Guido Lauwaert
Borremans plaatst werk aan Gentse Stadshal: ‘onopvallend, maar prachtig’
Guido Lauwaert geeft duiding bij ‘De Maagd’, het fresco dat Michaël Borremans aan de Stadshal van de Arteveldestad schonk, ‘zijn’ stad. ‘Het is een prachtig, maar onopvallend werk. Slechts een scherpe kijker die het ziet.’
De Stadshal van Gent aan het Emile Braunplein is stilaan een vertrouwd beeld geworden. De bevolking heeft het bouwwerk aan de borst gedrukt, zo flink dat het een koosnaam heeft gekregen: de Schaapstal. Het enige storende element is de terzijde staande klokkenstoel met de Grote Triomfante, in de volksmond Klokke Roeland. Met de kale betonconstructie moest wat gebeuren. Hij beneemt het zicht op de prachtige sacristie van de Sint-Niklaaskerk. De eerste man die de vloek verzoette is de schilder Michaël Borremans.
De maagd
Samen met de architecten is Borremans naar het stadsbestuur gestapt en vrij snel werden ze het eens. De schilder koos naar verhouding tot de oppervlakte een miniatuur dat de naam kreeg De maagd. Het stelt een zwartharig meisje voor tegen een donkere achtergrond. Ze is in het zwart gekleed, op een wit kraagje na. Het brengt de zeventiende eeuw in herinnering en de bloeiperiode van Gent. Ze blikt naar de stadshal. Het wordt benadrukt door twee heldere lichtstralen, van het soort dat ook op de polyptiek van de gebroeders Van Eyck, Lam Gods, te vinden is. Merkwaardig is bovendien dat het meisje niet blank of zwart is, maar een lichtbruine tint heeft. Staat het voor de mens als wezen uit vele culturen geboren? Niet onmogelijk. Gent, net als alle andere Vlaamse en Brabantse steden, bestaat uit een mengelmoes van stammen en culturen. Dat is niet recent maar al eeuwen het geval.
Trots en koppig
De pose van de maagd verwijst vermoedelijk enerzijds naar de fierheid, het trotse en de koppigheid van de Gentenaars , en anderzijds naar de gulheid van de stad, Iedereen is er welkom, voor wie geen geld heeft is er altijd wel een stuiver te vinden en soep in de kom. Of deze achtergrond meespeelde, is een vermoeden. De schilder wil hierover geen commentaar geven. Hij wil het werk voor zich laten spreken. Elkeen mag er zijn eigen verhaal in vinden. Een typisch trekje van de bewoners van de Arteveldestad, die eerder afgaan op het eigen gevoel dan op dat van de buur.
Een prachtig werk maar niet opvallend. Door zijn bescheiden omvang verdwijnt het in het straatbeeld. Slechts een scherpe kijker die het ziet en er vervolgens meer wil over weten. Michaël Borremans heeft zelfs zichzelf weggecijferd. Zijn signatuur en datering is te vinden op de achterwand, een wand niet eens makkelijk bereikbaar. Hopelijk dat de dienst Toerisme een folder uitgeeft in vier talen om het schilderij te plaatsen in tijd en ruimte, zowel letterlijk als figuurlijk.
Het schilderij is een gift van Michaël Borremans aan ‘zijn’ stad. Hij heeft wel bedongen dat hij het recht heeft om als het hem past op de vier sokkels van de stadshal een kunstwerk aan te brengen. Als het hem past en Gent het karakter en de persoonlijkheid behoudt die het verworven heeft. Een gemeenschap waarin grenzen slechts op papier bestaan en de vrijheid van denken en doen niet afkomstig is van de Wetstraat maar van de Straatwet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier