Guido Lauwaert
Wat is de succesformule van OdeGand?
OdeGand -de jaarlijkse opener van het Gentse culturele seizoen- is afgelopen. Guido Lauwaert onderzoekt de succesformule van dit evenement.
Gent heeft door zijn vele feesten, OdeGand in het bijzonder, Brugge en Antwerpen ingehaald en voorbijgestoken als het Venetië van het Noorden.
Het is weer voorbij, die mooie OdeGand.De duizenden aanwezigen hebben weer iets om naar uit te kijken. Een nieuwe OdeGand, het jaarlijks offerfeest van de stadsstaat, de onofficiële republiek in het hart van Vlaanderen. Maar wat is nu eigenlijk het broedsel van het succes? Het antwoord zit in de vraag.
Elke mens verlangt naar vrede en rust. Van welk ras, overtuiging of welke leeftijd hij ook is. In geen andere Vlaamse, Brabantse of Limburgse stad zijn die rust en vrede in zulke overweldigende mate te vinden als in Gent. De reden is een bijzonder grote mate van tolerantie van de stedelijke overheid en de verbeelding van de jeugd, die zich met de jaren in de hoofdstad van Oost-Vlaanderen gevestigd heeft. Tolerantie en verbeelding hebben voor een explosie van feesten gezorgd. Er kan een overdaad aan zijn, maar door een strenge maar open coördinatie tussen de vele feestcomités , vloeien die naadloos in elkaar over. Het begint met de Gentse Feesten in juli, het stadsfeest voor de volksmens, in combinatie met Gent Jazz voor de fanaat van dit muziekgenre, gevolgd door de Patersholfeesten in augustus, het lang weekend voor de marginalen, vervolgens het Gent Festival van Vlaanderen voor de bredere burgerij en tot slot het Filmfestival Gent in oktober, waar de populairste kunstvorm uit het entertainment aan bod komt, met zowel betere tussendoortjes als multiple choice doordenkertjes.
Verbeelding en verbazing
Tussen al die feesten heb je een veelvoud van artistieke initiatieven die zorgen voor verbazing. Om daartoe te komen heb je de verbeelding nodig. Welnu, daar zorgt de jeugd voor. Ze willen werken, doen dat ook maar… op hun manier. Beide samen, verbeelding en verbazing zorgen voor een massale instroom van mensen in de Arteveldestad, zelfs van mensen die niet geïnteresseerd zijn in eender welke vorm van kunst en cultuur. Onderhuids zijn ze dat echter wel. Zonder verbeelding en verbazing rest er de saaiheid. En daar is iedereen zo bang voor als de dood.
Tussen al die feesten heb je een veelvoud van artistieke initiatieven die zorgen voor verbazing. Om daartoe te komen heb je de verbeelding nodig. Welnu, daar zorgt de jeugd voor.
Daarenboven heb je de aard van Gent. Het is en blijft een provinciestad. Elke burger of bezoeker weet het en bestrijdt dit niet. Integendeel. Het pronkt zonder woord of geste met zijn provinciale status. Het enige waaraan je kan zien dat het fier is op die status, zijn de recepties, waar bij een mix van genodigden, pers en organisatoren net onder de schedel de gedachte ligt van ‘Kijk eens wat wij van deze stad gemaakt hebben! Een oord van broeiende, gloeiende, stoeiende initiatieven.’
Gent kan met moeite de financiële eindjes aan elkaar knopen. Het is algemeen geweten maar even algemeen erkend als een pluspunt. Met weinig geld veel doen. Het gevolg is dat Gent een bloeiperiode kent, een gouden eeuw beleeft. Het heeft een halve eeuw hard werken gekost, een bredere dan langere tolerantie gevergd en een sociaal/liberaal bestuur dat niet bang was van burgerlijke experimenten van jong en oud. Zelfs zacht aandrong om jong en oud samen te brengen. Gent is momenteel een open werf. Er wordt wat gemopperd door de middenstand, maar zelfs die stand weet dat al die werken zullen uitmonden in een Aards Paradijs. Honderd jaar geleden heeft zich hetzelfde voorgedaan. Het hoogtepunt was de Wereldtentoonstelling van 1913. Was WO I er niet geweest zou Gent geen verval gekend hebben van 1914 tot 1945.
Verwend publiek
De Wereldtentoonstelling van nu is OdeGand. De stad toont zijn rijkdom op de hoogdag van dat pakket aan feesten. Met een bijzonder gevarieerd programma. Binnen een wandelparcours komt de klasse en stijl van alle kunstvormen aan bod, niet zelden onder bewust wederzijdse beïnvloeding. Dat aanbod werd geraffineerd uitgedacht door een kerngroep, waarvan elk lid zijn plaats en taak kent, om tot een perfecte samenwerking te leiden. Ten bate van een publiek dat dit verwacht en weet dat het die na 12 edities ook in de 13de zal krijgen.
Het publiek heeft vertrouwen in de organisatie en het programma en aanvaardt dat niet alles perfect is.
Het publiek heeft vertrouwen in de organisatie en het programma en aanvaardt dat niet alles perfect is. Zoals het Brussels Philharmonic dat niet zijn beste dagje had en een slordige uitvoering bracht van de 3de symfonie van Beethoven. Maar een kniesoor [zoals uw verslaggever] die er over struikelt. Binnen 60 concerten, talrijke unieke locaties en een top-act, West Side Story, en als afsluiter een schitterend vuurwerk werd bovendien het publiek verwend door nog een ander onderdeel van het bestuur. De jongens en meisjes, vrijwilligers, die voor de ordehandhaving zorgen: je moet toch maar liefde voor Gent en Gent Festival hebben om de klus van stille gids te spelen. Want zij maken in wezen het minste mee. Ze staan vaak op een plaats waar ze van het programma nauwelijks tot niets zien.
Het parfum van Gent
Tot slot moet er nog gewezen worden op de inbreng van water. Een mens leeft van brood, bed en bad, dat is algemeen geweten, maar tevens van grond en water. Grond zorgt voor de routine, water voor het parfum ervan. Daarom dat OdeGand eindigt in het middelpunt van het centrum van de stad. Op de kaden van de oude haven van Gent [Graslei en Koornlei] kon men op de koppen lopen. Tientallen goed gevulde huurbootjes, jachten, kano’s en sloepen vormden een drijvend tapijt. Het bracht de openingsscène in herinnering van Casanova van Federico Fellini. De beroemdste vrouwenversierder aller tijden bezoekt het carnaval van Venetië en komt terecht in een gigantisch feest dat zich op en rond het Canal Grande afspeelt.
Zo zou uw verslaggever nog uren de lof kunnen steken van OdeGand. Laat me besluiten dat Gent door zijn vele feesten, en OdeGand in het bijzonder, Brugge en Antwerpen hebben ingehaald en voorbijgestoken als het Venetië van het Noorden. Want water voor Brugge is er ter wille van de toeristen en voor Antwerpen ten bate van de handel. Maar voor Gent maakt water wezenlijk onderdeel uit van zijn lichaam en geest. OdeGand is daar het naamkaartje van.
Guido Lauwaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier