Beleid federale musea opnieuw onder vuur

© Belga

Een uitgelekte dienstnota over de omgang met de media doet de commotie rond Michel Draguet en zijn beleid opnieuw oplaaien.

Volgens de krant De Morgen legt Michel Draguet, directeur van de federale musea in Brussel, zijn medewerkers een strikte zwijgplicht op. De krant haalt haar informatie uit een dienstnota van Draguet, die ze kon inkijken.

Draguet lanceert zijn dienstnota naar aanleiding van enkele recente gesprekken van personeelsleden van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSKB) en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG) met de media over hun functie. In zijn dienstnota vermeldt hij dan ook dat “enkel de ambtenaren die hiervoor voorafgaandelijk de toestemming kregen, een standpunt mogen innemen of officiële verklaringen mogen afleggen.”

Wie met de media wil praten, moet daarvoor eerst toestemming vragen aan Draguet. Volgens woordvoerster Karin Roeding komt de maatregel er om te vermijden dat de diverse conservatoren foute en verwarrende informatie de wereld insturen, zoals onlangs dus gebeurde.

Dat het beleid van Michel Draguet soms omstreden is en de medewerkers niet zomaar vrijuit kunnen spreken, schreef Eric Bracke eind november 2010 al in zijn stuk ‘Schimmel in de schatkamer’ in Knack. Hoewel de dienstnota inderdaad nogal sterk geformuleerd is, grijpt Draguet inhoudelijk terug naar de omzendbrief over het deontologisch kader voor de ambtenaren uit 2007. Bovendien voeren heel wat bedrijven een soortgelijk beleid.

Duidelijke identiteit

Dat Draguet sinds 2010 twee culturele topjobs combineert, is volgens De Morgen voor velen een doorn in het oog. Draguet combineert zijn directeurschap van de KMSKB met een ad interim directeurschap van de KMKG, waardoor hij zo goed als alle federale musea in Brussel onder zijn hoede heeft. Wat De Morgen niet vermeldt, is dat Draguet die functies al zo lang combineert door het uitblijven van een federale regering. Daardoor kan er gewoon geen nieuwe directeur benoemd worden.

Ook de aantijging over de uitbouw van de musea tot “thematische toeristische trekpleisters” moet met een korreltje zout genomen worden. Volgens De Morgen geldt het Magrittemuseum als schoolvoorbeeld. Maar is die nieuwe aanpak, die een duidelijk afgebakend museaal verhaal mét inhoudelijke kwaliteiten combineert, niet net een stap in de goede richting? Door de nieuwe identiteit is het veel gemakkelijker om de boodschap van het museum naar een breed publiek te communiceren. Met intussen meer dan 1 miljoen bezoekers op twee jaar tijd als resultaat.

Privésteun

Door ook andere afdelingen, zoals de fin de siècle en de kunst van de Vlaamse primitieven, thematisch – en dus over de media én de museumgrenzen heen – te (her)groeperen kan Draguet het aantal bezoekers ook voor de rest van de musea sterk uitbreiden, wat de dynamiek in de instellingen ten goede zal komen. Al stond dat synergieplan ook in de managementvisie van Philippe Mettens, voorzitter van het directiecomité van de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid. Mettens stoomde zelfs een Koninklijk Besluit ter hervorming van het beheer klaar. Al is ook dit besluit geblokkeerd door het uitblijven van een federale regering.

Voor die plannen moet wel aan enkele voorwaarden voldaan worden: er mag niet ingeleverd worden op inhoudelijke kwaliteit en er moet inderdaad een oplossing komen voor de moderne kunst, want in de huidige plannen is daar geen locatie voor. Al deden de laatste maanden verschillende scenario’s, van een onderkomen in het Beursgebouw over het voormalige Dexia Art Center tot een splinternieuw gebouw, de ronde.

Ook de samenwerking met de privésector (GDF Suez investeerde zo’n 4,5 miljoen euro in het Magrittemuseum nvdr.) is volgens De Morgen omstreden. Terwijl in heel Europa de overheidsbudgetten voor cultuur drastisch omlaag gaan en het dus zonder privésteun voor de instellingen steeds moeilijker zal worden om op te boksen tegen de Amerikaanse instellingen en de verzamelaars uit het Midden-Oosten. Ook het voorstel van Yamila Idrissi, om de werken uit privécollecties te integreren in een museum, kan enkel bijdragen tot de culturele aantrekkingskracht van onze hoofdstad.

Elien Haentjens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content