25 jaar Discobar Galaxie: ‘Bryan Adams is de reden dat wij bestaan’

Discobar Galaxie in lang vervlogen tijden: 'We zien jonge dj's heel vaak beuken vanaf het eerste nummer, voor een handvol mensen dat nog niet klaar is om te dansen. Bouw dat op, denk ik dan.' © -

De dj’s Bobby Ewing, Loveboat en Lars Capaldi razen al een kwarteeuw door Leuven en omliggende sterrenstelsels. Dat vieren ze in stijl en met veel verhalen: ‘Als we Paradise by the Dashboard Light hoorden, wisten we: dit is een oudemensenfuif.’

Je 25ste verjaardag niet willen vieren, wegens een te saai getal. Dan maar voor je 24ste verjaardag gaan met een groots opgezette compilatie op vinyl. De deadline voor die verzamelaar missen. Dan toch maar je 25ste verjaardag vieren. Zo is het ongeveer gegaan voor Bobby Ewing (Jimmy Dewit), Loveboat (Adriaan Van den Hoof) en Lars Capaldi (Frank Somers), de drie platenruiters achter Discobar Galaxie.

Toegegeven, er zijn slechtere manieren om te verjaren dan met een fraai uitgegeven boxset waarop The Buggles en Quincy Jones de groeven delen met De Jeugd van Tegenwoordig en Martin Solveig. De tien 7″-singles vatten vrij accuraat wat het trio al probeert te doen sinds die eerste fuif op 1 april 1994 in de Leuvense Rumba: mensen met zachte hand uit hun muzikale comfortzone sleuren tot technofreaks staan te dansen op Diana Ross en discokikkers zich laten gaan op Netsky.

Maar eigenlijk moeten we nog verder dan 25 jaar terug om Discobar Galaxie te snappen. Hoever exact weet niemand, enkel dat het eind jaren tachtig was, vertellen Jimmy Dewit en Frank Somers – Adriaan Van den Hoof gaf verstek – in de foyer van Het Depot. Meer dan een koffie hebben ze niet nodig om op gang te komen en ons terug te flitsen naar het Leuven uit het pre-Tobbacktijdperk, waar Marktrock nog impact had en de geslachten nog gescheiden waren in de klas.

JIMMY DEWIT: Frank en ik zaten samen in het Heilig Drievuldigheidscollege, de jongensschool. Wie zijn liefje van de meisjesschool wilde zien, moest ’s ochtends naar het Damiaanplein komen, waar alle scholieren rond het snoepwinkeltje hingen en tongen draaiden.

Daar hebben we ook den Ad voor het eerst ontmoet. Hij stond bekend als de hiphopman van Leuven: onze kennis reikte niet verder dan Grandmaster Flash, hij dweepte al met EPMD. Ik vroeg hem om een mixtape te maken: nooit gekregen, maar sindsdien zijn we wel vrienden. Uiteindelijk zijn we voor den onnozele discofuifjes beginnen te organiseren. Onze bijnamen hebben we in drie seconden bedacht.

‘Als we Paradise of the Dashboard Light hoorden, wisten we: dit is een oudemensenfuif.’

Frank ‘Lars Capaldi’ Somers

FRANK SOMERS: Ik zat toen in mijn hardrock- en trashmetalperiode en zag eruit als een viking, met lang haar en een sik, dus Lars lag als voornaam voor de hand. Capaldi komt van Stefano Capaldi, die toen een videotheek uitbaatte in Kessel-Lo. Die praatte plat Leuvens en wij vonden dat grappig.

DEWIT: Discobar Galaxie is een knipoog naar de generatie voor ons, de rondrijdende discobars die met hun eigen installatie op trouwfeesten en zo speelden. Mannen van de oude stempel, waar we een beetje mee lachten.

DEWIT: King Rick, dát was ons voorbeeld. Hij draaide in de Apero, de eerste zaak op de Oude Markt met een prominente dj-booth. Hij was vooral de man van de soul en de funk, maar draaide eigenlijk bijna alles. Laat ons bij dezen een misverstand uit de wereld helpen: wij zijn niet de pioniers van de eclectische muziekkeuze. Op elke scoutsfuif in de jaren tachtig kon je alle genres door elkaar horen, maar de dj’s draaiden er naar onze mening veel te veel shit tussen.

SOMERS: Als we Paradise by the Dashboard Light hoorden, wisten we: dit is een oudemensenfuif. En Summer of ’69 van Bryan Adams, dat was meestal de druppel om weg te gaan.

DEWIT: Dat nummer is de reden dat we bestaan: we wilden het beter doen, al gaan wij soms ook op het randje. When The Rain Begins To Fall bijvoorbeeld kan dan weer wel voor ons. Mensen werden daar in de jaren negentig knettergek van, zeker als we er wat breakbeats tussengooiden.

Discobar Galaxie in 1996: 'Laat ons bij dezen een misverstand uit de wereld helpen: wij zijn niet de pioniers van de eclectische muziekkeuze.'
Discobar Galaxie in 1996: ‘Laat ons bij dezen een misverstand uit de wereld helpen: wij zijn niet de pioniers van de eclectische muziekkeuze.’© Discobar Galaxie

Dewit ontpopt zich tot de techneut, Van den Hoof tot de hypeman die alles aan elkaar tatert en Somers tot het visuele brein. Samen maken ze al snel naam in het Leuvense. Rond de eeuwwisseling is ook Studio Brussel mee en mag het trio naar de VRT voor een interview. Jimmy Dewit is op dat moment regiomanager bij Proximus, Adriaan Van den Hoof de oudste zoon in Vaneigens.

Tot die laatste doodleuk die eerste aanprijst voor Hank The DJ, het programma dat even daarvoor 2manydj’s op de kaart heeft gezet. ‘Mijne vriend Jimmy wil ook graag zo’n tapeke maken!’ Dewit zakt door de grond, maar krijgt groen licht van nethoofd Jan Hautekiet en producer Jan Sprengers. Die schakelen Discobar Galaxie niet veel later vast in voor het weekend. ‘Ik wou al heel mijn leven muziek maken en wist dat ik op dat moment moest springen’, zegt Dewit. ‘Met de gage voor twee shows per week kon ik het net redden. Ik zei adieu tegen Proximus en opeens had ik mijn muzikale droomjob. En werd Galaxie écht.’

Nog echter werd het bij het volgende telefoontje. Van Interbrew, die andere Leuvense trots. Of Discobar Galaxie hun standje op Werchter wilde opluisteren.

DEWIT: Wij dachten dat we in een tentje moesten spelen. Bleken ze ons op een toren te hebben gezet, tien meter hoog, met een installatie die heel luid kon gaan.

SOMERS: Dat was een schoolreis voor ons. In het begin stond onze camper gewoon achter het podium. Zaten we daar te barbecueën. Dat mag nu niet meer.

DEWIT: De organisatie zal het volume wel snel zachter komen zetten dachten wij, maar dat gebeurde nooit. Ik begrijp nog altijd niet dat we dat meer dan tien jaar hebben mogen doen. Onmogelijk dat onze muziek de soundcheck van de grote groepen niet stoorde.

SOMERS: We komen nog altijd mensen tegen met warme herinneringen aan dat tussenpodium. Onlangs begon een nieuw lid van mijn mountainbikegroepje er nog over: ‘Op den duur stonden we alleen nog maar bij jullie.’

'Er zijn nog altijd momenten dat we het nog altijd niet weten what the fuck we gaan opleggen.'
‘Er zijn nog altijd momenten dat we het nog altijd niet weten what the fuck we gaan opleggen.’© –

Dewit en Somers blijven maar vertellen. Over Marktrock 2002 (‘een big fucking deal‘), over jezelf beredderen met één cd-speler (‘Met tienduizend man voor je neus besef je pas hoelang zo’n cd’tje nodig heeft om in te laden’) en hoe een wei vol uitgelaten Japanners Discobar Galaxie een tweede adem heeft gegeven.

DEWIT: We mochten daar draaien op het Belgian Beer Weekend, een festival dat vier Belgen elk jaar organiseren met alleen maar artiesten van bij ons op de affiche. Japanners kennen niks van westerse muziek, op Michael Jackson en misschien Abba na, maar ze doen wel heel beleefd mee. Oók als je Ik wil deze nacht in de straten verdwalen draait.

SOMERS: Het idee om te stoppen is nooit echt in ons opgekomen, maar de Discobar stond toen wel op een laag pitje. Alles bij elkaar draaiden we nog tien keer op een jaar. Japan heeft ons weer wat meer goesting doen krijgen.

‘Op elke scoutsfuif in de jaren tachtig kon je alle genres door elkaar horen, maar de dj’s draaiden er naar onze mening veel te veel shit tussen.’

Jimmy Dewit

Het resultaat: ook na ruim een kwarteeuw vliegt Leuvens lolligste soundsystem door het zwerk, al zijn het niet meer de jongste raketten die hen achterna vliegen. Somers en Dewit hebben er geen probleem mee om toe te geven dat er een nostalgisch randje zit aan het succes van de Discobar, dat Leila K na Claude François draaien geen volksopstanden meer uitlokt en – met frisse tegenzin – dat zelfs Bryan Adams zo’n onmens niet is. Maar de goesting blijft groot en de smaak scherp. ‘In essentie zijn en blijven wij platenkiezers: de juiste muziek in de juiste volgorde’, zegt Dewit. ‘Onderschat dat laatste niet. Enkel als we grote festivals afsluiten kunnen we onbezorgd doorkletsen. Alle andere sets zijn een kwestie van hard werken en doordacht in de bakken graaien.’ Somers knikt: ‘We zien jonge dj’s heel vaak beuken vanaf het eerste nummer, voor een handvol mensen dat nog niet klaar is om te dansen. Bouw dat op, denk ik dan.’

Al zijn er best wat platenruiters die wél naar galactisch advies luisteren. ‘Shizzle Le Sauvage, Laston en Geo… die hebben mij allemaal weleens gemaild om te zeggen wat ze van ons hebben geleerd’, zegt Dewit. ‘Skyve (bekend van zijn sets met mc Eva De Roo, nvdr.) vertelde mij onlangs dat hij de Ten Miles heeft gelopen met onze set van Marktrock 2004 in zijn oren. Heerlijk, toch?’

Misschien een bemoedigend slotwoord voor het jonge grut: zelfs na 25 jaar wordt er in outer space nog gefaald. ‘Er zijn nog altijd momenten dat we niet weten what the fuck we gaan opleggen. Maar wanneer het wél goed gaat en we het publiek in onze zak hebben zitten, denken we altijd weer hetzelfde: dit doen we nog vijftig jaar.’

De verzamelbox 25 Light Years is verkrijgbaar via de website van Discobar Galaxie. Bovendien geeft Knack Focus één boxset weg. Meer info over die wedstrijd vindt u hier.

null
null© –

Het gevaar van de Discobar in 5 tracks

De Jeugd van Tegenwoordig – Watskeburt (Tocadisco remix)

JIMMY DEWIT: Geen galactische set zonder een plaat van onze helden van De Jeugd, of het nu Sterrenstof is, Manon of deze geweldige remix van Watskeburt. Zelfs zonder tekst blijven al die nummers overeind als funk- en elektrobommetjes. Bij dezen een boodschap aan producer Bas Bron: je bent een held, bel me.

Martin Solveig – Intoxicated

DEWIT: Martin Solveig verstaat de kunst om megahits te maken met een plat kantje die toch nog best te pruimen zijn. Bovendien klinken zijn producties massive: zijn subbassen rammelen met je ballen en trekken mensen over de schreef die aan de rand van de dansvloer staan te twijfelen.

OMD – Electricity

DEWIT: De snelste weg naar de jaren tachtig én een aanzet tot mild gênant dansen. Voor meer inspiratie: zie Molly Ringwald in The Breakfast Club.

The Buggles – Video Killed The Radio Star

DEWIT: Ik ben een rabiate fan van alles wat producer Trevor Horn heeft gemaakt, van Owner of a Lonely Heart van Yes tot Slave to the Rhythm van Grace Jones en dus ook deze track. Pure popperfectie, helemaal afgemaakt door de belachelijk harde kickdrum die je vanaf de tweede strofe hoort. Dat is een verlosser.

TLC – No Scrubs

DEWIT: Tien seconden van dit nummer, meer heb je niet nodig om alle meisjes van dertig weer even in hun tienerjaren te schieten. Voor hen draai je uiteindelijk. Dat weet elke dj: kies je eerste platen altijd voor de dames, dan volgen de heren vanzelf. Omgekeerd is geen goed idee: dan zijn de vrouwen weg, met wat geile gasten in hun zog, en blijf jij achter met een lege dansvloer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content