Afscheid van Prince: ‘Ruik je de swing?’
Het plotse overlijden van Prince (57) laat niemand onberoerd. Muziekredacteur Bart Cornand, fan sinds de jaren tachtig, neemt afscheid van ‘de man die 30 jaar naast hem liep’ met een brief aan zijn jongere zelf.
Gent, 1984. Laat ‘m maar zeuren, jongen. Dat Purple Rain geen film is voor jongens van twaalf, zal je broer zeggen. Dat hij vol dingen zit die kinderen nog niet horen te zien, en niet horen te horen. ‘Ach, zo erg kan het toch niet zijn, ‘ zal ma denken, ‘het is een matineevoorstelling.’
Ga nu maar. Zuig alles op. Kijk maar gulzig naar Apollonia en haar jarretelles, je zult er heus niet doof van worden, wat ze ook mogen beweren.
Je hebt groot gelijk: sparen voor een paarse motor is een uitstekende investering. Vraag aan je pa of hij een gitaar in de vorm van een wolk voor je kan timmeren – er liggen nog planken achter het tuinhuis. En hoor, opnieuw en opnieuw op je bijna uitgerekte BASF-cassette, hoe Prince met zijn hoge hakken de jaren tachtig openbreekt, en alleen al dankzij de intro van When Doves Cry de beste gitarist van zijn tijd is.
Antwerpen, 1988. ‘Wear something purple, peach or black’ staat er op de tickets, en daar heb je je netjes aan gehouden. Adem even diep in, het komt wel goed. Paars, check. Ticket, check. Eerste grote concert, checkcheck.
In het midden van het Sportpaleis staat een rond podium met daarop een witte auto, een schommel en een basketbaldoel. Laat je daar niet te veel door afleiden. Ja, Cat doet haar backing vocals in een perzikkleurige bikini, en ja, er vallen valse dollarbiljetten en anjers uit de lucht. Maar luister boven alles naar die ene song – de enige van de hele set die je niet kent: een blues in C. Tussen alle opgefokte nummers uit Lovesexy, tussen de goor-geilste tracks uit Controversy en Dirty Mind, gaat Prince even zitten voor een streepje Duke Ellington op gitaar. Ruik je de swing? Zie je die andere wereld, waar mannen hoeden dragen? Ga als je thuiskomt naar de bib, en haal een paar platen van Duke. Die jazz lijkt me wel iets voor jou.
En oh ja: als je straks aan de uitgang die grote poster van Lovesexy koopt voor op je kamer, met je held naakt op een orchidee, weet dan dat je ouders een beetje ongerust zullen worden.
Wacht, ook al sta je zes uur in de rij, in de kou. Want straks wordt het intiem. 300 man, Prince en zij.
Brussel, 2010. Al 28 jaar is het spannend: aanschuiven. Maar dit, dit is anders. Dit is niet in dichte drommen wachten tot de platenwinkel opengaat en je eindelijk Sign o’ the Times kunt kopen, of je in de zoveelste concertzaal naar voren ploeteren. Dit is de wachtrij van de Viage, een lelijk casino op de Anspachlaan. Geen aftershow maar een nachtelijke preshow: hier kijk je al meer dan twintig jaar naar uit. Dus wacht, ook al sta je zes uur in de rij, in de kou. Want straks wordt het intiem. 300 man, Prince, en zij.
Je weet wie ik bedoel, je hebt haar al lang gezien. Ze danst. Zingt smerige liedjes mee. Your kinda girl, maar dat weet ze nog niet. Zeg haar dat je als een goeie huisvader over haar handtas zult waken, zodat zij naar voren kan. Ze zal je nog voor jaren ‘mijn sakosjendrager’ noemen, maar dat is een kleine prijs voor wat ervoor in de plaats zal komen: een dochter. Ome Prince zou het moeten weten. Hij kocht haar vast een raspberry beret als kraamcadeau.
E40, 21 april 2016. Hou je blik op de weg, man, het moet. Die sms uit Canada deed je natuurlijk verstijven: ‘One minute ago on TMZ: “Prince dead.” #shock.’
Ik weet het, je probeert je in te prenten dat het een hoax is. Het begint te sneeuwen voor je ogen.
Rij naar je ouderlijke huis. Stap naar het eind van de tuin. Achter het hok liggen een paar goeie planken. Zet Parade nog eens op. Geneer je niet voor je catwalk strut rond de werkbank terwijl je Mountains meezingt. En timmer een wolk voor de man die 30 jaar naast je liep.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier