Congokunst in Knokke is wel degelijk vals

Marc Felix, internationaal expert van etnische kunst, noemt de tentoonstelling een “droevige zaak”.

Het Cultuurcentrum Scharpoord in Knokke pakt uit met een grote collectie kunst uit Congo, die vol vervalsingen zit, maar op een museale wijze wordt geëxposeerd. Dat zorgt voor flink wat oogverblinding.

Neem de proef op de som en bezoek de twee tentoonstellingen over Congolese kunst in ons land, Meesters van Magie in museum M te Leuven en de Congo Collectie in het Scharpoord te Knokke. In Leuven krijg je een voor honderd procent authentieke collectie te zien met stukken uit de verzamelingen van de universiteit en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika uit Tervuren.

In Knokke gaat het om de verzameling van Joseph Schelfhout. Iemand die weinig of niets afweet over etnische kunst krijgt in Knokke een rijke tentoonstelling te zien, waarin bijna alle volkeren van Congo worden vertegenwoordigd, van de Luba tot en met de Kuba. Je kunt er beelden en maskers bewonderen die in alle naslagwerken staan over Afrikaanse kunst, gaande van een koninklijk beeld van de Kuba tot en met de uiterst zeldzame zitjes in Bulistijl (Luba).

Kortom, dit lijkt het neusje van de zalm. Bovendien wordt alles op museale wijze geëxposeerd, wat de tentoonstelling nog grotesker maakt, want wat er getoond wordt is vals.

Pedigree

Echte etnische kunst werd ooit gebruikt voor de ritus. Maar op deze tentoonstelling worden er een soort replica’s getoond, nabootsingen van bekende maskers en beelden uit museale collecties. Het is een gangbare praktijk bij falsarissen om in Afrikaanse ateliers nabootsingen te laten vervaardigen naar foto’s (uit boeken) van bestaande stukken. Dit verklaart meteen waarom je in de collectie Schelfhout zoveel klassieke stukken vindt uit beroemde verzamelingen. Zo is een van de zogenaamde topstukken, een helmmasker van de Luba, een kopie naar het voorbeeld uit het museum van Tervuren. Het stuk werd zelfs van een beschadiging en artisanale herstelling voorzien om er authentiek uit te zien.

Feit is ook dat een collectie van deze omvang en kwaliteit eigenlijk niet meer anoniem en geruisloos samen te stellen viel na de jaren ’60 en ’70. Het verhaal van Schelfhout luidt dat de collectie na ’59 werd samengebracht. De goede stukken die sindsdien in de handel via antiquairs en veilinghuizen worden aangeboden, hebben immers niet zelden een herkomst en werden ergens al eens gepubliceerd. Het is dus quasi onwaarschijnlijk dat je nu, zoals in de perstekst beweerd wordt, met een collectie uitpakt die tot nu onbekend bleef. Laten we dit vergelijken met de beeldende kunst. Je kunt geen verzameling van werken van Picasso samenbrengen zonder pedigree en zonder dat de handel en wandel daar iets van weet.

“Oud” en “mooi”

Vorige week al wezen we in een bijdrage voor de site van Knack op de vervalsingen in deze collectie. Daarop werd er gereageerd, ondermeer door de verzamelaar zelf die in de veronderstelling leeft dat zijn collectie “oud” en “mooi” is. Maar het gaat niet alleen om de schoonheid. Wie heeft er belangstelling voor een collectie valse schilderijen van Ensor of Permeke, ook al zijn die mooi gefatsoeneerd?

Namaaksels zijn een aanfluiting voor de kunstenaar, de musea, de verzamelaars en al wie van kunst houdt. Etnische kunst wordt wel minder goed verdedigd dan beeldende kunst. Komen er valse werken van Dali of Magritte op de markt, dan staat er meteen een galerie, expert of iemand die het gezag heeft over de auteursrechten op, om een klacht neer te leggen.

“Droevige zaak”

Voor deze tentoonstelling namen we ook contact op met Marc Felix die internationaal als expert van etnische kunst wordt erkend. Hij kent de collectie van de heer Schelfhout en vindt de tentoonstelling “een droevige zaak”. “Het is jammer dat deze man daar al zijn geld en energie heeft ingestoken”, aldus Felix. Hij vindt het ook jammer dat de tentoonstelling veel publiciteit krijgt, wat de serieuze handelaren allerminst op prijs stellen. Marc Felix vindt dat de schuld niet bij de verzamelaar zelf ligt, maar bij de organisator die toch contact had kunnen opnemen met het Museum voor Midden-Afrika in Tervuren of met de Koninklijke Kamer van de antiquairs van België die de authenticiteit meteen hadden kunnen vaststellen.

Goedgelovige kopers

Marc Felix, die zelf al heel wat over het onderscheid tussen echte en valse etnische kunst heeft gepubliceerd, wijst er op dat de internationale handel in etnische kunst overal geconfronteerd wordt met dergelijke vervalsingen. “Hou er rekening mee dat de omzet van de handel in vervalsingen veel groter is dan die van de handel in authentieke stukken,” aldus Felix. Het probleem met dergelijke collecties is, als ze op een museale wijze worden getoond en van een catalogus worden voorzien, soms zelfs met een introductie van een niets vermoedende conservator, dat ze precies door die voorstelling een serieuze indruk maken op goedgelovige kopers.

In Duitsland loopt er trouwens heel wat mis in deze handel. Via dergelijke tentoonstellingen en chique veilingen worden er veel vervalsingen op de markt gegooid. Meer informatie daarover staat bijvoorbeeld op deze website.

Het hoeft geen betoog dat de tentoonstelling van de Congo Colletie in Scharpoord (tot 16 januari) nog heel wat stof zal doen opwaaien in de komende dagen.

Piet Swimberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content