Privémilities van Ivan Khovanski palmen Antwerpen en Gent in

© gf

Verslag van Khovansjtsjina, dé monumentale volksopera van Modest Moesorgski die te zien is bij Opera Vlaanderen. Dit meesterwerk is een historisch onderbouwd epos, over de woelige machtsstrijd die zich afspeelde voor Peter de Grote tsaar werd.

De clash van politieke leiders over de vraag of Rusland haar eigen traditionele koers moet blijven varen of net meer toenadering moet zoeken tot het Westen enerzijds; en religieus fundamentalisme anderzijds. Hoewel het de ingrediënten zijn van het onvolprezen meesterwerk Khovansjtsjina, dat bijna 130 jaar geleden in Sint-Petersburg in première ging, had de opera haast niet actueler kunnen zijn.

De gezamenlijke rebellie van prins Ivan Khovanski en de conservatieve orthodoxen (Oudgelovigen) tegen de hervormingsgezinde en pro-Westerse ‘antichrist’ Peter de Grote. Dat was het thema dat Vladimir Stasov zijn vriend Moesorgski aanreikte voor zijn nieuw operaproject. Maar ondanks het intrigerende plot van de zaak Khovanski heeft de ontstaansgeschiedenis van de gelijknamige opera iets van een neverending story.

De censuur ten tijde van Moesorgski stond niet toe dat een tsaar van de Romanov dynastie ten tonele werd gevoerd. De figuur van Peter de Grote moest dus worden omzeild. Maar dat was niet het enige obstakel waarmee Moesorgski moest afrekenen. De componist zat ook in tijdsnood. Als gevolg van de afschaffing van het lijfeigenschap door tsaar Aleksandr II had de geboren aristocraat zo’n tien jaar eerder, in 1863, uit financiële noodzaak een job als ambtenaar moeten aannemen. Daarnaast werkte hij aan verschillende projecten tegelijk. Dat had tot gevolg dat, ondanks intensief voorbereidend werk in 1873, Moesorgski de komende zeven jaar amper zes scènes voor Khovansjtsjina op papier zou zetten.

Gelukkig schreef hij in 1879 wel het libretto uit dat na zijn dood, twee jaar later, als leiddraad zou dienen voor de verdere afwerking van het stuk. Toen Khovansjtsjina in 1886 in een orkestratie van zijn goede vriend Rimsky-Korsakov, in première ging vertoonde die nog scènes die erg abrupt afliepen en verhaallijnen die niet volledig waren uitgewerkt. In 1913 schreef Stravinski het pakkende slotkoor van de opera, gebaseerd op een Oudgelovigenlied dat werd teruggevonden tussen de nota’s van Moesorgski. De voltooiing en orkestratie van de opera door Sjostakovitsj, die nauwer aanleunt bij de oorspronkelijke partituur, ging pas in 1960 in première. Voor de versie, zoals ze vandaag wordt opgevoerd in de Vlaamse Opera, werden er opnieuw wijzigingen aangebracht aan de hand van manuscripten die na 1960 werden teruggevonden.

De keuzes van David Alden

Ondanks de prachtige muziek en het intrigerende en op historische feiten gebaseerde plot, blijft de opera in het Westen bedroevend zelden te bewonderen en wordt vooral in Russische theaters regelmatig geprogrammeerd. Dat heeft alles te maken met de aard van de opera zelf, die zich niet alleen in verschillende heel uiteenlopende en uitgestrekte plaatsen afspeelt, maar ook een groot orkest, koor en ballet vereist. Zelfs wanneer de opera in een groot theater wordt gespeeld heeft een regisseur heel wat moeilijke knopen door te hakken. De ‘vertaling’ van een episch verhaal naar de realiteit van de beperkingen van -zelfs de moderne- theatertechnieken, vereist een hoge dosis ‘problem-solving’.

Met zijn keuzes voor deze nieuwe productie bewijst David Alden alweer zijn talent om zaken te abstraheren en terug te brengen tot hun ware essentie. Dat uit zich in het concept voor het decor van bewegende afgeronde muren, dat een beklijvende Kafkajaanse sfeer creëert. Door intelligente en niet mis te verstane signalen helpt Alden en zijn team –Paul Steinberg (decor) en Constance Hoffman (kostuums)- de kijker om binnen het ingewikkelde plot te begrijpen wie wie is en waar we ons bevinden. Zo maakt een bizar icoon op de kale muur en de kostuums, geïnspireerd op de traditionele klederdracht van de Amish, het publiek duidelijk hoe de Oudgelovigen zich volledig hebben los gemaakt van de maatschappij waarin ze leven. De Streltsy in paracommando outfit komen recht uit het journaal en verwijzen duidelijk naar het Russisch-Oekraïnse conflict.

De sterke personenregie van Alden doorheen de opera maken deze productie erg boeiend. Goed voorbeeld daarvan is de scene aan het einde van de tweede act waar de drie kopstukken Khovanski, Dossifei en Golitsyn de confrontatie aangaan. Leuke vondst ook om het koor vanuit de zaal samen met de andere toeschouwers, het publiek, Goltsyn te zien verbannen aan het einde van de vierde acte.

Vermeldenswaardig zijn ook de indrukwekkende en onheilspellende schaduwen die worden gecreëerd door de ingenieuze belichting van Adam Silverman. De opbouw van de laatste scene die wordt ingeleid met tremolo’s in het orkest en leidt tot de massazelfmoord door verbranding van de Oudgelovigen is enorm sterk. Alden laat in een tergend langzame crescendo vlammen projecteren op het koor en solisten. Dat beklijvend beeld mist zijn effect niet.

Toch hebben ook de intelligente keuzes van David Alden ook een keerzijde. Zo mist de grote entree van Ivan Khovanski, als gevolg van de kleine doorgang tussen de bewegende panelen, aan grandeur. De grandeur waarmee de grote leiders van Rusland zich omgeven, en die ook terug bij de kroningsscene van Boris Godunov. De grandeur ook waarmee we jaarlijks via de media Vladimir Putin langs een gouden poort plechtig de enorme zalen van het Kremlin door zien stappen om er zijn toespraak te geven.

Ook enkele andere keuzes, zoals het weglaten van het ballet van de Perzische slavinnen zijn opmerkelijk, maar zijn voor mij wel een schot in de roos. Eerlijkheidshalve moeten we ons wel afvragen of sommige van deze keuzes overeind zouden blijven met een andere cast.

Sterke prestaties

Het koor en orkest van Opera Vlaanderen o.l.v. Dmitri Jurowski overtreffen zichzelf. Het orkest doet de dichte, donkere orkestratie die zo eigen is aan Moesorgski’s werk tot zijn recht komen. Een paar erg mooie solo’s bij de houtblazers ook. Niets dan lof ook voor het versterkte koor van Opera Vlaanderen, dat zowel het Streltsykoor, de Moskovieten en de Oudgelovigen voor haar rekening neemt in deze ‘kooropera’. Alleen al het instuderen van deze partituur in het Russisch is een titanenwerk. Het overtuigend acteerwerk, en de krachtige sound die nooit schreeuwerig wordt verklaart waarom dit koor o.l.v. Jan Schweiger op het verlanglijstje staat van menig operaregisseur.

Andere grote troef van David Alden is de Kroatische bas Ante Jerkunovica die zijn debuut maakt als Ivan Khovanski. Hij is het die met zijn uitzonderlijk acteertalent en sterke persoonlijkheid een aantal van de regiekeuzes doet slagen. Heel sterke prestatie in de reeds vernoemde clash van de kopstukken in de tweede act. Indrukwekkend ook is de manier waarop hij in zijn laatste scène de spanning opbouwt en de temperatuur in de zaal- ook zonder de het ballet van de Perzische slavinnen- doet stijgen.

Ook vocaal gesproken een mooie prestatie van Jerkunica, die een erg nobel stemgeluid heeft dat egaal klinkt over de volledige tessituur. Indrukwekkende prestatie ook van Alexey Tikhomirov die als Dosifej weet te ontroeren met zijn krachtige en fluwelen geluid. Veel minder indruk maakt zijn collega Alexey Antonov die, met zijn oneven, nogal mager en soms erg nasaal stemgeluid voor mij de zwakke schakel is in deze productie.

Vsevolog Grivnov is vocaal perfect gecast voor de rol van prins Vasili Golitsyn, maar valt als personage een beetje in het water naast de sterke persoonlijkheden en monumentale fysische verschijningen van Khovanski en Dosifej. Elena Manistina is dan weer de gedroomde Marfa. Haar registerovergang mag dan wel veel duidelijker hoorbaar zijn dan die van haar meer Westers klinkende collega Julia Gertseva, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door haar weelderig, krachtig en typisch Russisch stemgeluid.

Niet alleen haar beroemde aria, waarin ze de noodlottige toekomst van Golitsyn voorspelt, is heel sterk, maar ook in de laatste act is Manistina bijzonder overtuigend. De intrigerende rol van Sjaklovity wordt vertolkt door Oleg Bryjak. In zijn aria gaat zijn prachtig stemgeluid door merg en been, maar Bryjak zet zijn stem bij momenten toch wel enorm onder druk. Dmitry Golovnin, die debuteert in de rol van Andrei Khovanski, en ook de kleinere rollen bevestigen hetzelfde hoge vocale niveau van de solistencast.

Griet Leyers

De productie ‘Khovansjtsjina’ is nog te zien in Opera Vlaanderen in Gent op 26 (première), 28, 29 november en op 2 december om 19:00u en op 30 november om 15:00u

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content