Dennis Tyfus, de kunstenaar die u een taxirit aanbiedt (maar zelf geen rijbewijs heeft)
Hoeveel kunstenaars kent u die ’s morgens naar hun expo wandelen – van Antwerpen tot Turnhout? Aan de bezoekers van zijn tentoonstelling in De Warande biedt Dennis Tyfus nochtans een taxirit aan. Bestemming onbekend. Wij stapten in.
Terwijl taxichauffeur Griet – zonnebril, zachte stem, in het dagelijks leven yogalerares – kordaat een te tekenen overeenkomst uit haar mouw schudt, zegt Dennis Tyfus vanaf de achterbank dat hij is vergeten om een gepersonaliseerde nummerplaat voor deze gehuurde, zwarte Mercedes te regelen. ‘En er zit ook geen X in de nummerplaat’, zegt hij. ‘Anders dan bij elke andere taxi.’
Wat nog verschilt, is de beslissingsbevoegdheid: niet de klant, maar chauffeur Griet bepaalt waarheen de ‘no choice-taxi’ rijdt. ‘Zij die niet van verrassingen, avontuur, algemene luim of improvisatie houden, maken beter geen gebruik van deze taxi’, is niet voor niets een van de voorwaarden in het contract.
Het klinkt haast als de beginselverklaring van de kunstenaar die het concept bedacht. ‘Zou kunnen’, lacht Tyfus wanneer de taxi wegrijdt van de parking van cultuurcentrum De Warande, in hartje Turnhout. ‘Maar eigenlijk had ik vooral zin om het woord ‘luim’ nog eens te gebruiken.’
Naar eigen zeggen is Tyfus verslaafd aan lachen, al kan hij ook bruusk ‘van paljas naar chagrijn muteren’. Op het moment is de stemming opperbest: in De Warande is zojuist zijn nieuwe expo geopend, Don’t Tell Me Not to Tell You What to Do, én hij is vanochtend helemaal van zijn woonplaats Antwerpen tot in Turnhout gestapt. Hij vertrok iets na vieren en was om en bij de vijf uur onderweg. ‘Ik heb geen rijbewijs’, zegt Tyfus. ‘En sinds covid ben ik een echte wandelaar geworden. Ik doe zo veel mogelijk verplaatsingen te voet. Dat brengt me rust. Als tiener was ik geobsedeerd door skateboarden. Dat heeft me in de wereld van de kunst en de muziek gebracht en heeft echt mijn kop geopend. Nu heb ik hetzelfde met wandelen. Elke dag ga ik minstens twee keer naar buiten.’
Maar vijf uur lang en zo vroeg!
Dennis Tyfus: (lacht) In alles wat ik doe, ben ik obsessief. Dat is altijd zo geweest.
Heeft het wandelen je nieuw werk beïnvloed?
Tyfus: Sowieso zijn de situationisten (de naoorlogse artistiek-politieke beweging die streefde naar een toestand van voortdurende maatschappelijke revolutie, nvdr.) van grote invloed op de dingen die ik doe. Zij zetten het wandelen en het rondhangen ook al in hun werk in. Ik heb jarenlang op pleintjes rondgehangen, waar een andere moraal gold als thuis. Mijn moeder zegt altijd: ‘Nadat je dat skateboard had gekregen, hebben we je niet meer gezien.’ Ik was als tiener heel eager om alles wat experimenteel, artistiek en revolutionair was te ontdekken. Dan kom je automatisch uit bij Fluxus, futurisme, punk en de situationisten. Zij stapten in een taxi, zeiden tegen de chauffeur ‘zet ons eender waar af’ en gingen op de bestemming alle straten en cafés verkennen, om er achteraf ‘psychogeografische plannen’ van te maken. Ik vind dat prettig, dat alles kunst kan zijn en er geen verschil is tussen leven en werk. Het maakt me ook geen donder uit of iets kunst wordt genoemd of wat anders. Een wandeling is uiteraard niet noodzakelijk een kunstwerk maar kan er wat mij betreft wel een grote invloed op uitoefenen.
Waarop taxichauffeur Griet de no choice-taxi soepel voorbij het station van Turnhout stuurt.
43 is Tyfus en sinds enkele jaren wordt hij net als Rinus Van de Velde, Kati Heck en Inès van den Kieboom vertegenwoordigd door Tim Van Laere Gallery. In Turnhout toont hij niet alleen tekeningen, installaties en video’s – de expo is een kijkgat op de ‘Tyfuswereld’, die volgens Triggerfinger-frontman Ruben Block ‘het waanzinnige, het absurde, het angstaanjagende en het dromerige allemaal combineert’ – , hij houdt er ook concerten, performances en tattoosessies – voor het gelijkaardige taxiconcept waren er ook al de no choice-tattoos.
Wie de expo bezoekt, merkt al snel de centrale thema’s in Tyfus’ werk op. Het idee van ‘straffen’ komt vaak terug, de spanning tussen gezag en protest, tussen individu en maatschappij ook. Maar enige zin voor humor is hem niet vreemd.
Onmiddellijk in de eerste installatie al: twee uitgetelde skinheads tegen een muurtje, met sandalen aan hun voeten en hun Dr. Martens in de vuilnisbak. In de bijbehorende videofilm vertelt een detective met een lange regenjas, gespeeld door collega-kunstenaar Luc Tuymans, waarom skinheads altijd zo boos zijn: ‘Omdat hun voeten knellen in hun schoenen.’
Tyfus: Ik heb mijn eigen Dr. Martens ook vijf maanden moeten inlopen voor ik er wat comfortabel in kon stappen. (lacht) Maar wie weet, dragen Trump, Poetin, Bart De Wever of iedereen van het Vlaams Belang écht de verkeerde schoenen en verkopen ze daardoor zulke onzin? Misschien zou de wereld er een pak beter uitzien als iedereen sandalen zou dragen?
Geestig zijn ook de 44 gouden naamplaten, zoals de beoefenaars van ‘vrije beroepen’ die graag aan hun gevel hangen. ‘Hollen – Borgerhoutse wandelclub’, valt er te lezen. Of: ‘Punk is verzet naar maandag 8 dagen’. En: ‘De Epibrator – Besloten Gezelligheidsvereniging’.
Tyfus: Mijn vrouw en ik hebben recent een nieuw huis gekocht en daar zullen deze platen straks maandelijks wisselend aan de gevel komen. Het zijn allemaal namen voor mogelijke activiteiten die er kunnen doorgaan, want behalve woning en atelier moet het huis ook weer een werk op zich worden.
Als er al een rode draad door de expo loopt, zal het ‘keuzevrijheid’ zijn. Er is de no choice-cocktailbar, waar de barman voor jou je drankje kiest: witte, rode of roséwijn, ‘bruismelk’ of – voor ‘de grootste ambetanteriken’ – Fristi. De installatie You Are In – And Out of the Band, waar je als bezoeker in stapt, een muziekinstrument toegewezen krijgt en samen met vijf andere bezoekers 3,5 minuut muziek mag maken. Er is zelfs no choice-vastgoed, no choice-aannemingsovereenkomst inbegrepen: ‘Een klant laat ons zijn bouwperceel zien en vervolgens bouwen wij een geïmproviseerde sculptuur.’
En er is dus de no choice-taxi, die voorlopig alleen op zaterdagen uitrijdt en tijdens de week als openluchtsculptuur voor de ingang van De Warande staat opgesteld. Hoelang de rit duurt, hangt af van het bedrag dat je betaalt. Over de route valt niet te onderhandelen.
‘Ik heb een allergie aan eender welke vorm van autoriteit en aan graspollen en tegelijk leg ik mezelf de hele tijd beperkingen op, om ze dan opnieuw te kunnen breken’, zegt Tyfus daarover – via een volgepakte steenweg rijden we ondertussen Turnhout uit. ‘Het no choice-idee is vooral een parodie op het leven zelf. Ons leven zit vol met situaties waarin we zelf geen keuze hebben, van het voorgeprogrammeerde keuzemenu als we naar de bank bellen over het recht op abortus tot hoe politici met migranten of mensen met een beperking omgaan. Anderzijds kun je ook zeggen dat er in sommige situaties te veel keuze is. In de supermarkt bijvoorbeeld.’
De autosnelweg op. In de taxi gaat de snelheid opeens fors omhoog.
Als jongen van vijf kreeg Tyfus van een kleuterjuf te horen dat zijn tekeningen ‘problematisch slecht’ waren. Zijn ouders – vader was letterzetter bij de Gazet van Antwerpen, moeder werkte bij de belastingen – spoorden hun zoon aan en als bij toverslag begon die obsessief te tekenen. Medeleerlingen, leerkrachten, de politici die hij op tv zag, later ook skaters.
Tyfus: Al die tekeningen op hun skateboards en op hun kleren waren in de jaren tachtig heel punk, brutaal, agressief. Die hadden een direct effect op wat ik deed, en nog altijd. Op MTV heb ik toen een korte skatefilm over de Amerikaan Neil Blender gezien, waarin ik al die gasten hun eigen borden en ramps zag beschilderen en in hun living punkmuziek zag spelen. Wat ik vandaag doe, kan nog steeds worden teruggebracht tot wat ik in die video heb gezien: het beeldende met het baldadige en het muzikale combineren.
Belangrijker dan de eventuele onderliggende boodschap of de hang naar reeksen en concepten is Tyfus’ streven naar schoonheid. Alles begint daar, en wel aan de tekentafel. ‘Ik teken elke dag en soms werk ik een maand aan één tekening’, zegt hij. ‘Altijd van linksboven naar het midden, en altijd vrij traag. Zo heb ik veel tijd om na te denken over wat en hoe ik wil tekenen. Maar ook installaties of video’s teken ik eerst helemaal uit. Tekenen is voor mij de basis van alles.’
De vier manshoge tekeningen in felle kleuren die hij in Turnhout toont, verraden als vanzelf Tyfus’ inspiratiebronnen: David Hockney en Pieter Bruegel de Oude zijn nooit ver weg. Bij een zwembad tuurt een man op crocs en met een opblaasbare eend rond zijn middel melancholisch in het water, in een sneeuwlandschap duwt een man een looprekje voort. Solitaire mannen zijn het telkens. Ze lijken verdacht goed op hun schepper.
‘Een zelfportret is vaak zo pompeus en aanstellerig’, zegt Tyfus. ‘Deze reeks stelt me in staat mezelf door de buis te trekken en in situaties te plaatsen waarin ik graag wil vertoeven, of net het tegenovergestelde daarvan.’
In een reeks kleinere, gedetailleerde zelfportretten van ‘Danny’ Tyfus – geïnspireerd op Tom Lanoye, die in een Klara-interview met Bent Van Looy consequent de loftrompet over ‘de grote Antwerpse kunstenaar Danny Tyfus’ stak – komen dan weer verwijzingen naar de oorlog, Jeff Hoeyberghs en Cocagne voor, het land van overvloed, vol ham en worsten. Kritiek op de decadentie en overconsumptie in het Westen? Een aansporing tot een meer plantaardig dieet? Louter tekenpret?
Rijdend op de E42, in de richting van Antwerpen, doet Tyfus er het zwijgen toe. Het liefst laat hij zijn eigen werk onbesproken. De Nederlandse schrijver-kunstenaar (en stem van Ernie) Wim T. Schippers, een van zijn grootste invloeden, zei het al: ‘Een boom heeft toch ook geen duiding nodig?’
Tyfus: Ik vind die hammen vooral dankbaar materiaal om te tekenen en het hele idee van een luilekkerland vind ik een klassiek psychedelisch beeld, nog lang voor er sprake was van lsd. Daar ben ik altijd naar op zoek, naar wat er verschijnt in de periode tussen het wakker zijn en het in slaap vallen.
De ring over, Antwerpen binnen. Langs de Leien tot in de oude binnenstad. In een straat met kasseien houdt de no choice-taxi eindelijk halt. Aan de gevel hangt een gedenkplaat: ‘Hier rust Dennis Tyfus’.
‘Bestemming bereikt’, zegt taxichauffeur Griet. ‘Jullie mogen hier uitstappen alstublieft.’
Don’t Tell Me Not to Tell You What to Do
Tot 13.08 in De Warande, Turnhout. Alle info: warande.be
Dennis Tyfus
43 jaar, woont in Antwerpen.
Heeft al jaren een programma op de Antwerpse zender Radio Centraal.
Leidt het platenlabel Ultra Eczema.
Ontwerpt tekeningen, installaties, video’s, posters, no choice-tattoos, sculpturen, platenhoezen en veel meer.
Programmeert tijdens de zomer concerten in De Nor, zijn kunstwerk in het Middelheimpark.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier