Steeds meer wordt de internationale kunstscène aangenaam verrast door kunstenaars uit zuidelijke landen.
Het is al lang niet meer de Biënnale van Venetië alleen die het mooie weer uitmaakt voor de promotie van de hedendaagse kunst.
Want wat zien we dit weekend: In Lyon (15/09 – 31/12), Istanbul (17/09 – 13/11), Thessaloniki (18/09 – 18/12), Curitiba/Brazilië (18/09 – 20/11) openen vrijwel gelijktijdig uitgebreide overzichten van recente internationale beeldende kunst.
Maar er is ook een ander verschijnsel. de opkomst van curatoren en kunstenaars uit zuidelijke landen. In Lyon is de curator de Argentijnse Victoria Northoorn. Ze koos als thema “Une terrible beauté est née” met de medewerking van 78 kunstenaars en het Braziliaanse Curitiba opteerde voor “Een visie voorbij de crisis” met 71 deelnemers.
In tegenstelling tot de ter plaatse trappelende Europese kunstscène en de politiek en economisch geladen atmosfeer lijkt het er op dat meer en meer landen uit het zuidelijk halfrond getuigen willen zijn van een niet aflatend artistiek optimisme. Ze leveren nieuwe kunstenaars en ook curatoren die het klappen van de zweep geleerd hebben. Naast de Argentijnse Northoorn figureren in Istanbul de Braziliaan Adriano Pedrosa en de Costa Ricaan Jens Hoffmann. In Curitiba werd dan weer beroep gedaan op de Paraguayaan Ticio Escobar.
Zij hebben allemaal gemeen dat ze op een onbesmette manier het beeld van de actuele kunst willen opfrissen. Daartoe werden kunstenaars uitgenodigd uit Zimbabwe, Nigeria, Ecuador en ook uit Palestina, Griekenland en Turkije, kunstenaars die niet behoren tot de zelfbenoemde sterren aan het firmament van de Westerse kunstwereld.
Ludo Bekkers
