Waarom u Gunter Lamoot doorgaans zonder bril ziet

© Anneke D’Hollander
Kristof Dalle Journalist

Na acht jaar kruipt Gunter Lamoot – tegenwoordig ook redactielid van De ideale wereld – terug op het stand-uppodium. Ouder. Wijzer. Gezelliger. ‘Moppen zijn als kleuters: duw die gewoon het verkeer in en zie wat er gebeurt.’ Een beetje gezelliger.

‘Iedereen komt terug. Ingeborg. Margriet Hermans. Willy Sommers. Het is stilaan aan mij, zeker?’

Na Flinke jongen in 2015 – het jaar waarin Gunter Lamoot ons in Bevergem met de vraag achterliet wat nurfen en ringelen nu precies betekenen – besloot de stand-upper dat hij op het podium wel even uitverteld was. Sinds het anarchistische Superstaar (op het toenmalige 2BE in 2012) concentreerde hij zich bovendien liever op zijn tv-werk. In Superstaar ging Lamoot druk knippend en dubbend door de VTM-archieven om uiteindelijk Eddy Wally de ins and outs van de kwantummechanica te laten uitleggen en de Führer kwaad te laten worden omdat hij zijn Regi-cd’s maar niet aan de man gebracht krijgt. ‘In 2017 volgde op VTM dan Kan u de vraag nog eens herhalen? met Guga Baùl, een quiz op basis van oude quizvragen uit het archief. Maar daarna viel dat tv-werk plots stil. Toen zat ik even in de put, en eenmaal ik er weer uit wilde klauteren, kwam die pandemie. (droog) Kut, hé. ’

Dat Christusbeeld dat ik destijds van de muur heb gerukt, misschien had ik dat niet moeten doen. Al blijft het wel zeer grappig.

Sinds vorig jaar mag hij zijn talent voor dubbing en absurditeit gelukkig weer uitleven als redactielid bij De ideale wereld. Op 4 maart kruipt hij opnieuw het podium op met The One and Lonely, zijn zesde zaalshow. Als daar al een rode draad in zit, dan is het fysieke aftakeling. ‘Dat heb ik pas achteraf gemerkt. Ik was gewoon met een wit blad begonnen. Al wat ik me vooraf had voorgenomen, was dat het gezellig moest worden.’

Gezellig?

Gunter Lamoot: Ik sluit niet uit dat ik vroeger al eens wat, eh, experimenteler voorstellingen gemaakt heb. Er zit iets ontregelends in mij. Ik hou van verwarring. Mijn idee is: vanaf het moment dat het publiek de zaal betreedt, is niks nog echt. Vanaf dan zitten we in de fictie en mag ik alles doen wat ik wil. Maar deze keer drijf ik dat iets minder tot het uiterste. Vroeger kon ik bijvoorbeeld in een show tergend traag aftellen van vijftig naar nul, gewoon om te zien wat dat gaf. Dat doe ik niet meer. (droog) Nu stop ik bij 36 of zo.

‘Vroeger kon ik in een show tergend traag aftellen van vijftig naar nul, gewoon om te zien wat dat gaf. Dat doe ik niet meer. Nu stop ik bij 36 of zo.’
‘Vroeger kon ik in een show tergend traag aftellen van vijftig naar nul, gewoon om te zien wat dat gaf. Dat doe ik niet meer. Nu stop ik bij 36 of zo.’ © Anneke D’Hollander

The One & Lonely ligt meer in de lijn van Softie (2010), waarin ik met een diavoorstelling door mijn jeugdjaren ging. (denkt na) En ik wil ook een gemeende poging ondernemen om herkenbare humor te brengen. Omdat ik in feite zelf niet goed weet wat dat dan moet zijn.

Betekent ‘gezellig en herkenbaar’ ook dat pakweg de fez en het wit marcelletje van alter ego Véronique in de kast blijven?

Lamoot: Ik speel Véronique heel graag, maar het is een beetje onpraktisch om me telkens halverwege te moeten omkleden. Dus geen verkleedpartijen deze keer. Ik ga tijdens de pauze ook de foyer niet meer stofzuigen in een roze tutu, zoals ik in Rauwe kloten deed. (denkt na) En ik was in feite altijd al gezellig. (grinnikt) Ik ben destijds gewoon op dat podium gekropen als een soort personage – cocky en over the top – om mezelf een houding te geven. En om mezelf te beschermen, omdat het nogal eng was om daar als mezelf te staan. Alleen is dat verdedigingsmechanisme bij velen blijven hangen, terwijl ik mezelf daar niet per se meer in herken. Mensen evolueren, toch?

Dat over-the-toppersonage krijg je ook niet zomaar afgeschud, denk ik. Het verhaal hoe je ooit in een of andere parochiezaal een peperduur, verankerd Christusbeeld van de muur rukte en het daarbij brak om het uiteindelijk te vervangen door een banaan met een mes door, is ondertussen comedycanon.

Lamoot: Ik herinner me het zelf niet zo goed meer. Maar naar wat ik van anderen hoor, is het wel een goed verhaal, ja. Misschien had ik dat destijds niet moeten doen? Al blijft het wel zeer grappig.

Start je nog steeds met je harder materiaal, gewoon om het publiek even te peilen en te zien waar de grens voor die avond ongeveer ligt?

Lamoot: Zo heb ik het nooit bekeken. Ik geloof wel dat je best start met de grappen die je wilt testen, omdat je dan de eerlijkste reactie krijgt. Het is wat lafjes om je publiek eerst een halfuur te masseren en dan pas risico’s te nemen. Kijk, in wezen is het simpel: moppen zijn als kleuters. Duw die gewoon het verkeer in en zie wat er gebeurt. Sommigen lopen los tegen een auto aan, anderen halen de overkant: je weet dat nooit op voorhand… Bij wijze van spreken, hé.

De Morgen noemde je in een aankondiging voor The One and Lonely ‘Vlaanderens grootste je-m’en-foutist’. Kun je je daarin vinden?

Lamoot: Ja? Ze bedoelen dat toch positief?

Wat bedoelen ze daar volgens jou exact mee?

Lamoot: Eigenlijk ben ik geen echte je-m’en-foutist. Het lijkt misschien niet zo, maar ik weet zeer goed waar ik mee bezig ben en neem mijn vak zeer serieus. (denkt na) Verdomme, zeggen ze eigenlijk dat ik zomaar iets doe? (lacht) Wat denk jij dat ze bedoelen?

Dat je altijd en overal je zin doet op een podium?

Lamoot: Ik zie dat anders: ik bejegen het publiek net met veel respect door het als volwassen mensen te beschouwen. En dan mag je al eens wat harder en vreemder gaan. Ik ben een stand-upper, geen animator in een all-in hotel. Sommige comedians behandelen hun publiek gewoon als kleuters, en opmerkelijk genoeg lijkt een deel van het geconditioneerde publiek ondertussen te verwachten op die manier geëntertaind te worden. Waardoor ik plots arrogant lijk omdat ik niet zo overdreven enthousiast doe op dat podium. Jongens, ik heb net méér respect voor jullie.

Je hebt het in de show over hoe je lichaam zachtjes begint af te takelen nu je de vijftig voorbij bent.

Lamoot:Mispak je niet aan mijn jeugdige kop: van mijn kin tot mijn tenen ben ik een ouwe zak. En aftakeling, daar moet toch herkenbare comedy in zitten, nee?

Michael Van Peel bedacht zich vorig jaar in dit blad hoe je de fysieke aftakeling maar beter kunt omarmen, maar op je hoede moet zijn voor de hersenverkalking en de kwade oudemannenstem in je achterhoofd. Heb je daar al last van?

Lamoot:(blaast) Over zulke vragen moet ik toch eerst even nadenken. Wat moet ik daar nu op antwoorden? (lange stilte) Ik kom echt altijd dommer over in interviews dan ik ben, vrees ik. In mijn hoofd klopt alles, maar ik heb soms moeite om het wat eloquent en erudiet over te brengen. Zelfs als ik doe alsof, door woorden als eloquent en erudiet te gebruiken.

Die mannenstem in mijn hoofd klinkt nog even jong – of oud – als vroeger, denk ik. Het enige waar ik tegenwoordig moeite mee lijk te hebben is met de veelheid van deze tijd. Ik ben een nieuwsgierige mens – ik wil veel beluisteren, lezen en bekijken – en vandaag kan ik dat allemaal meteen. Dat geeft zottigheid in mijn hoofd. Ik weet niet meer waar te beginnen en dan blokkeer ik..

En dan kijk en lees je gewoon niks meer?

Lamoot: Nee, dan zit ik plots naar de herhalingen van De Pfaffs te kijken. Ik heb die echt allemaal gezien. ‘Waarom kijk je daar nu eigenlijk naar, Lamoot?’ ‘Ik weet het niet, Lamoot. Laat me gerust.’

Los daarvan ben ik ook een comedynerd. Ik lees daar graag en veel over. Mijn bureau is één grote comedybibliotheek. Alleen moet ik mezelf soms tegen mezelf beschermen. Want als ik een nieuw onderwerp aansnijd, moet ik daar meteen alles over weten. Pure obsessie is het. Ik kan me niet gewoon ‘even’ bezighouden met de Marx Brothers of Buster Keaton: ik moet dan elke film herbekijken, elke biografie lezen en elk stukje op YouTube checken. Het stopt niet. (denkt na) Tegenwoordig heb ik dat ook met Columbo.

© Anneke D’Hollander

De detectivereeks met Peter Falk uit de jaren zeventig waar je in de eerste scène al wist wie het gedaan had?

Lamoot:Columbo is fantastisch. Vintage decors en dito auto’s, iedereen smoort en zuipt erop los, goeie soundtrack, goed gespeeld en weinig actie maar veel gebabbel. Ik word daar enorm rustig van. Anderen ontspannen op zondag met een veldrit op tv, ik kijk naar een Columbo uit 1971. Is dat die fameuze hersenverkalking? Waarschijnlijk wel.

Over reeksen uit de jaren zeventig en kwade oudemannenstemmen gesproken: vorige week werd aangekondigd dat er een derde seizoen van Fawlty Towers, mét John Cleese, komt. Een comedylegende, maar ook verzuurd als de neten.

Lamoot: Zolang Cleese geen machinegeweer koopt en mensen neer begint te schieten, mag hij doen wat hij wil, toch? Wat wil je dat ik daarover zeg? Ik begrijp hoe iemand met het ouder worden ook angstiger en kwader kan worden. Ik merk dat nu al: die jongerenwereld waar ik niks van ken, wordt almaar groter en mijn wereld wordt steeds kleiner. Nu valt dat nog mee, maar op zekere dag wordt dat gewoon eng. Je snapt de generaties na jou, hun muziek en de nieuwe media niet meer en al je vrienden zijn dood. Vrolijk word je daar niet van, toch? (denkt na) Ik doe wel mijn best om bij te blijven: je wilt ook niet die kerel zijn die gestopt is bij U2 en Simple Minds. Een vriendin bewaart bijvoorbeeld elke Knack Focus voor mij. Alleen zie ik haar maar één keer om het anderhalf jaar. (lacht) Machtig om telkens anderhalf jaar cultuur in één keer in te halen.

Zie je ook voordelen aan het ouder worden?

Lamoot:(denkt na) Mensen nemen me – vreemd genoeg – plots serieuzer. Ik heb minder geldings- en bewijsdrang. En ik maak me minder druk om alles. Je wordt sluipend rustiger. Zo heb ik altijd met verbazing naar bejaarden gekeken die het einde voelen naderen en daar gewoon vrede mee hebben: ‘Het is goed geweest.’ Ik snapte dat niet. Als ik ooit moet gaan, dan zal het kicking and screaming zijn, dacht ik. Maar ook dat is er precies wat uit. Ik geloof dat het lichaam met de jaren een stofje afgeeft en je een beetje verdooft. ‘Hier vriend, het putje ligt open. Spring er maar in.’ Berusting heet dat, zeker? Hopelijk is het dat. Anders is het waarschijnlijk jongdementie.

Ik had gelukkig al langer door dat de wereld compleet absurd is. En dat alles altijd terugkomt, van olifantenpijpen tot fascisme.

Vroeger nam je medicatie om je angsten te controleren. Heb je die ondertussen onder controle?

Lamoot: Ik nam antidepressiva voor mijn sociale angsten, maar dat is ondertussen wel beter geworden. (denkt na) Laat ons eerlijk zijn, ik ben vrij zeker dat ik op het autismespectrum zit. En mijn vrouw en beste vrienden zijn al helemaal zeker. De testen die ik ooit onderging, boden weliswaar geen uitsluitsel, maar alles wijst in die richting. Het besef dat mijn angsten en bepaalde karaktertrekjes vanuit die stoornis te verklaren vallen, heeft me ook opmerkelijk rustiger gemaakt.

Uit zich dat vooral in sociale interacties?

Lamoot: Ook in het compleet in een onderwerp kunnen verdwijnen. Of in de obsessie, de gedetailleerdheid en de frameneukerij waarmee ik aan Superstaar gewerkt heb. Die hyperfocus heb ik wel vooral als ik met beeldmontages werk, minder met mijn liveshows. Een montage heb ik zelf in de hand en kan ooit ‘af’ zijn, terwijl je bij een show er vrede mee moet hebben dat die nooit helemaal afgewerkt zal zijn.

En die sociale angsten? Ik lijk soms arrogant omdat ik wat zwijgend in een hoek sta, maar dat is geen kwade wil. Ik ben geen hautaine hufter, ik heb op dat moment gewoon een paniekaanval. Vervelend. Zeker omdat ik mezelf nog extra op ga fretten als ik mensen zie denken: wat doet die Lamoot raar. ‘Ik weet het, jongens, jullie hebben gelijk, maar ik kan even niet anders. Als ik me nu forceer om normaal te doen, dan wordt het alleen maar erger. Dus laat me gewoon even met rust.’ Nu goed, het gaat veel beter dan vroeger. Ik heb geleerd dat ik gewoon mijn bril af moet zetten als ik nerveus word. (grinnikt) Ik kan de wereld veel beter aan als die flou is.

© Anneke D’Hollander

Twee minuten in dit gesprek heb je je bril boven op je hoofd gezet.

Lamoot: Ook interviews maken me nerveus. En je bent wazig maar half zo bedreigend meer voor mij. Ik heb jaren overwogen om mijn ogen te laten laseren, maar gelukkig heb ik dat nooit gedaan. Als ik morgen altijd en overal scherp zie, kan ik niet meer ontsnappen. Dan word ik helemaal gek. Met een perfect zicht in een groep onbekenden gedropt worden, moet zowat mijn ultieme angstdroom zijn.

Moet ik trouwens meer dan een Roy Orbison-woordspeling in de titel van je show zoeken?

Lamoot: Ik vond The One and Lonely gewoon een fijne woordspeling. Al stel ik in de show ook vast dat ik best eenzaam ben. Ik heb niet zoveel vrienden. Dus zoek ik ze voor deze voorstelling maar in uitgesneden soappersonages.

Hier en daar doet de show terugdenken aan de montages van Superstaar.

Lamoot: Ik prul hier en daar met wat beelden. Ik doe dat gewoon graag, zelfs zonder ze ooit ergens te gebruiken. Ik heb me even afgevraagd of het dan nog wel pure stand-up genoemd mag worden, maar dat doet er helemaal niet toe. Je moet de mensen gewoon entertainen.

Het is geen geheim dat je altijd een halfhartige verhouding hebt gehad met stand-up. Televisie maken – en zeker wat je in Superstaar deed – is je echte liefde. Nu keer je toch terug naar de zalen.

Lamoot:Ik ben nu wel even klaar met formats pitchen: ik wil het mezelf niet meer aandoen. De ontgoocheling achteraf is altijd te groot. Dat Flippercast, het format dat ik enkele jaren geleden voor Canvas ontwikkelde, nooit goedgekeurd is, was zo’n beetje de druppel. ‘Echt goed, maar geen urgentie’, kreeg ik te horen. ‘Urgentie’ is blijkbaar het nieuwe bullshitwoord. (denkt na) Ik ben jaren het soort meeloper geweest dat dacht dat tv-bazen het wel beter zouden weten dan ik, maar veel van die mensen weten ook niet de kloten, hoor. ‘We denken niet dat je het niveau van de pilot zes afleveringen lang even hoog kunt houden’, klonk het. We hebben twee seizoenen Superstaar gemaakt, we weten ondertussen wel hoe het werkt, zeker? En het was beter geworden dan 90 procent van de crap die je vandaag op tv ziet.

Aan welke crap denk je dan?

Lamoot: Dat vraag je beter niet aan mij – ik ben een slechte graadmeter. Ik herinner me nog dat ik ooit naar het eerste seizoen van Temptation Island keek en dacht: ‘Zo’n bende achterlijke, gespierde sukkels, wie zit daarop te wachten? Dat gaat niet marcheren. Dat kan niet.’ En kijk nu, die sukkels hebben ondertussen gewonnen, hé. Dat zijn plots rolmodellen en influencers. Ik snap niet waarom ze gewonnen hebben in het leven, maar het is blijkbaar wel zo. En ik heb dat met wel meer dingen. Regi bijvoorbeeld. Nooit gedacht dat Regi zou winnen. Regi zie ik hier trouwens vooral als metafoor voor nogal wat figuren. Je ziet dat niet aankomen, maar plots heeft Regi gewonnen, en ben jij aan het verliezen.

© Anneke D’Hollander

Waaraan je ook werkt, je wilt absolute controle over het eindproduct, bedacht je je ooit. Hoe loopt dat bij De ideale wereld?

Lamoot: Verbazend goed. Het is vooral verfrissend om een keer geen eindverantwoordelijkheid te dragen. Ik doe gewoon zo goed mogelijk mijn best, maar uiteindelijk is het aan de eindredactie om te beslissen of iets goed genoeg is. Dat is dag en nacht verschil met Superstaar, waar ik neurotisch streng was in alles wat ik afleverde, zelfs al ging dat maar over ‘dwaze montages’.

Ik moest wel wennen aan het werktempo. Om acht uur kom je toe en om half negen moet je al ideeën spuien op basis van de kranten die je net gelezen hebt. Ik had het onlangs met cartoonist Lectrr over hoe hij omging met de druk om dagelijks een straffe, originele cartoon te bedenken. ‘Dat hoeft ook niet’, antwoordde hij. ‘Dat kan niet. En morgen is er al een nieuwe dag.’ (denkt na) Ik ben heel blij en vereerd dat ik aan DIW kan meewerken, maar ik ben ook blij dat het slechts halftijds is. Anders zou ik helemaal zot worden. Ik heb toch graag iets meer tijd om wat te bedenken en uit te werken.

Is het cynisme er al in geslopen? Zowat elke ex-medewerker van DIW bedenkt zich achteraf dat je maar zolang ongestraft dagelijks grappen over de actualiteit kunt maken.

Lamoot: Ik had gelukkig al langer door dat de wereld compleet absurd is en dat je daar zeer weinig aan kunt veranderen. En dat alles altijd terugkomt, van olifantenpijpen tot fascisme. We vinden dat dan eventjes weer tof, om ons na een tijdje weer te bedenken: ‘Oei, dat hadden we beter niet gedaan.’

The One and Lonely

Première op 04.03 in De Grote Post, Oostende. Alle info: gunterlamoot.be

De ideale wereld

Van maandag tot donderdag om 22u15 op Canvas.

Gunter Lamoot

Geboren in 1970 in Oostende. Woont in Gent.

Studeert af als master in de audiovisuele kunsten aan het Ritcs.

Wint in 2000 de Lunatics Comedy Award en in 2005 Humo’s Comedy Cup.

Acteert in Ex drummer (2007) van Koen Mortier en Bevergem (2015) van Gilles Coulier.

Breekt in 2012 cultpotten met het bezopen archiefprogramma Superstaar.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content