Overleg Kunstenorganisaties: ‘Wij pleiten voor een Coronarampenfonds’

Beeld uit 'C(H)OEURS' van Alain Platel & Opera Ballet Vlaanderen. De première stond gepland op 20 maart, maar wordt uitgesteld omwille van het coronavirus © Filip Van Roe
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Leen Laconte – directeur van oKo (Overleg Kunstenorganisaties) – brengt de (financiële) gevolgen van de coronacrisis voor de kunstensector in kaart en pleit voor begrip bij de overheid, de RVA én het publiek.

Nog voor de overheid de drastische maatregelen aankondigde, nam de volledige kunstensector donderdag al het heft in eigen handen. Wanneer besliste u om een versnelling hoger te schakelen dan de overheid?

Leen Laconte: Die beslissing ligt niet bij het oKo-secretariaat. Verschillende kunsthuizen namen de beslissing in onderling overleg. Twee weken geleden meldden het Brusselse danscollectief Peeping Tom en het Gentse dansgezelschap Les Ballets C de la B ons dat een deel van hun internationale tournee werd geannuleerd door het coronavirus. Zij vroegen ons hoe ze daarmee om moesten gaan. Sindsdien voeren wij hier een juridisch onderzoek en we doen wat onze corebusiness is: onze leden informeren en bijstaan met onderbouwd advies.

We zoeken samen met onze leden naar manieren om zo publieksvriendelijk te handelen

Donderdag verspreidden jullie onder de 225 oKo-leden een bericht getiteld ‘Hoe omgaan met het coronavirus’. Wat staat daarin?

Laconte: Advies aan onze leden – en zij beslaan zowat de volledige kunstensector – om te handelen als goede, volwaardige en verantwoordelijke organisaties. Het betreft advies over hun juridische plichten ten aanzien van kunstenaars, publiek en medewerkers. We zoeken samen met hen naar manieren om zo publieksvriendelijk te handelen. De organisaties die evenementen organiseren met veel, direct contact met een publiek – zoals de theaters en kunstencentra – adviseerden wij af te wegen of ze het risico willen lopen op besmetting van een van medewerkers en de toeschouwers.

Een huis zoals het Kaaitheater, stuurde donderdag al hun volledige personeelsbestand – tachtig mensen – naar huis. Sommige medewerkers kunnen thuiswerken maar een technicus kan enkel een lamp indraaien in de zaal, niet? Deze medewerkers komen normaalgezien in aanmerking voor technische werkloosheid. Maar donderdag was dit nog niet duidelijk omdat er nog geen sprake was van overmacht.

Donderdag kondigden ook veel gezelschappen met een zaal die een kleinere capaciteit heeft dan 1000 toeschouwers aan dat zij de deuren sluiten tot 31 maart. Zij hoefden op dat moment de deuren niet te sluiten.

Laconte: Door als kunstensector activiteiten uit te stellen of te annuleren alvorens de overheid ons daartoe dwingt, tonen we in dit geval een aangescherpt besef over de risico’s van deze crisis. Onze leden deden dit vanuit een ethische verantwoordelijkheid tegenover hun publiek en hun medewerkers. Het risico daarbij was dat er donderdag nog geen sprake was van ‘overmacht’. Omdat organisaties handelden zonder dat hen dit wordt opgelegd door de overheid zou de RVA die ‘overmacht’ inderdaad in twijfel kunnen trekken. Maar laat ons hopen dat ze dit niet doen. (op dreef)

De kunstensector leeft – in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt – niet van subsidies alleen

Iederéén wordt geraakt, hè? Niet enkel het publiek maar ook de artiesten die plots niet meer kunnen optreden en de uitbater van de theaterfoyer alsook de mensen die het bier of het brood leveren aan die foyer. Daarom pleiten we in de brief die we gisteren (vrijdag 13 maart 2020, nvdr.) publiek maken ervoor dat bij het toestaan van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door de RVA ook de beslissing van een organisator om een evenement uit voorzorg te annuleren beschouwd wordt als overmacht. En we vragen garanties aan de RVA om tijdelijke werkloosheid wegens overmacht te aanvaarden voor alle reeds afgesloten arbeidsovereenkomsten, ook als ze nog niet in uitvoering zijn. Dat laatste is vooral van belang voor kunstenaars die met kortlopende contracten werken.

Wat vragen jullie nog aan Vlaams Minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) en Federaal Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD)?

Laconte: We pleiten voor een ‘Coronarampenfonds’ waar alle spelers uit de sector op een laagdrempelige manier dossiers kunnen indienen om kosten ten gevolge van de maatregelen die genomen worden naar aanleiding van het coronavirus te laten vergoeden. Op dit moment werkt oKo aan een inventaris om het totale kostenplaatje in kaart te kunnen brengen. We vragen ook naar instructies in het geval van een echt totale lockdown zodat de sector zich daar terdege op kan voorbereiden. En we vragen begrip voor de gevolgen van de impact van het Coronavirus bij de controle op de naleving van de subsidievoorwaarden.

Wat vraagt u aan het publiek?

Laconte: Wij vragen begrip. Alle kunstenorganisaties doen alles om zo kwaliteitsvol mogelijk werk te leveren én hun publiek te ontvangen in veilige, risicovrije omstandigheden. Aan zulke beslissingen hangt een kostenplaatje vast die we het liefst niet doorrekenen aan het publiek. Maar kunstenaars moeten betaald worden en de kunstensector leeft – in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt – niet van subsidies alleen.

Enkele reacties uit de sector:

Wilfried Eetezonne – woordvoerder Opera Ballet Vlaanderen

‘Momenteel worden de volledige financiële gevolgen van de annuleringen in kaart gebracht. We bekijken ook of en wanneer C(h)oeurs – waarvan de volledige speelreeks geannuleerd werd – kan opgevoerd worden.’

Els De Bodt – directeur hetpaleis

‘Wij annuleren onder meer de volledige speelreeks van De bevrijding van het edelhert. Mensen kunnen hun ticket terugbetaald krijgen of een waardebon ontvangen. Wij vragen aan onze toeschouwers wél om rekening te houden met de financiële implicaties van zo een annulering. Wij schatten het totale verlies – wanneer we de deuren sluiten tot 31 maart – op 83.700 euro. Daarin zit het verlies aan ticketinkomsten in hetpaleis van eigen producties, het verlies aan uitkoopsommen van creaties die op tournee zijn, het verlies aan inkomsten uit workshops, het verlies aan inkomsten uit de horeca en de hernemingskost van twee producties (omwille van een uitgestelde speelreeks). Stel dat we, net als NTGent, de deuren sluiten tot 19 april – wij beslissen hier nu nog niet over – dan bedraagt die kost 110.600 euro.’

Mieke Dumont – woordvoerder Vooruit

‘Wij spreken doelbewust van ‘uitstel’ en niet van ‘annulering’. Omdat wij een receptief huis zijn, is het al dan niet terugbetalen van tickets een ingewikkeld onderhandelingsproces met alle externe organisatoren. Donderdagavond, bijvoorbeeld, zou Raymond van het Groenewoud optreden in een uitverkochte Theaterzaal met een capaciteit van 720 mensen. Wij verzorgen de ticketverkoop maar niet de organisatie van het concert… Dat de overheid zo lang talmde, maakte het niet makkelijk om het concert te annuleren. Maar de risico’s werden te groot om het concert toch te laten plaatsvinden.’

Vik Leyten – directeur dramaturgie, publiek en marketing van De Munt

‘Het worst case-scenario is dat de beslissing om tot 31 maart al onze voorstellingen – zowel deze in de grote zaal als deze in de kleinere zalen – te schrappen ons 400.00 euro kost. Dat is veel geld, jawel. Het gaat dan ook om een tienduizendtal toeschouwers. Een rampenfonds in het leven roepen, is een goed idee maar we moeten realistisch blijven. Wij bekijken binnen De Munt of en hoe we dit bedrag op eigen kracht kunnen recupereren.’

Jerry Aerts – directeur van deSingel

‘Dat zoveel kunstenorganisaties donderdag al beslisten om tot 31 maart de deuren te sluiten, is een gezamenlijk initiatief waarmee de kunstensector haar burgerzin heeft getoond. De grootste gedupeerden van dit alles zijn de artiesten. Het maandloon van de vaste medewerkers van alle kunstenorganisaties wordt gewoon betaald. Dat ligt veel moeilijk bij de artiesten die vaak niet in vaste loondienst werken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content