Marina Abramovic, koningin van de performancekunst: ‘Wat zou jij denken als een wildvreemde een geladen pistool op je richt?’

© Marco Anelli
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Ze mag tegenwoordig Lady Gaga, Jay-Z en Björk tot haar fanclub rekenen, maar al jaren voor ze door popsterren omarmd werd tastte Marina Abramovic met lijf en leden grenzen af. Fysieke en spirituele. Oog in oog met de Servische superster van de performancekunst.

‘Does the mind rule the body, or does the body rule the mind?’ Dat is wat Morrissey zich al zingend afvraagt in The Smiths-klassieker Still Ill. Het is ook rond die vraag dat de Servische kunstenares Marina ­Abramovic haar taboe­doorbrekende oeuvre heeft gebouwd. Met een mix van moed, provocatie en ­humor doet ze al sinds de seventies de kunstwereld opschrikken door de grenzen van lichaam en geest op te rekken als een elastiek dat op ­springen staat. Of ze nu naakt in een museum staat te dansen, zich manisch de haren kamt, haar stem schor schreeuwt of de Chinese Muur afloopt, haar performances zijn als duiken in het diepe van de menselijke ervaring die zelfs de stoersten onder ons zouden doen buigen, én ­barsten. Herinner u haar urenlange stilzwijgende confrontaties met vreemden in The Artist Is Present (2009, zie ook kader) in het Museum of Modern Art in New York. Of denk aan haar rauwe performances daarvoor, waarbij ze haar lichaam tot het ­uiterste dreef met zelfverminking en spirituele transcendentie.

‘En toen ging er een deur open: zes topless meisjes droegen een brancard binnen met daarop Jan Hoet, naakt op een strik na.’

Al die grensoverschrijdende kunst is nu te zien in een retrospectieve in het ­Stedelijk Museum te Amsterdam. De expo – die video’s, foto’s, installaties en ­recreaties door jonge performanceartiesten van haar legendarische acts ­presenteert – volgt op een nog uitgebreidere versie die vorig jaar in de Royal Academy of Arts in Londen liep. Daar had Abramovic de primeur om er, 255 jaar na de oprichting van die instelling, als eerste vrouw een solotentoonstelling te krijgen. Het zegt niet ­alleen iets over seksisme in de kunstwereld, maar ook over haar statuut: ­Abramovic is dé diva van de body art. Ze is ondertussen niet minder dan een superster die glossy covers siert en die samen­gewerkt heeft met Björk, ­Willem ­Dafoe en Jay-Z. (De video bij Picasso Baby van die laatste was niet alleen geïnspireerd door The Artist Is Present, ­Abramovic is er ook prominent in aanwezig.) Haar vriendin Lady Gaga hielp ze om te ­stoppen met roken door haar de ­‘Abramovic Method’ aan te leren, een reeks oefeningen die ze bedacht om mensen bewuster te maken van zichzelf en hun omgeving, zoals luisteren naar stilte en vier uur rijstkorrels tellen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

○○○

‘Good morning’, steekt de ­performance queen van wal wanneer we haar om acht uur ’s ochtends (voor haar) ­zoomen in New York, waar ze al jaren woont. ‘Ik sta elke dag om zeven uur op en ga elke dag om tien uur slapen. Ik slaap minstens acht uur per dag. Ik ben Margaret Thatcher niet. Die sliep maar drie uur. Gelukkig lijk ik ook op ­andere vlakken niet op haar. Ik ben ­altijd ­zuinig omgesprongen met mijn ­lichaam en mijn geest. Het zijn ­tenslotte mijn werkinstrumenten.’

Je begon als schilderes, maar besloot al snel om je lichaam te gebruiken als medium. Hoe is dat precies gegaan?

Marina Abramovic: In het begin was ik weg van schilderkunst – Rothko, ­Bacon, Yves Klein…. – maar ­gaandeweg begon ik te beseffen dat schilderen me niet de directe interactie met het ­publiek gaf die ik zocht. Daarop begon ik met beweging en geluid te werken. En toen viel het kwartje: mijn lichaam bleek het perfecte canvas om mijn ­ideeën op te smeren, om direct ­contact te maken met de kijkers. ­Visueel, ­auditief, en vooral fysiek en ­emotioneel. Ik wilde ervaringen scheppen waar we samen die vibe konden delen.

De eerste keer dat je voor een levend publiek ging staan, moet eng geweest zijn.

Abramovic: Zeker. Maar angst heeft me altijd gedreven. Ik heb nooit iets ­gedaan wat ik leuk of comfortabel vond. In het communistische Joegoslavië van mijn jeugd werden mijn ouders op partij­bijeenkomsten ondervraagd vanwege mij. Ik was een schandaal, maar dat maakte me juist sterker. Grappig ­verhaal: Op mijn 29e ontsnapte ik naar Amsterdam. Ik herinner me dat ik in de trein zat met niets, alleen mijn ­portfolio met negatieven. Mijn moeder ging naar de politie: ‘Help, mijn dochter is ­ontsnapt!’ Ze beschreef hoe ik gekleed was en zo, waarop de agenten zeiden: ‘Hoe oud is je dochter? 29? Nou, het is tijd dat ze het land uit is.’ (lacht)

Je hebt tijdens je performances vaak de limieten opgezocht. Heb je je tijdens je ooit bedreigd gevoeld?

Abramovic: Wat zou jij denken als een wildvreemde een geladen pistool op je richt? Tuurlijk heb ik soms voor mijn leven gevreesd, zoals bij Rhythm 0. Ik was jong, rebels, hardcore. Ik gaf de toeschouwer totale controle en was klaar om voor mijn kunst te sterven. Pas later besefte ik hoe gek dat was. Je moet ook de context kennen: het was in Napels, in het katholieke Italië van de ­seventies, en ik combineerde de drie rollen die je beter niet combineert: de vrouw, de madonna en de hoer. ’s Middags ­kwamen mannen met hun ­echtgenotes en bleef het braaf en speels. ’s Avonds kwamen ze alleen, en werd het snel ­seksueel en agressief.

Veel van je performances waren op en over het randje. Kun je ze nog wel opvoeren in dit post-MeToo-tijdperk?

Abramovic: Interessant punt. Het laat zien hoe we een balans ­moeten vinden in deze tijden van politieke correct­heid. Toen Ulay en ik in 1977 voor het eerst Imponderabilia ­uitvoerden, was de ruimte tussen ons echt smal. Er was maar één manier om het museum ­binnen te komen: door je lichaam tegen onze naakte lijven te wrijven. Behoorlijk radicaal voor die tijd. Het stuk had normaal zes uur moeten duren, maar na drie uur kwam de politie langs om onze paspoorten te vragen, wat ­lastig was gezien onze naakte toestand. (lacht) Later hebben we een extra ingang toegevoegd, zodat toeschouwers ­konden kiezen. Toen het stuk in 2010 in het MoMA opnieuw werd opgevoerd, ­hadden we mannen en vrouwen, maar ook vrouwen en vrouwen, mannen en mannen. Maar dat was dus niet het oorspronkelijke concept, een man en een vrouw. Toen Ulay vier jaar geleden overleed, vroeg zijn stichting om het stuk alleen nog op de originele manier op te voeren. Dat is ook hoe we het in Amsterdam gaan doen.

Zit de politieke correctheid van nu dergelijke werken niet in de weg?

Abramovic: Het is anders nu en dat ­moeten we accepteren. Ik ben blij dat ik de werken indertijd kon uitvoeren zoals ik destijds heb gedaan. Alleen blijkt dat onder de huidige omstandigheden niet meer mogelijk. Dan heb ik nog altijd liever dat ze wel worden uitgevoerd. Dus moeten we nieuwe regels opstellen, en dat is wat ik een gezond compromis noem.

Eerst een retrospectieve in Londen, nu in Amsterdam: hoe sta je tegenover al dat terugblikken?

Abramovic: Ik ben geen fan van het woord ‘retrospectieve’. Het klinkt zo formeel, en oud. (lacht) Ik noem het ­liever een overzicht. Maar ik ben er trots op, want de voorbije jaren ­waren moeilijk. Ik heb een longembolie ­gehad en was stervende. Vorig jaar lag ik zelfs twee keer in coma. Net op het moment dat ik als eerste vrouw ooit de ­volledige Royal Academy mocht vullen. Ik ben naar de opening in Londen gekomen met de boot, omdat ik niet mocht ­vliegen. En in een rolstoel. Pas toen alles eindelijk klaar was en ik de trappen van het museum op moest, kon ik uit mijn rolstoel kruipen en mijn stok neer­leggen. Het voelde als een verrijzenis uit de dood. Dat moment vergeet ik nooit.

Je bent altijd een mooie vrouw geweest, een mode-icoon ook. Zou je kunst anders gepercipieerd worden mocht je minder aantrekkelijk zijn?

Abramovic: Misschien. Ik ben vaak ­bekritiseerd omdat ik van mode hou en mijn nagels lak – kijk hoe mooi ze zijn. Dan krijg ik te horen: ‘Ze moet wel een slechte artiest zijn. of nep.’ Kom op, zeg. Ik werk als een gek en hou van mooie kleren. Waarom zou een kunstenaar er arm en fucked-up moeten uitzien? Nee, ik wil er goed uitzien. Ik wil krachtig zijn.

Weet je wat interessant is? Mijn status en de perceptie rond mijn ­persoon veranderden totaal na The Artist Is Present. Plots kreeg performance­kunst iets glamoureus. Maar dat is niet wie ik ben. Dat is een projectie van het publiek op mij. In de kunst zit een groot ego het werk in de weg. Maar ach, je weet hoe Amerikanen zijn: ze houden van sterren, ze vinden het leuk om je te verheerlijken, om je daarna weer van je troon te stoten. In Europa heb je ook gekken, maar hier in de VS geloven miljoenen dat de ­wereld geleid wordt door pedofielen die ­pizzeria’s runnen. Momenteel zijn ze in de ban van Taylor Swift, die samen is met die footballspeler, 275 miljoen Instagramvolgers heeft en pas écht een bedreiging is voor Trump. Dankzij haar laten ze mij met rust. (lacht)

Nu je over politiek begint: je werk gaat over gender, klasse, religie, ecologie, maar toch is het nooit activistisch.

Abramovic: Kunst moet de juiste vragen stellen. Mensen prikkelen en zelf doen nadenken. Als je dingen wilt ­horen over Gaza en Trump, moet je niet in een ­museum zijn. Dan moet je de krant ­lezen. Kunst moet ambitieuzer zijn, langer dan de headlines meegaan. Vorig jaar vroeg men mij een petitie tegen de oorlog te ondertekenen. Mijn antwoord was: laat ons in de plaats daarvan zeven minuten stilte houden, schouder aan schouder, voor de ingang van de Royal Academy. Laat ons ons best doen om onze liefde door te geven aan anderen, aan de planeet. Dat lijkt me nuttiger in de strijd tegen de puinhoop waarin we leven. Een petitie tekenen heeft nog nooit wat veranderd.

Da’s een boud statement, zeker in deze gepolariseerde tijden.

Abramovic: Wat gaan ze doen? Mij cancellen? Ik ben 77 en heb niks meer te verliezen. Weet je, op mijn nachtkastje ligt een van mijn favoriete ­boeken. Bad Reviews (eigenlijk een werk van ­kunstenares Alexandra Mir, niet te koop, nvdr.). Het gaat over de ­zogezegd 150 slechtste kunstwerken ­aller ­tijden. 150 kunstenaars stuurden de ­slechtste ­recensie op die ze ooit ­hadden ­gekregen. Cindy Sherman staat er in, Lawrence Weiner, Ed Ruscha. En ook ik en Ulay. Dat lijkt me mooi gezelschap om in te vertoeven. (lacht) Als mensen van mijn werk houden: prima. Als ze het haten: even goed. Zolang als het hen maar niet onverschillig laat.

Heb je zelf ooit het gevoel gehad dat een project was mislukt?

Abramovic: Mislukking maakt deel uit van kunst, van het leven. Niet ­proberen is pas echt mislukken. Er ­waren ­stukken waarbij ik niet ­voldoende voorbereid bleek – en nee, ik ga niet zeggen welke. Daar sta je dan, halver­wege beseffend dat dit niet is wat je in gedachten had, maar je moet ­verder. Tot het einde. Omdat ik nooit mijn ­eigen regels breek. ­Behalve die ene keer ­tijdens The Artist Is ­Present toen Ulay, die ik al jaren niet meer ­gezien had, plots voor me kwam ­zitten. Toen kon ik niet anders dan even zijn ­handen vastpakken.

‘Ik ben vaak bekritiseerd omdat ik van mode hou. Kom op, zeg. Waarom zou 
een kunstenaar 
er fucked-up 
moeten uitzien?’

Je bent een ster geworden in de kunstwereld. Heb je jezelf ooit een merk gevoeld, of opgeslokt door de commercie?

Abramovic: Omdat ik polaroids ­verkoop? Omdat er spelkaarten zijn gemaakt van The Abramovic Method? Het is niet alsof veel verzamelaars zich naar galeries reppen om mijn werk te kopen. Ik ben altijd meer een ­museum- dan een galerieartiest geweest. Het grootste deel van mijn leven heb ik ook les gegeven, op verschillende scholen in Europa. Dat is hoe ik de huur heb ­betaald. Nu ben ik 77 en financieel oké.

Het is tien jaar geleden dat SMAK-oprichter en kunstpaus Jan Hoet overleed, een grote fan van jou, met wie je Documenta 9 in Kassel heb geopend al tango dansend.

Abramovic: (veert op) Jaan Hood! Jan is een van de belangrijkste figuren in de twintigste-eeuwse kunstgeschiedenis. Hoe hij ­jonge mensen naar heden­daagse kunst kon laten ­kijken, dat was uniek. Ik heb mijn vijftigste verjaardag gevierd in zijn ­museum in Gent. Ik wilde het feest openen met een tango, maar hij had een probleem met zijn heup, dus kon hij niet dansen. Maar ik wilde ook een taart. Hij had stiekem een foto van mij naar een Gentse patissier gebracht, die een levensgrote versie van mij in marsepein en chocolade maakte. Klokslag twaalf uur stonden daar plots 250 mensen. En toen ging er een andere deur open: zes topless ­meisjes droegen een brancard binnen met daarop Jan Hoet, naakt op een strik na. Mensen geloofden niet dat een museum­directeur zoiets zou durven. (mijmert) Jan had de energie van een wolf, een beer én een tijger.

Slotvraag: is er iets wat mensen nog niet van je weten en hen zal choqueren?

Abramovic: Ik hou van breien. Wil je dat ik een sjaal voor je brei? Goed, maar je moet wel geduld hebben. Er is een wachtlijst. (lacht)

Marina Abramovic

Tot 14.07, Stedelijk Museum, Amsterdam, stedelijk.nl

Marina Abramovic

Geboren op 
30 november 1946 
in Belgrado.


Studeert aan de kunstacademies van Belgrado en Zagreb.


Pionier van de performancekunst, met haar lichaam 
als medium.


Bekend 
om haar radicale 
en grensverleggende performances, die vaak thema’s als pijn, uithoudingsvermogen en spiritualiteit verkennen.


Gevierd als een van de meest invloedrijke hedendaagse kunstenaars.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content