Jonas Boel
Beyoncé en Lana Del Rey in Iran: luisteren mag, kijken niet
Van religieuze fanatici tot uiterst rechtse politici, het is oppassen geblazen met álle bewindslui die zich vanuit hun ideologische achtergrond uitspreken over wat puurheid of schoonheid is, schrijft Knack Focus-redacteur Jonas Boel.
Wanneer een land het internet platlegt, is er stront aan de knikker. Het gebeurde in Birma, toen er in 2007 protest uitbrak tegen de militaire junta. Het gebeurde in 2011, tijdens de Arabische lente in onder meer Egypte en Libië. En het gebeurt op dit moment (nog maar eens) in Iran, waar demonstraties tegen stijgende brandstofprijzen zijn uitgemond in protest tegen het religieus bewind.
Totalitaire regimes houden graag de knip het op het internet, denk maar aan China. Maar helemaal geen internet meer, beeldt u zich maar in. U zou deze column niet kunnen lezen, vanavond niet kunnen chillen met Netflix of afspreken via Facebook, geen YouTube-links kunnen tweeten en geen playlists kunnen checken op Spotify.
Het is oppassen geblazen met álle politici die zich uitspreken over wat puurheid of schoonheid is.
In Iran zijn alle voornoemde websites of apps sowieso niet beschikbaar, maar lokale ontwikkelaars bedenken hun eigen alternatieven, vaak gebaseerd op westerse voorbeelden. In plaats van de App Store van Apple gebruiken Iraniërs het gelijkaardige Sib – het Perzische woord voor appel. Een taxi bestellen doen ze via Snapp in plaats van Uber. Muziek streamen gebeurt er niet via Spotify, maar via Melovaz.
Of de app momenteel beschikbaar is voor de inwoners van pakweg Teheran of Qom is niet te achterhalen – tijdens dit schrijven was slechts één zuidelijke provincie gevrijwaard van de internet-black-out – maar hier kunnen we in elk geval wel surfen naar melovaz.net. Doe gerust en klik bovenaan op ‘albums’.
Op het eerste gezicht verschilt het aanbod weinig van dat van bij ons, en hebben Iraniërs keuze te over: het postume album van Lil Peep, een greatest hits van Fall Out Boy, de nieuwe Coldplay, een livealbum van Shakira en ga zo maar door. Maar kijk aandachtig. Shakira is niet te zien. Ook met de hoezen van Lady Antebellum, een in de VS populair countrypoptrio, en Tory Lanez, een Canadese r&b-ster, is iets aan de hand. Gecensureerd, wegens een vrouw op de cover. Beyoncé, Lady Gaga, Lana Del Rey, Taylor Swift: allemaal gewist van hun eigen albumcovers, met soms behoorlijk surrealistische resultaten.
Luisteren mag dus, kijken niet. Rare jongens, die ayatollahs: hun onderdanen mogen meezingen met I Wish You Were Gay van Billie Eilish, maar oh wee als ze de 17-jarige popsensatie in een pyjama op bed zien zitten. Nu, van islamitische radicalen kan je veel verwachten, natuurlijk. De heilige schrik voor vrouwen en vrijheid zit er diep ingebakken, en een beetje dubbele moraal of tegenstrijdige principes is makkelijk opgelost met een fatwa. Zo werkt de politieke islam.
Toch doen de met Photoshop verminkte hoezen van vrouwelijke artiesten me ook aan iets anders denken, dichter bij huis. Ik bezocht enkele jaren geleden ‘Vibracions Prohibides’, een tentoonstelling over de muzikale censuur in Spanje onder generaal Franco. Verboden vibraties, naar de Beach Boys-hit Good Vibrations. Die werd in de jaren 60 te subversief bevonden voor Iberische oortjes, omdat ‘de vibraties geassocieerd worden met het orgasme’. De censuurambtenaar van dienst voegde eraan toe: ‘Ik geloof dat het zal leiden tot vele jongeren die dansen op ontuchtige wijze. Niet geschikt voor autorisatie’.
Ook platenhoezen waren niet veilig voor het nationalistische staatsapparaat van Franco. Eén van de bekendste voorbeelden is de Spaanse versie van Sticky Fingers van de Rolling Stones, maar zelfs de kuise, geïllustreerde hoes van Leonard Cohens New Skin For The Old Ceremony werd in 1974 van een aangepast jasje voorzien. Onder Franco was Spanje niet alleen een fascistische dictatuur, ook de rooms-katholieke kerk deed haar duit in het zakje, als zogenaamde bewaker van streng-conservatieve normen en puriteinse waarden.
Oude koeien in de diepe gracht van de Europese geschiedenis, toch? Toch niet. In het Hongarije van de uiterst rechtse premier Viktor Orbán werden vorig jaar geplande opvoeringen van Billy Elliot te elfder ure afgelast toen bepaalde, staatsgezinde media de bekende musical brandmerkten als ‘homoseksuele propaganda’. En zelfs in het democratische Spanje worden muzikanten niet ontzien: u herinnert zich vast nog de rapper Valtònyc, sinds vorig jaar in ons land in ballingschap, omdat hij thuis vervolgd dreigt te worden wegens ‘smaad aan de monarchie’.
Lees ons interview met Valtònyc: ‘Gratie van de koning? Ik zou het weigeren’
Klein bier in vergelijking met de wrede mollahs, ayatollahs of koningshuizen in het Midden-Oosten? Absoluut, maar het toont wel aan dat het oppassen geblazen is met álle bewindslui die zich vanuit hun ideologische achtergrond uitspreken over wat cultureel verantwoord, zinnig, wel of niet gepast is, over wat puurheid of schoonheid is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier