De Vlaamse Acteursgilde roept op tot actie. De belangenorganisatie vestigt de aandacht op het probleem dat veel acteurs niet kunnen leven van hun vak. Ze vragen niet om meer subsidies, maar om bijsturing van de sociale wetgeving. Een evolutie die het ACOD nodig acht voor alle artiesten.
Hoewel het erg goed gaat met Vlaamse fictie, plukken de acteurs daar niet de vruchten van. In een bevlogen speech stelde ondervoorzitter Michael Pas dat ze niet verwachten dat er meer subsidies worden vrijgemaakt voor acteurs. ‘Nee, wij zijn hier om te redden wat er te redden valt. Een acteur komt terecht in een kluwen van regels van de RVA, de fiscus, de RSZ en interimbureaus, dat er van zijn loon amper iets overblijft. Wij vragen geen cadeaus,’ klinkt het.
Uit een rapport van 2014 blijkt dat slechts 8 procent van de acteurs kan leven van zijn acteerprestaties. Bovendien bestaat slechts de helft van het gemiddelde acteursinkomen uit acteren. De Acteursgilde pleit daarom onder meer voor een meer eenduidige sociale wetgeving rond acteerprestaties en afstand van rechten, een eenvoudigere toegang tot het artiestenstatuut voor beginnende acteurs en meer rechtstreekse tewerkstelling in plaats van interimarbeid.
Reactie ACOD
Niet alleen acteurs, maar ook heel wat andere artiesten en ondersteunende medewerkers in de artistieke sector kampen met financiële problemen en frequente tijdelijke werkloosheid en hebben dus nood aan een bijsturing van de sociale wetgeving en het zogenaamde artiestenstatuut. Dat zegt vakbond ACOD Cultuur in een reactie op de noodkreet die de Acteursgilde uitte.
Bij ACOD Cultuur zien ze het probleem dus breder: ‘Wij vragen een herziening voor alle kunstenaars, een versoepeling van de toetreding en een realistischer systeem om het voordeelstatuut te behouden’, klinkt het. ACOD wijst erop dat de huidige strenge regels er in 2014 kwamen omwille van misbruik van het artiestenstatuut door personen die eigenlijk heel andere functies uitoefenen. De “echte” artiesten zijn daar echter het slachtoffer van geworden, luidt het nu. ‘De huidige situatie holt het sociaal statuut van acteurs helemaal uit.’
Confederalisme
In een opiniestuk in De Morgen reageert ook Manuela Van Werde, Vlaams Parlementslid voor N-VA, op de grieven. Manuela Van Werde zetelt in de commissie Cultuur, Jeugd, Sport en Media en heeft een verleden in het theater. Ze studeerde af aan Studio Herman Teirlinck en kent dus het klappen van de zweep. ‘De arbeidsomstandigheden moeten beter, iets waar ik destijds op afknapte. En dan zijn er de kafkaiaanse toestanden waarin acteurs terechtkomen eens het applaus weggestorven is. Jullie pleidooi ging terecht in de richting van een vereenvoudiging van procedures. Nu raken acteurs en actrices verstrikt in een kluwen van RVA, de fiscus, de RSZ en interimkantoren,’ klinkt het.
Volgens haar ligt de oplossing in confederalisme: ‘Als Vlaanderen een volwaardige eigen sociale, fiscale en economische politiek zou kunnen voeren, zouden we die problemen zelf kunnen aanpakken. Confederalisme zou Vlaanderen toelaten een beleid op maat van de Vlaamse acteurs te voeren omdat het dan alle hefbomen in handen heeft. Het is de enige manier om een rechtszeker platform te creëren waarop de Vlaamse artistieke creativiteit kan bloeien.’ (Belga/LP)
