Wat als er klaprozen tussen de frietpatatten groeien? Studio Orka zoekt het uit in ‘Chasse Patate’
Studio Orka bewijst met ‘Chasse Patate’ nog maar eens waarom het een patent heeft op ontroerend en grappig ‘bouche bée’-locatietheater, voor de ganse familie en met toppers als Titus Devoogdt, Janne Desmet, Dominique Van Malder en (de nog heel even minder bekende) Julie Delrue.
The Play = Chasse Patate
Gezelschap = Studio Orka
In een zin = Een hartveroverend verhaal, verteld door een cast die de graszoden van het dak speelt in een decor dat op de ene na de andere visuele verrassing trakteert. Studio Orka blijft met succes de droogkomische en poëtische zijde van het woord ‘spektakel’ verkennen.
Hoogtepunt = De slotscène. Onwaarschijnlijk straf. Maar iets meer verklappen dan onze ‘bouche bée-verwondering’ zou misdadig zijn. Sorry. En ook de beginscène is grandioos. Of beter: een grashompje uit die beginscène. Opnieuw, meer verklappen is strafbaar… Wat wél verklapt kan worden: de voorstelling is een aaneenrijging van visuele verrassingen die het verhaal dragen en maken. Hoofdrolspelers: dode hazen & eenden, grassprietjes, moerasjes en mankracht.
Score = * * * *
Quote = ‘Als ge triestig zijt, moet ge wenen’
Meer info: www.studio-orka.be
Net buiten (feestend) Gent ligt een oase van rust en natuurschoon rond de Nachtergaeleput in Evergem. Tot 23 juli wordt de put geflankeerd door twee oorden van tristesse. Aan de ene kant van het Cauwenbroeckdreefken – dat is het wegeltje dat naar de put leidt – ligt het mistroostig ogende maar zo nodige Dierenasiel van ’t Meetjesland, aan de andere kant verrees de afgelopen maanden een al even mistroostig ogende ‘friterie’ waar evengoed wezens op een mooier leven en betere thuis zitten te wachten. Ze zijn kampioenen in ‘chasse patates’ – wielerjargon voor vruchteloos ontsnappen uit het peloton – maar willen nu écht eens voor de ruiker en de zoenen gaan.
Studio Orka blijft met succes de droogkomische en pou0026#xEB;tische zijde van het woord ‘spektakel’ verkennen.
Die wezens zijn Jules en Alice, de broer en zus die samen het ouderlijke café / frietkot uitbaten aan wat ooit dé populaire aankomstplek van ‘Belzele Koerse’ was, tot de fatale dag… Wat er die dag gebeurde, wordt met handen, voeten, woorden maar vooral een aaneenschakeling van ontwapenende visuele vondsten verteld. Wanneer je langs het zandweggetje – eigenlijk een traktorweg tussen de velden – naar de ‘friterie’ wandelt, valt de drassige voortuin op. Meer zelfs: de voortuin is een moeras die Jules, Alice en hun vaste klant Daan doorkruisen door via slappe plankjes van grashoopje naar grashoopje te balanceren. Om te verhinderen dat het huis wegzakt in het moeras, wordt het gestut met meubilair en huishoudapparaten die als tegenwicht aan stammen rond het huis hangen. En, gelukkig voor ons, heeft er zich ook een bende oude, rockende ‘hippies’ – Wim Deliveyne, Peter De Bosschere, Luc Waegeman, samen Needle and the Pain Reaction – in de drek vastgereden. Zij zorgen voor een passende soundscape (en hadden gerust vaker mogen inbreken in het spel.)
Het op een verscholen locatie samenbrengen van verloren zielen en hen al ploeterend met spulletjes en met mekaar de vreugde in het leven laten hervinden, is een typisch Studio Orka-recept dat perfect werkt.
Tussen de drek (die geen drek is, zo ontdek je later), de verraderlijke grashoopjes, de nog verraderlijker kadavers, de patatten (waartussen klaprozen groeien) en de musicerende hippies spelen Titus Devoogdt, Janne Desmet, Dominique Van Malder en Julie Delrue de graszoden van het friteriedak. Van de drie eerste zijn we dat zo langzamerhand gewoon (zonder er ooit genoeg van te krijgen), de vierde – Delrue – is een nieuwe revelatie. Ze scoorde al in Zoutloos als rusthuisdirectrice en doet dat nu terug, op een totaal andere manier, als Ulrike, de uitbundige dochter van een ex-wielrenner. De vier improviseerden zich de ziel uit het lijf en brouwden een hartveroverend verhaal over een jeugdtragedie, een schuldgevoel dat zo zwaar weegt als een hemel vol donderwolken, willen wenen wenen wenen, jagen op de liefde van je leven maar te wild schieten en met een Frozen-pleister en manke humor pesterijen verdringen. Het op een verscholen locatie samenbrengen van verloren zielen – te goed, te zacht, te bijzonder voor de steenharde, verbeeldingloze wereld – en hen al ploeterend met spulletjes en met mekaar de vreugde in het leven laten hervinden, is een typisch Studio Orka-recept dat perfect werkt. Al zou het verfrissend zijn om de Orka’s eens met een klassieker of voor hen geschreven tekst aan de slag te zien gaan.
De inventiviteit die op verhaaltechnisch en literair vlak een beetje ontbreekt, wordt evenwel ruimschoots gecompenseerd door de vormelijke spitsvondigheid. De vorm is de ruggengraat van de voorstelling. Elke keer weer zet scenograaf Philippe Van de Velde zijn grenzeloze verbeelding in om een decor te maken dat onwerkelijker, grappiger en ontwapender is dan je voor mogelijk houdt. Ook nu stuwt de vorm het verhaal naar een climax die louterend werkt voor de relatie tussen de personages. De wezens van de friterie vinden uiteindelijk bij elkaar een nieuwe thuis. Hopelijk vinden de wezens van dat mistroostige bouwsel aan het andere uiteinde van het idyllische Cauwenbroeckdreefken ook gauw nieuw geluk op een minstens even spectaculaire als hartverwarmende manier.
Smaakmaker: Duikvlucht, de vorige openluchtcreatie van Studio Orka –
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
DUIKVLUCHT from Studio-Orka© on Vimeo.
Els Van Steenberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier