KVS-boegbeeld Michael De Cock: ‘Versoepelen of niet, we moeten de maatschappij durven te herdenken’

© Karl Meersman
Milena Maenhaut
Milena Maenhaut Journalist bij Knack Focus

Michael De Cock, artistiek directeur van het Brusselse theaterhuis KVS en lid van de Crisiscel Cultuur, blikt vooruit. Niet op een wereld na corona, maar op een wereld mét het virus.

Bijna vier weken geleden ging de nationale cultuurwereld voor een tweede keer op slot. De publieksstromen in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) werden al een week eerder dichtgedraaid, en dat blijven ze tot 2021. Momenteel zit een gesubsidieerde instelling als KVS nog niet in slechte papieren, zegt Michael De Cock, die de schouwburg sinds 2016 richting diversiteit en innovatie stuwt. De acute problemen liggen elders. Bij de kunstenaars zelf bijvoorbeeld, die gedemotiveerd door deze tweede golf wel eens elders hun geluk zouden kunnen zoeken, met een braindrain in de sector tot gevolg. En in de buurten waar cultuurhuizen gevestigd zijn. In het geval van KVS in de Alhambrawijk in het noorden van Brussel, waar het bruisende theaterleven een belangrijke sociale rol heeft.

En toch lijkt de cultuursector tijdens deze pandemie als het kleine broertje behandeld te worden. Als minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) zegt dat ‘de economie’ gevrijwaard moet blijven, heeft hij het niet over het theater.

Michael De Cock: Nee, en dat is een vergissing. Aan het verbod om te spelen kan de regering Jambon niet veel doen – er moesten maatregelen genomen worden -, maar het discours moet anders. Sport kon blijven doorgaan, ‘want sport is een economie’, klonk het. Ook het economische belang van de cultuursector is evident. De theater- en de evenementensector stellen 80.000 mensen te werk, bleek recent uit een studie van de Karel de Grote Hogeschool.

Er is op termijn nood aan een veel fijnmaziger beleid. Als je geen onderscheid meer kan maken tussen de capaciteit van Vorst Nationaal en pakweg NTGent, loopt het fout. Dan verliezen we als maatschappij de basispremisse uit het oog: we moeten leren leven met het virus. Hoe kunnen we als samenleving veilig functioneren en een draagvlak creëren om ons anders te gedragen? Als we daar een antwoord op hebben gevonden, kunnen we bekijken op welke manier restaurants en theaters veilig open kunnen blijven en hoe onderwijs kan worden georganiseerd. De grote vraag is niet of we al moeten versoepelen of niet, maar of we de maatschappij ook durven te herdenken. Ik geloof niet in snelle oplossingen. Hoe snel we alles ook onder controle hebben en zelfs al is er een vaccin onderweg, andere nieuwe uitbraken zijn niet uitgesloten.

Waar komt die houding van de politiek ten opzichte van de cultuursector vandaan?

De Cock: Dat vraag je beter aan de politici zelf. Ik kan er niet van uitgaan dat ze niet in cultuur geloven – iedereen beseft meer dan ooit het belang van cultuur en samenzijn -, maar ik geloof wel dat er misverstanden zijn en dat de sector vaak vergeten wordt. Er is hard gewerkt om virologen te overtuigen dat theaters veilig zijn, en dat is gelukt. Stad Brussel wou er alles aan doen om onze zalen open te houden. Dat we op het einde toch gesneuveld zijn, so be it. Voor dertig bezoekers spelen, is ook ridicuul. Maar eens de cijfers beter zijn, zouden we snel moeten kunnen terugkeren naar de uitzonderingsregels en bestaande protocollen. Naar een veilig georganiseerd cultuurleven, dus.

De cijfers gaan nu wel de goede richting uit, van die heropstart is niet meteen sprake. Vanuit de cultuurwereld klinkt unaniem: alleen financiële steun helpt ons hierdoor. De Vlaamse regering riep een noodfonds in het leven en Jambon maakte eind oktober nog eens 167 miljoen euro vrij, al gaat het grootste deel daarvan naar infrastructuur. Wat is er nog meer nodig om de sector door de winter te loodsen?

De Cock: De crisis dreigt een braindrain te ontketenen: mensen uit de sector worden genoodzaakt een andere job te zoeken. Daarom moeten we zo snel mogelijk met de maatschappij mee heropstarten. Het heeft geen zin om te kibbelen over welke sector eerst open mag, maar de protocollen zijn er. Daar is zeven maanden aan gewerkt. We moeten durven leren uit het verleden. Er zijn manieren om anders cultuur te beleven, dat zie je al in Aziatische landen opkomen en dat gaat hier ook gebeuren. Zoom en QR-codes raken ingeburgerd. Niets is hetzelfde als toen ons land een eerste keer op slot ging.

Het heeft geen zin om te kibbelen over welke sector eerst open mag, maar de protocollen zijn er. Daar is zeven maanden aan gewerkt.

Op lange termijn hebben we een relanceplan nodig: investeringen. Het wordt tijd om meer te investeren in cultuur, met name na de besparing op projectsubsidies vorig jaar (het budget voor projectsubsidies voor individuele kunstenaars en kleinere organisaties daalde in 2020 met 60 procent. Dat werd opnieuw opgetrokken tot het oorspronkelijke budget van 9 miljoen per jaar, nvdr.). Alleen zo neemt men de sector serieus, om op je vorige vraag terug te komen.

De besparingen op projectsubsidies hadden vooral een invloed op de artiesten zelf. Zij worden nu opnieuw hard getroffen.

De Cock: Inderdaad, zij moeten opgevangen worden. Ik maak mij sterk dat KVS daar een steentje toe bijdraagt. We hebben dit najaar heel wat artiesten maandcontracten gegeven. Dankzij open calls konden we ook kunstenaars buiten onze cirkel bereiken. KVS blijft investeren in onderzoek en ontwikkeling om artiesten aan de slag houden, ook al wordt het aanbod aan voorstellingen uitgedund. We proberen op zoveel mogelijk manieren te innoveren en publiek te bereiken. En we zijn daarin niet alleen in de sector. Zo gaan we tot we weer open mogen met een aantal organisaties uit de zorg en het onderwijs aan de slag. Dat zijn we nu volop aan het organiseren. Hopelijk lukt dat snel.

In maart voelden sommige kunstenaars het al heet onder de voeten worden, ook al was er toen nog hoop op een najaar vol cultuur. Heeft u de houding van de sector zien evolueren?

De Cock: Het personeel van KVS is flexibeler geworden. Zo hebben we nu samen beslist om ook in de zomer open te blijven. Dat wordt heel bijzonder. We moeten elke keer nieuwe oplossingen zoeken, ook nu. In die zin is deze lockdown wat mij betreft mentaal geen lockdown. Maar er is een keerzijde: de reflexen om te reageren zijn dan wel sneller, de gelatenheid is groter. Mensen zijn het perspectief aan het verliezen: de kans op depressie, uitval en moedeloosheid neemt toe. Dat is mijn gevoel, natuurlijk.

Hoe staat KVS ervoor?

De Cock: We zijn druk aan het vergaderen over hoe we vanaf februari opnieuw voorstellingen kunnen programmeren. Tot dan zetten we in op een online platform, KVS 24/7, waar we zowel voorstellingen als interviews op zullen streamen. Daar maken we écht nieuwe content voor en bereiken we de hele wereld. In december beginnen we te repeteren aan Madame Bovary met Maaike Neuville, en werken we voorstellingen af, zodat we die heel snel kunnen programmeren van zodra het terug kan. We lanceren spoedig ‘KVS breekt uit bis’, een programma dat we met partners uit het middenveld gaan spelen in juni en juli. Voorlopig is onze financiële toekomst nog stabiel, maar blijven produceren zonder inkomsten is niet lang meer houdbaar.

Gaan we een extra druk voorjaar tegemoet?

De Cock: Het wordt druk ja – we hebben een zestal premières klaar – maar ook ongelofelijk fascinerend.

Het wordt tijd om meer te investeren in cultuur, met name na de besparing op projectsubsidies vorig jaar. Alleen zo neemt men de sector serieus.

Eind augustus opende KVS de deuren tijdelijk opnieuw met ‘KVS breekt uit’, een coronaproof theaterprogramma. Hoe was de sfeer toen jullie terug konden spelen?

De Cock: We hebben tot 15 oktober buiten gespeeld en daarna was het na een handvol voorstellingen in de zalen al game over. De tweede of derde golf – noem het zoals je wilt – is op een maand tijd helemaal de pan uit gerezen, en dat gaf surrealistische situaties. Het was een mirakel dat de cast van Teatro Español voor Mrs Dalloway nog uit Madrid naar Brussel kon vliegen. Op de eerste dag mochten ze voor 300 man spelen, op dag twee werden dat er 140 en daarna was het gedaan. Desondanks waren het zinderende avonden. De sfeer was geweldig, tot huilens toe. En ik heb het niet over mij (lacht). Veel bezoekers kwamen ons een hart onder de riem steken. Artiesten die de laatste maanden konden werken, wisten verdomd goed waarom ze het deden. De teams vielen nog meer op elkaar terug en werden nog meer een familie. Het was een heel fijne, intense tijd.

Als producerend theaterhuis wil KVS de diverse stemmen van Brussel aan het woord laten. Komt die rol in gevaar, nu kruisbestuiving niet meer fysiek kan gebeuren?

De Cock: In tijden van crisis plooit de sector terug op zichzelf. Dat was het geval in de besparingscrisis van vorig jaar, en dat is ook nu zo. Daarom proberen we mensen zo veel mogelijk aan het werk te houden en organiseren we samenwerkingen en open calls. De prijs in een crisis wordt betaald door de zwakken, zowel burgers als artiesten. En dat gaat het niet over talent, maar over wie minder omkadering heeft.

Dat geldt des te meer voor de Alhambrawijk waar KVS gevestigd is, een wijk waar de spanning tijdens de coronacrisis toenam. De ondersteunende functie van KVS in de buurt valt grotendeels weg zonder het bruisende leven voor en na de voorstellingen.

De Cock: KVS heeft een sociale rol in de Alhambrawijk, een grimmige buurt volgens sommigen. Het spreekt voor zich dat een theater met een café en een heel divers publiek elke dag een grote injectie geeft in de buurt. We zijn deel van het stedelijk weefsel, wat je niet mag onderschatten. We hebben economisch een grote invloed: de restaurants rond KVS zitten vol als het theater is. Het theater zorgt er ook voor dat er veel beweging is in de buurt, wat dan weer het gevoel van veiligheid in de hand werkt. En er is het menselijke aspect: mensen snakken naar nabijheid.

Ten slotte: Hoe houdt u persoonlijk het hoofd koel?

De Cock: Te weinig, zeker tijdens al die zoomsessies waar altijd iets fout loopt (lacht). Maar het lukt wel. Ik ben een kinderboek aan het schrijven, schrijven werkt altijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content