Als je moet hakken moet je hakken, en Lolita & Brennt zorgen graag voor de muziek

© Tina Herbots
Milena Maenhaut
Milena Maenhaut Journalist bij Knack Focus

Hij is een legende uit de metalscene, zij een opkomende hardcore-dj. Op het Antwerpse showcasefestival We Are Open slaan Brent Vanneste en Lola Ilegems als Brennt en Lolita de handen in elkaar.

‘Dat was héél awkward.’

‘Maar nee, dat was een groot compliment!’

We zitten in een lunchbar tegenover Antwerpen Centraal, en Stake-legende Brent Vanneste en Antwerpse dj Lola Ilegems herhalen hoe een van hun eerste gesprekken ongeveer geklonken moet hebben. Ilegems mocht afgelopen zomer voor het eerst draaien op Stimular, een rave die Vanneste organiseerde in de Vooruit en had per ongeluk een track gedraaid van Klakmatrak, Vannestes hardcoreproject. Vóór hij zelf aan de beurt was.

‘Ineens kwam Brent naast mij staan. “Da’s mijn schijf!” zei hij. Ik wist niet van wie de track was – de naam van de artiest was niet mee gedownload. Ik vond het gewoon een goede afsluiter. Maar het was dus een nummer van Brent. O nee, dacht ik, dat doe je echt niet. Hij moet straks zelf nog draaien. “Sorry!”’

‘Dj-code of niet: ik was er in ieder geval heel blij mee’, zegt Vanneste, en hij geeft zijn hond Laika een aai terwijl die verlekkerd naar onze broodjes staart. ‘Het ijs was meteen gebroken.’

Later deze maand spelen de twee hun eerste back-to-backset op We Are Open, het showcasefestival van Trix. Het belooft ‘een mix van dj-sets, livemuziek en algemene gekte’ te worden. Vanneste en Ilegems hebben dan ook wel het een en ander gemeen: ze houden beiden van harde muziek (Lola draait hardcore als Lolita, Brent is al sinds 2004 de voorman van postmetalband Stake, heeft sinds kort een eigen technoproject Brennt en vormt met Dreeten Van Maris Klakmatrak), hebben beiden een collectief (Lola organiseert feesten met dj- en kunstcollectief Burenhinder, Brent met Stimular), zijn met van alles tegelijk bezig (Lola heeft een eigen accessoirelijn en experimenteert met fashiontech, een kruising tussen mode en technologie, Brent maakte naast al het voorgenoemde ook de soundtrack voor Streamz-reeks 2deZit) én ze houden allebei van Berlijn. Het was daar, op de Love Parade, dat Vanneste Ilegems voor het eerst zag draaien en prompt besloot haar te boeken voor een Stimular-feest. En het was daar dat Ilegems werd opgemerkt door het management/collectief Concrete Berlin en haar dj-carrière een duw in de rug kreeg.

© TINA HERBOTS

Lola Ilegems: Twee jaar geleden ging ik op reis naar Berlijn. De stad was nog in lockdown, maar in Tempelhof (de voormalige luchthaven, nu een park in Zuid-Berlijn, nvdr.) waren enkele dj’s aan het draaien. Samen met een bevriende dj ben ik naar de booth gestapt om te vragen of we onze USB-stick in mochten steken. We mochten de volgende dag terugkomen om te draaien.

Je bent gewoon op de dj’s afgestapt met de boodschap: wij willen dit hier overnemen?

Ilegems: Ja. Dat leek er wel te kunnen, de sfeer zat goed. Soms moet je gewoon doen. Niet twijfelen. Ik ben een initiatiefnemer, en dat heeft me al ver gebracht. Iemand van Concrete had mij daar gabber horen draaien. ‘What the fuck, gabber in Tempelhof’, dacht die, ‘wie is dat?’ Zo ben ik in het agency van Concrete Berlin terechtgekomen en mocht ik draaien op feestjes van het Gabber Industries-label.

Gabber is dan ook helemaal terug. Vooral sinds de pandemie lijkt het genre populairder dan ooit.

Brent Vanneste: Gabber is nooit helemaal weggeweest, de scene was gewoon heel klein. Tijdens en na corona was er op verschillende plekken tegelijk weer meer aandacht voor. Mensen hadden nood aan harde muziek. Het kon niet hard genoeg zijn. Techno was te chill geworden.

Ilegems: Het voelt soms wat gek om het woord ‘gabber’ te gebruiken. In de jaren negentig stonden gabbers aan de rand van de maatschappij. De gabbercultuur bracht bepaalde kledij- en gedragsvoorschriften met zich mee. Ze heeft een geschiedenis die wij niet kennen. Daarom heb ik het liever over ‘hardcore’. Ik draai harde muziek, maar die kan door verschillende stijlen beïnvloed zijn. Ik ben geen gabber.

Vanneste: Ik voel mij soms wel echt een gabber. (lacht) Met een klak aan.

Ilegems:(enthousiast) Kun je hakken?

Vanneste:(zucht) Nee. Maar ik wil het heel graag kunnen. Het ziet er zotschoon uit.

Ilegems:Ik ook niet! Ik schaam me daar echt voor. (denkt na) Ik denk dat dat het ook zo toegankelijk maakt voor een nieuwe generatie: wij zijn zelf geen echte gabbers. Hardcore wordt opnieuw gedefinieerd. Je mag je kleden en gedragen zoals je wilt. Het is een plek waar je jezelf kunt zijn. Gabber had op een bepaald moment een racistische kant. Die is nu helemaal weg. Er zijn meer mensen van kleur, al is de scene in het algemeen nog te wit.

Ondanks de groeiende ravescene hebben clubs als Fuse het steeds moeilijker om te overleven. Hebben jullie de indruk dat er te repressief wordt opgetreden tegen het nachtleven?

Vanneste: Steden breiden zich steeds verder uit, de alternatieve plekken aan de rand moeten mee opschuiven. Artiesten en organisatoren vinden een coole plek, helpen de buurt mee te ontwikkelen, wakkeren zo de interesse van projectontwikkelaars aan en moeten weer weg. Steden moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Het slaat nergens op dat één iemand een hele buurt kan verzieken, zoals bij Fuse is gebeurd. Ik woon boven De Roos, een café in Sint-Amandsberg. Een boze buurman belde elke week de politie omdat de muziek te luid stond of er mensen op het terras zaten. Uiteindelijk heeft iemand van het café voorgesteld om dat huis te kopen. Twee maanden later was de boze buurman weg. Lotta (zijn vriendin, beeldend kunstenaar Lotta Mächs, nvdr.) en ik konden het huis tijdelijk gebruiken als atelierruimte.

© TINA HERBOTS

Is dat hoe Stimular is ontstaan?

Vanneste: Ja. Stimular is een romantisch coronaprojectje van Lotta en mij. We hadden plots veel ruimte, veel tijd, waren bezig met verschillende disciplines – mijn muziek in combinatie met Lotta’s visuals – en wilden daar iets mee doen. Expo’s en feestjes organiseren om mensen samen te brengen en te tonen waar we mee bezig zijn. Eerst was er een straatfeest rond café De Roos. Onze eerste Klakmatrakshow speelden we vanuit onze garagepoort. Uiteindelijk organiseerden we een feestje in de kleine zaal van de Vooruit. Het was meteen uitverkocht. Nu is Stimular vooral een feestconcept, maar we willen het niet te veel definiëren. Het wordt binnenkort ook een label.

© TINA HERBOTS

Je maakt al je hele leven muziek. Waarom komt die dj-carrière er nu pas?

Vanneste: Ik ben beginnen te producen op mijn dertiende. In het begin maakte ik psytrance en atmosferische metal en postrock. Ik was altijd heel Ableton-minded (digitaal audiowerkstation, nvdr.) en maakte met een gitaar op de schoot liedjes voor mijn computer. Nu wil ik ook leren draaien omdat ik de magie, het spontane en organische van een set wil voelen.

Dertien? Dat is heel jong.

Vanneste: Mijn oudere broers gingen naar goafeesten en maakten thuis muziek met een didgeridoo. Ik maakte met mijn Ableton-demo kicks en plakte die op het gedreun van de didgeridoo. Op mijn veertiende heb ik voor het eerst eigen nummers op een goafeest gespeeld. Ik was te jong om alleen te gaan, dus mijn moeder was mee. Tijdens mijn set brandde ze salie rond het podium. (lacht) Met mijn broer Björn richtte ik destijds ook de psytranceband Psygasus op. We hebben twee platen uitgebracht en zelfs in een woestijn in Marokko gespeeld. (lacht) We zaten diep in de psytrancescene. Het laatste jaar ben ik trouwens weer meer en meer psytrance met hoge bpm’s aan het producen. Psygasus zal ook weer spelen, met die snelle ritmes in combinatie met livegitaar en -vocals.

Intimidatie, spiking, aanranding, zelfs verkrachting: toen het nachtleven na de pandemie weer op gang kwam, kwamen de oude kopzorgen dubbel zo hard terug. Stimular en nadrukkelijk Burenhinder willen als organisatoren hun verantwoordelijkheid nemen. Door te controleren wie er binnenkomt. Door aan de deur te benadrukken dat discriminatie en intimidatie géén plaats hebben op hun evenementen. En door op sfeerbeheer in te zetten, een team vrijwilligers dat een oogje in het zeil houdt én aanspreekbaar is. Zo proberen ze hun feesten veilig te houden. Of toch zo veilig mogelijk.

Ilegems: Op een van de eerste evenementen waarvan we de line-up mochten cureren, is er van alles misgegaan: er werd gespiket, gestolen – waaronder mijn tasje met mijn USB-stick in, waardoor ik niet kon draaien. Die hele avond was zo’n horror, dat wilden we nooit meer. We beseften dat het niet voldoende is om mensen aan de deur te informeren over wat er wel en niet kan. We moeten inzetten op een deurbeleid, op sfeerbeheer. Je best doen is niet genoeg, je blijft verantwoordelijk. Als we zelf een event organiseren, houden we de capaciteit klein. Dat maakt het beheersbaar. Ik wil niet de verantwoordelijkheid dragen van een zaal zoals de Kompass.

© TINA HERBOTS

Hoe pakken ze het aan in Berlijn, waar het nachtleven, en het druggebruik, groter is?

Ilegems: Aan de ingang wordt je tas gecheckt, sommige events zetten ook sfeerbeheer in. Maar de situatie is er heel anders. In Berlijn is GHB (een doorgaans vloeibare harddrug, ook wel ‘vloeibare xtc’ of ‘verkrachtingsdrug’ genoemd, nvdr.) een groot probleem. Het wordt er vaak gebruikt als recreatieve drug. Spiking gebeurt daardoor veel sneller, er zijn meer mensen die slecht gaan en buiten worden gezet. Zonder pardon. Wij proberen mensen die te veel hebben gedronken of te veel drugs hebben genomen net te helpen.

© TINA HERBOTS

Daarnaast zijn ze in Berlijn meer gewoon op het vlak van genderexpressie en seks. Je komt er vaker mensen tegen die in extravagante outfits of met erg weinig kleren aan uitgaan. Daar kijkt men minder van op. Veel Berlijnse clubs hebben donkere hoekjes waar je seks kunt en mag hebben. Maar dat komt met gevaren. Ik vind het een eng idee om te weten dat je seks kunt hebben in een club zonder dat er mensen checken of alles oké is – voor hetzelfde geld heeft iemand daar niet voor gekozen. Toen ik op een feestje twee mensen zag vrijen en ik de onderste persoon niet veel hoorde zeggen, ben ik op hen afgestapt om te vragen of ze oké waren. Als mensen op mijn event seks hebben, wil ik van beiden heel duidelijk weten of het consensueel is. Zo ja, dan doen ze maar.

© Tina Herbots

Tijdens een talk in DeStudio over veilig uitgaan zei Jeroen De Pessemier van The Subs dat veel maatregelen om ongewenst gedrag tegen te gaan ervoor zorgen dat het nachtleven zijn vrijheid verliest. Wat denken jullie?

Vanneste: Ik vind van niet. Ik voel me vrijer als ik weet dat iedereen veilig is.

Hebben jullie met flinta+-collectief Burenhinder (flinta is een acroniem voor ‘female, lesbian, intersex, trans en agender’) soms het gevoel dat jullie als ‘token’ worden geboekt, om de quota te halen?

Ilegems: Absoluut. Toen een festival ons vroeg om een stage te cureren waar er alleen vrouwen zouden worden geboekt, kregen we te horen dat er geen budget was. We hebben gezegd dat ze mochten terugbellen als ze geld hadden. Uiteindelijk hebben ze 100 euro per dj bij elkaar gescharreld. Dat is niets in vergelijking met wat mannelijke dj’s krijgen. Er moeten niet alleen meer vrouwen geboekt worden, we moeten ook dezelfde kansen krijgen. Deze zomer werken we samen met Tomorrowland, waar we wél ons ding kunnen doen.

In een podcast zei Ariana Van Tongerloo, een van de oprichters van Burenhinder, dat ze lang werd gezien als ‘die vrouwelijke dj’. Het ging vooral over dat ze een meisje is, en niet over wat ze draait of hoe goed ze is. Heb jij gelijkaardige ervaringen?

Ilegems: Ja. Als vrouwelijke dj moet je je meer bewijzen. Er wordt minder snel van uitgegaan dat je effectief kunt draaien. Na een set moeten omstanders steeds weer benadrukken dat ze verschoten zijn. Terwijl ze ook gewoon ‘goeie set’ kunnen zeggen. Ik heb al dm’s gekregen à la ‘je bent niets aan het doen achter je paneel, je bent alleen show aan het verkopen’. In het begin maakten zo’n opmerkingen mij onzeker. Intussen weet ik dat ik hier mag staan en vind ik die reacties gewoon grappig. Ze benadrukken dat wat we met Burenhinder doen echt nodig is. De dag voor ons feestje met Drag Me to Hell in DeStudio, zei iemand: ‘Burenhinder zijn bitches met tieten die shaken.’ Zo’n uitspraken geven je alleen maar de energie om door te gaan. Je gaat altijd gereduceerd worden tot je lichaam, mensen gaan altijd commentaar hebben. Mannen mogen in hun bloot bovenlijf voor de dj-booth staan als ze het te warm hebben, maar als wij in een bh of topje draaien, zijn we ‘ons aan het verkopen’ of ons lichaam als tool aan het gebruiken om meer publiek te trekken. Maar ik heb het gewoon heel warm.

WE ARE OPEN

Vrijdag 10.02 en zaterdag 11.02, Trix, Antwerpen. Brennt en Lolita spelen op vrijdag.

STIMULAR VI

Vrijdag 07.04, Vooruit, Gent. Op 11.02 cureert Stimular ook een zaal in de Kompass.

BURENHINDER

Draait op 25.02 naast onder meer Casual Gabberz in de Gentse Kompass en organiseert op 25.03 een event in de Brusselse Recyclart, volledig gecureerd door Lolita.

Lola Ilegems

Bekend als hardtechno- en hardcore-dj Lolita.

Zit in Burenhinder, een collectief voor flinta+-dj’s en -kunstenaars (flinta is een acroniem voor ‘female, lesbian, intersex, trans en agender’).

Deze zomer ook te zienop Tomorrowland, waar Burenhinder een stage mag cureren. Mét budget, deze keer.

Brent Vanneste

Bekend van Stake, Klakmatrak, Psygasus, industrialproject Raveyards en solo als Brennt.

Zit in Stimular, een collectief/feestconcept/atelierruimte/label dat hij oprichtte met zijn vriendin en beeldend kunstenaar Lotta Mächs.

Deze zomer te zien op Tomorrowland (met Brennt en Klakmatrak). Waarschuwt alvast voor moshende Stake-fans. Dat zijn de technoheads blijkbaar niet gewoon.

5x We Are Open

César Laloux (The Tellers, Brns en Italian Boyfriend) en de Siciliaans-Brusselse Victoria Barracato leerden elkaar via Tinder kennen en maken sindsdien als Ada Oda een mix van postpunk en Italiaans chanson waarmee ze het al tot in het voorprogramma van Wet Leg schopten. Iets zegt ons dat Lucio Dalla fan zou zijn.

Van alle groepen die Lander Gyselinck (Stuff, Beraadgeslagen, Labtrio) heeft, is zijn project met Adriaan Van De Velde (Pomrad) het meest dansbare. De twee sloten zich tijdens de coronacrisis op in de Brusselse Volta en kwamen buiten met een hitsige mix van breakbeats, futuristische trap en jungle voor de denkbeeldige nachtclub Biskolom. Ravemuziek voor ‘sociaal onaangepaste nachtraven’.

Als tiener ging Clara naar perreofeestjes in haar thuisstreek Galicië. Intussen woont ze al meer dan tien jaar in Brussel, maar in haar dj-sets neemt ze de energie van toen mee: feministisch, in your face en héél dansbaar. Voor wie dat nieuwe album van Bad Bunny te braafjes vindt.

Kleine Crack – wij noemden hem al de meest losgeslagen rapper van de Vlaamse hiphop – is een fenomeen. Of u nu gillend wegloopt of u tot de duivel laat bekeren, de slachthuisrap van Kleine Crack en zijn vaste kompaan Slagter zal u op We Are Open niet onberoerd laten.

Hij is de neef van Rare Akuma, zijn opa heeft John Coltrane ontmoet en hij stond op zijn veertiende al op een podium in Zuid-Engeland: Shaka Shams was voorbestemd voor een muziekcarrière lang voor hij vorig jaar De Nieuwe Lichting won. Zijn energieke rapsongs en dito shows zijn alles Whatchu Want om die winterslaap uit uw lijf te schudden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content