Theater: ‘Song from Far Away’ is puur, naakt en bloot

© Jan Versweyveld
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

Song from Far Away is het tweede deel van een trilogie rond de eenzaamheid. Het eerste deel was La voix humaine, gespeeld door Halina Reijn, het derde werd geschreven en wordt gespeeld door Ramsey Nasr in april 2016. Het middendeel ging deze week in première bij Toneelgroep Amsterdam [tga] en wordt puur, naakt en bloot gespeeld door Eelco Smits.

Naakt en bloot is niet hetzelfde. Het eerste slaat op de afdaling naar het middelpunt van het gevoel en het tweede op de ontdoen van alle kledij om dat eerste te kunnen bereiken. Elk stuk kledij is een hindernis in die poging. Daarom dat de monoloog in drie delen uiteenvalt. Het eerste met koude mededelingen [gekleed], het tweede met warme introspectie [naakt] en het derde met praktische zaken [gekleed]. Het is het sterkste punt van de regie, die verder bescheiden is, wat juist de kracht ervan maakt. De werkelijke kracht zit hem in de enscenering. Als vanouds bij de regies van Ivo van Hove, van de hand van Jan Versweyveld. Bescheiden mag de scenografie dan weer niet zijn, maar moet een naamloze stempel hebben. En dat is ten volle gelukt. Een tweedelige ruimte met een kleine voorhal met enkel een stoel, en een woonkamer met enkel een staande schemerlamp. Het waarom wordt verderop duidelijk.

Een [naamloze] jonge Amsterdamse bankier krijgt eind januari midden in een vervelende meeting een sms van zijn moeder dat zijn jongere broer, Pauli, overleden is. Hoewel volkomen vervreemd van de familie keert hij terug voor de begrafenis. Hij vreest de confrontatie met zijn ouders en neemt een kamer in een hotel. Wat zijn ouders niet bevalt. Waarom logeert hij niet ’thuis’? Het is de eerste irritatie. De belangrijkste is echter dat ze zijn aard, homo zijnde, nooit aanvaard hebben. Vroeger niet, nu niet en morgen al evenmin. Koppig van de wieg tot de kist. Terug in de hotelkamer schrijft hij brieven aan zijn overleden broer. Ter verwerking van de droefenis die hij voelt. Door het conflict met zijn ouders helaas nooit kon uiten. De bekentenis krijgt maar kracht en macht als hij zich ontkleedt. Pas naakt kan hij oprecht zijn en zijn innigste gevoel terugvinden. Waarin duidelijk wordt hoe innig de band was tussen beiden was. Niet lichamelijk maar geestelijk. Passie zonder seks.

De Britse auteur Simon Stephens heeft een droog, zuiver en bondig proces geschreven die begint met het bericht en eindigt met het uitchecken, opgedeeld in zeven dagen. Zeven brieven die stapsgewijs naar de intimiteit afdalen ten bate van het gevoel van het personage, de acteur en de toeschouwer.

Die afdaling wordt geholpen door de muziek. Liedjes geschreven door de Amerikaan Mark Eitzel. Ze blinken naar postpuberpoëzie… tot blijkt dat ze – binnen het concept van het toneelstuk – van de hand zijn van Pauli. Dat vermoeden verschuift naar zekerheid in twee stappen. Zijn moeder biedt hem Pauli’s gitaar aan. Als erfenis. Het wordt meer dan een erfenis, een koude kaakslag, als blijkt dat nog voor zijn vertrek zijn ouders de kamer van Pauli ontdaan hebben van alles wat van hem was. Zijn bed, zijn spullen. Die staande lamp is nog lang niet verouderd of versleten. Past makkelijk in de volgende bestemming, een logeerkamer. Pauli’s kamer mag geen kapel worden, om ter bedevaart te gaan wanneer de dode weer levend wordt in gedachten, herinneringen, terloopse opmerkingen. En precies daarin schuilt de knappe vondst van Jan Versweyveld: de zo goed als kale ruimte. De stille kracht van de belichting helpt een handje mee.

De regie krijgt opnieuw de overhand in het slotbeeld bij de slotfase. De oudere zingt op de gitaar een liedje van de jongere, terwijl diens stem zachtjes uit de klankkast, het verleden, komt. De naamloze gaat vervolgens in het open raam van de hotelmaker staan en geeft de brieven vrij aan de lucht en de wind. Een paar vliegen opnieuw de kamer in. Waarschijnlijk ongewild, maar net knap. Hij raapt ze op en gooit ze weer buiten. Ze moeten weg. Far away. Straight in the cold and the sound of the new winter.

Wat meer tederheid had Eelco Smits mogen geven. Al is hij New Yorker geworden en heeft hij een Hollands gemoed, er blijft de broederband. Een vergelijking lijkt niet fraai, maar binnen het opzet, een trilogie, vindt hij zijn draai. Halina Reijn zat vanaf de première in de Monty, waar La voix zijn reis begon, in de juiste soft- en hardware. Bovendien geeft Smits te weinig ruimte aan de stilte. Die is gevaarlijk, uitdagend en spannend. Een noodzaak voor de hoogste trap van een productie. Maar een voorstelling is geen productie. Zal hij de juiste verhouding tussen stem en stilte vinden na enkele voorstellingen? In dat geval is Song from far away een nieuw sterrenbeeld aan de hemel van tga.

Guido Lauwaert

SONG FROM FAR AWAY – tekst Simon Stephens – muziek Mark Eitzel – regie Ivo van Hove – t/m 29 augustus stadsschouwburg Am*dam – vervolgens op reis met een tweedaagse halte in november in Kaaitheater – www.tga.nl & www.kaaitheater.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content