch.

Maar bovenal was Bob Dylan een vernieuwer die bewees dat een song echt diepgang kon hebben en, net als een roman, over complexe dingen kon gaan. Zijn liedjes gaven blijk van zoveel lyrische rijkdom en literaire ambitie dat ze, qua schoonheid en kracht, konden wedijveren met de grootste poëzie. Dylan veroorzaakte een revolutie die tot vandaag na blijft zinderen: in zijn eentje lag hij aan de oorsprong van de singer-songwriterbeweging en gaf hij inhoud aan een vorm die tot dan toe vooral had gesteund op attitude en energie. Zo drukte hij zijn stempel op iedere generatie die na hem kwam. John Prine, Bruce Springsteen, Elliott Murphy, allemaal werden ze ooit als ‘de nieuwe Dylan’ gedoodverfd.

Bob Dylan in 1962
Bob Dylan in 1962© Getty Images

‘In de eerste plaats wilde ik muzikant worden’, vertelt de artiest. ‘Ik begon enkel songs te schrijven omdat niemand schreef wat ik zelf wilde horen. Maar ik neem het metier ook weer niet te ernstig. Ik ben niet het type dat zijn oor zal afsnijden, als hij iets niet gezegd krijgt. In de vroege nineties hield ik er zelfs even mee op, omdat ik het gevoel had dat er al genoeg songs op de wereld waren. Ik zou het een ware verademing vinden, mocht er iemand opstaan die mij het nodige materiaal aanreikte om te zingen’. Over zijn nasale stem waren de meningen echter verdeeld. ‘Dylan klinkt als een hond die met één poot in de prikkeldraad is blijven hangen’, noteerde een recensent.

Vandaag wordt het 39 lp’s tellende oeuvre van de artiest bestudeerd aan gerenommeerde universiteiten. Volgens Harvardprofessor Richard F. Thomas zijn Bob Dylans teksten van hetzelfde niveau als die van Ovidius en Homerus. Op de zanger zelf maakt dat weinig indruk: ‘Ik ken ook pompbediendes met poëtische kwaliteiten, hoor. Je hoeft geen pen te hanteren om een groot dichter te zijn. Zelf zie ik me veeleer als een trapeze-artiest’.

In de vroege sixties diende Bob Dylan zich aan als speerpunt van de New Yorkse folkrevival, die nauw verbonden was met de burgerrechtenbeweging. Op zijn 21ste schreef hij Blowin’ in the Wind, A Hard Rain’s A-Gonna Fall, het bijtende Masters of War en kort daarna, The Times They Are A-Changin’, classics die inmiddels tot volksliederen zijn uitgegroeid. Verontwaardiging over sociaal onrecht was in die dagen de brandstof voor zijn creativiteit. Daarvan getuigen ook nummers als The Lonesome Death of Hattie Carroll (over een zwarte dienster die door een dronkenlap quasi straffeloos werd doodgeknuppeld) of Death of Emmett Till (over een racistische moord op een tiener).

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Prompt werd Dylan ingehaald als de stem van de tegencultuur en als het geweten van zijn generatie. Maar hij was te zeer een individualist om zich in een rol te laten dwingen waar hij de pest aan had. ‘Ik ben geen protestzanger’, hield hij vol. ‘Politiek houdt me niet bezig. Voor mij bestaat er geen links of rechts. Er zijn alleen waarheid en leugen, eerlijkheid en hypocrisie. Bovendien sta ik niet buiten de samenleving. Iedereen die belastingen betaalt, maakt deel uit van het systeem.’

In tegenstelling tot zijn publiek was Bob Dylan geen folkpurist. Toen hij in 1965 ‘elektrisch ging’ tijdens het Newport Folk Festival werd hij dus uitgejouwd en van verraad beschuldigd. Maar Dylan, een fan van Little Richard, speelde al rock-‘n-roll sinds zijn vijftiende en plande enkele jaren voordien, op zijn tweede lp, al vier elektrische nummers. Die werden uiteindelijk door zijn platenmaatschappij geschrapt omdat hij ze niet zelf had geschreven.

De kritiek van zijn volgelingen leek hem dan ook niet te deren: ‘Ik heb niemands raad nodig en aan niemand rekenschap af te leggen’, meldde hij. Bovendien bracht hij in een periode van vijftien maanden drie onbetwiste meesterwerken uit. Op Bringing It All Back Home, Highway 61 Revisited en Blonde on Blonde klonk Dylan vaak een beetje surrealistisch, maar gaf hij diegenen die hem niet konden volgen lik op stuk, met wakkere zinsneden als ‘He not busy being born is busy dying’ en ‘You don’t need a weatherman to know which way the wind blows’.

Evangelist

In hetzelfde tijdsgewricht zorgde Bob Dylan met Like A Rolling Stone voor een mijlpaal in de rockgeschiedenis. Bruce Springsteen was vijftien toen hij de song voor het eerst op de autoradio hoorde: ‘Het was alsof de bliksem insloeg’, herinnert hij zich. ‘Dylan bevrijdde je geest, zoals Elvis je lichaam had bevrijd. Hij verstond de kunst in zes minuten een hele wereld samen te ballen. En ook al gaf de muziek je een stomp in de maag, ze klonk zeker niet anti-intellectualistisch’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Na zijn motorongeluk, dat hem in de zomer van ’66 bijna fataal was geworden, trok Bob Dylan zich uit het openbare leven terug. De idolatrie was hem teveel geworden. Er waren zelfs ‘Dylanologen’ opgestaan, zoals Alan J. Weberman, die systematisch zijn vuilnisbakken doorzochten, op zoek naar smeuïge details over zijn privéleven. De zanger dreigde de gevangene te worden van zijn eigen mythe.

‘Mijn huis in Woodstock werd dag en nacht belegerd door fans en journalisten. Het was deprimerend en verstikkend, mijn gezin en ik kregen geen zuurstof meer. Ik wist: we moeten weg uit deze waanzin. Weet je, ik heb geen enkele verantwoordelijkheid jegens mijn publiek. Ik voel me niet geroepen zieltjes te redden. Ik zie mezelf als een ambachtsman. Niets bijzonders dus, ik adem dezelfde lucht in als iedereen. Een rock-‘n-rollzanger verschilt in wezen niet van een huisschilder. Ik wilde dat de mensen mij vergaten, dus maakte ik een plaat die ze onmogelijk goed konden vinden en waardoor ze een hekel aan mij zouden krijgen’. Dat lukte: Self Portrait werd alom verguisd.

Dylan heeft zijn aanhangers wel vaker tegen zich in het harnas gejaagd. Zeker toen hij zich in 1979 outte als ‘born again christian’. Dylan, die zich jarenlang tegen het establishment had verzet, was een evangelist geworden en riep zijn publiek nu op om de heiland te dienen. De fans voelden zich verward en bedrogen, maar Bob Dylan gaf geen krimp. ‘Ik ben nooit een agnosticus geweest’, verklaarde hij. ‘Ik lees de bijbel al mijn hele leven, alleen beschouwde ik die vroeger als louter literatuur. Maar als ik ergens in geloof, maakt het me geen donder uit wat anderen ervan denken. Prik me vooral niet vast op mijn familiale achtergrond. Ik heb me nooit joods gevoeld. Ik heb blauwe ogen, dus ik heb er geen idee van hoe joods ik precies ben’. Een prekerige Dylan, het was even slikken. Maar het drieluik Slow Train Coming, Saved en Shot of Love bevatte wél superieure gospel en was dus veel beter dan vaak wordt beweerd.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Zelfkastijding

Bob Dylan zit nooit om een paradox verlegen. ‘There’s no success like failure and failure’s no success at all’, zingt hij in Love Minus Zero/No Limit. En volgend ontnuchterend doordenkertje komt uit Idiot Wind: ‘What’s good is bad / What’s bad is good / You’ll find out when you reached the top / You’re on the bottom’. Hoe dan ook, Dylans liedjes zijn door vele honderden artiesten opgenomen, onder wie de grootsten der aarde, van Neil Young tot Bruce Springsteen, van Nick Cave tot Jimi Hendrix, van Thurston Moore tot Elvis Costello. The Byrds hadden aan Zijne Nasaliteit hun grootste hits te danken en David Bowie bracht een ode aan de meester op zijn lp Hunky Dory.

Toegegeven, niet al zijn platen zijn onvergetelijk. Zeker tijdens de tweede helft van de eighties raakte hij al eens de trappers kwijt. Maar de hoogtepunten -we noemen graag nog Planet Waves, Blood on the Tracks, Desire, Street-Legal, O Mercy, Time Out of Mind en Tempest– zijn talrijker dan de mislukkingen. En zoals vorig jaar nog bleek met Rough and Rowdy Ways blijft Dylan, ondanks zijn gezegende leeftijd, hoogwaardig werk afleveren. ‘I can’t help it if I’m lucky’, grijnsde hij ooit in één van zijn beste songs.

Zoals bekend houdt Bobbejaan niet van de studio. ‘Ik hou van spontaneïteit’, zegt hij. ‘I’m a one take man. Ik maak uitsluitend platen om live te kunnen spelen’. Sinds 1974 geeft hij gemiddeld honderd concerten per jaar en er was al een pandemie nodig om zijn Never Ending Tour even te onderbreken. ‘Veel mensen haten het steeds onderweg te zijn, maar voor mij is het zo natuurlijk als ademen. Zeker, het is een vorm van zelfkastijding op het podium te gaan staan, maar gek genoeg is het de enige plek waar ik me als een vis in het water voel. Als ik speel is het alsof ik kan vliegen. Ik zou niet weten wat ik anders met mijn leven zou moeten aanvangen. Mediteren op een berg is niets voor mij’.

Slagersknecht

Ook al heef Dylan ruim honderd miljoen platen verkocht, geld heeft hem, naar zijn eigen zeggen, nooit gemotiveerd. Optreden is voor mij geen business, het is een manier van overleven. Ik heb een broodwinning nodig, hé? Daarin verschil ik niet van een schrijnwerker of een loodgieter’. Niettemin heeft de zanger een wisselvallige live-reputatie. De ene keer klinkt hij briljant, de andere keer tenenkrommend ondermaats. Avond na avond herkneedt hij zijn songs, in die mate zelfs dat ze soms onherkenbaar worden. voor hem zijn ze levende materie. Dat leidt wel eens tot aangename verrassingen, maar ook tot tandenge-knars. Want soms klinkt het geneuzel van Bob Dylan zo ongeïnteresseerd en lusteloos dat hij van de melodieën niets meer heel laat. Op die momenten gedraagt hij zich als een slagersknecht die zijn repertoire met de botte bijl te lijf gaat.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het neemt niet weg dat sommigen hem als een visionaire halfgod blijven beschouwen. Gelukkig beschikt ook Dylan zelf over het vermogen tot bewondering. De eerste song die hij ooit schreef was er één voor zijn held Woody Guthrie. Hij heeft een zwak voor de films van Buñuel, de romans van Tsjechov, de muziek van de deltabluespioniers en koestert de platen van Hank Williams, Buddy Holly en Ray Davies, die hij ooit een genie heeft genoemd. Hij vertolkte werk van tijdgenoten als Warren Zevon, John Hiatt, Joni Mitchell en Kris Kristofferson en bracht enkele lp’s uit met songs die onsterfelijk werden gemaakt door Frank Sinatra.

Toen de Zweedse academie hem in 2016 met de nobelpijs voor literatuur bedacht, leidde dat links en rechts tot verontwaardiging. Zelf vindt Dylan het geen goed idee zijn teksten en muziek van elkaar te scheiden: ‘Ze zijn intiem met elkaar verstrengeld. Vaak zit de betekenis van de tekst net in de manier waarop ik hem zing. De kwaliteit van mijn songs schuilt eerder in de frasering, de dynamiek en het ritme dan in de woorden’.

Vandaag is Bob Dylan tachtig. Zijn stem kraakt en knarst als een verroeste stoomlocomotief. Maar is hij ook oud? Ach, alles is relatief. Want zoals hij al in 1964 onderstreepte: ‘I was so much older then / I’m younger than that now’.

De citaten zijn afkomstig uit Rolling Stone, Playboy, The L.A. Times, Song Talk, Uncut, The New York Times en Wanted Man: In Search of Bob Dylan, een bundel artikelen en interviews samengesteld door John Bauldie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content