Zes leestips voor uw vakantie in Italië
Bakermat van beschaving en bunga bunga, land dat ons de Fyra en Leonardo da Vinci schonk – altijd dubbel als vakantieland, Italië. Wij voorzien u van zes literaire klassiekers die misschien wat houvast bieden.
Tacitus – Historiën Alle wegen leiden naar Rome maar eenmaal daar vraag je je af waarom. Net als Brugge is de Italiaanse hoofdstad vervallen tot een transitzone voor Japanse kiekjesschieters, een levend museum waar niets te beleven valt, tenzij je kickt op peperdure koffies, frauderende taxichauffeurs en visschotels waar de rotte walm van af slaat. Maar is het ooit anders geweest? Volgens de Romeinse geschiedschrijver Tacitus niet. Zijn giftige Historiën brengen het onverbloemd verhaal van de neergang van het eens zo machtige Romeinse rijk. Na een rijk gevulde carrière als senator en consul ziet hij tijdens zijn pensioen eindelijk de kans schoon om alle keizers en dier vazallen met naam en toenaam door het slijk te halen. Daarbij is Tacitus nietsontziend: in een verrassend moderne en puntige stijl – soms waan je je in een James Ellroy-thriller – hakt hij het ideaalbeeld van het grootse Rome tot splinters. Corruptie is een deugd, alle keizers zijn slapjanussen, het volk wisselt elke minuut van mening, consuls baden in weelde, seksschandalen zijn dagelijkse kost – het verleden dat weer eens als het heden leest.
Cesare Pavese – Leven als ambacht
Gelukkig ligt er rond Rome iets laarsachtigs dat Italië heet en daar is het best aangenaam toeven. Cesare Pavese (1908-1950) werd als antifascist uit het Rome van Mussolini verbannen en herontdekte zijn heimat Piemonte, een streek die in zijn oeuvre een personage op zich is. Naast romanauteur, vertaler van Faulkner, vriend van James Joyce en geroemd dichter was Pavese ook een begenadigd dagboekschrijver. IJverig brengt de auteur verslag uit van zijn dagdagelijks bestaan en daarbij schuwt hij de venijnige zelfspot niet. Vaak schrijnend, vaak banaal, als het leven zelf, maar altijd stilistisch superieur. Niets beter dan de omstreken van Turijn te verkennen met deze oude vriend. Zelf in een steegje barbituraten op de kop tikken en daarmee net als Pavese in een hotelkamer zelfmoord plegen, is geen must, tenzij sterven in het mooie Noord-Italië onderaan op uw bucketlist stond. De heruitgave bij De Bezige Bij is trouwens voorzien van een filosofische inleiding door de ook al veel te vroeg gestorven heldin Patricia De Martelaere.
Umberto Eco – De slinger van Foucault
Streekgenoot Umberto Eco vergaarde wereldroem met de onwaarschijnlijke en belachelijk slecht verfilmde bestseller De naam van de roos (1980) maar vooral zijn Slinger van Foucault (1988) beklijft. Drie redacteuren ontdekken in de bagger manuscripten het zoveelste boek over occulte samenzweringen. Bij wijze van grap besluiten ze zelf een allesomvattend plan uit werken waarin de hele geschiedenis word samengebald en verzinnen ze het ideale geheime genootschap dat uit is op wereldheerschappij. Alleen achterhaalt de fictie de werkelijkheid en wanneer blijkt dat hun gissingen de waarheid akelig dicht benaderen, komen ze in een gevaarlijk intellectueel avontuur terecht. Zoals steeds lardeert Eco zijn vuistdikke doch razend spannende boek met allerlei literaire en geschiedkundige referenties. En het feit dat de Indiana Jones-achtige finale zich grotendeels in Parijs afspeelt is mooi meegenomen voor wie toch nog in Rome vastzit omdat de bussen staken, de taxi’s staken, of gewoon omdat het dinsdag is en dan niets werkt. Enige escapisme zal u niet vreemd zijn.
Italo Calvino – Als op een winternacht een reiziger
Wie helemaal wil ontsnappen aan Italië, en bij uitbreiding de werkelijkheid, kan terecht bij Italo Calvino (1923-1985). De tijdgenoot van Pavese schreef aanvankelijk neorealistische boeken over de linkse verzetsstrijd maar na een verblijf in Parijs, waar hij kennismaakt met experimentele auteurs als Georges Perec en Raymond Queneau, raakt hij in de ban van het metaverhaal en begint hij de roman als een laboratorium te beschouwen. Zijn bekendste werk, Als op een winternacht een reiziger (1979), verbaast nog steeds nieuwe generaties lezers. Vooral de labyrintische constructie is een waar huzarenstukje: wie Winternacht binnentreedt mag zich aan talloze valkuilen verwachten en moet bereid zijn door een literair spiegelpaleis te dwalen. Verhalen in verhalen in verhalen, die elkaar opheffen, elkaar tegenspreken, ontkennen en aanvullen, onbestaande boeken, perspectiefwissels waar je van gaat duizelen – Calvino neemt je mee naar een wonderland waarin je even kunt vergeten hoeveel een slechte koffie op de Piazza Navone weer kost.
Curzio Malaparte – Kaputt
Als Italiaanse auteurs niet zelf vrijwillig uitwijken naar het buitenland, steekt hun overheid wel een handje toe door hen ofwel uit het publieke leven te verbannen of, beter nog, hun boeken simpelweg te verbieden. Curzio Malaparte (1898-1957) mocht van beide proeven. Zijn Techniek van de staatsgreep (1931) viel niet in goede aarde bij Hitler, en dus ook niet bij Mussolini, die zijn voormalige bewonderaar de cel in zwierde, en Malaparte’s sensuele roman De huid (1949), over de bevrijding van Napels, werd verboden door het Vaticaan. Tussendoor leverde Malaparte – naast auteur ook diplomaat, cineast, maar bovenal eeuwige dwarsligger – Kaputt (1944) af, een hallucinant verslag van de Tweede Wereldoorlog dat tussen literaire fictie en journalistieke documentaire in zweeft. Zelden las een wereldbrand zo plezant. Wie geen zin heeft om zeshonderd bladzijden lang op een terras belaagd te worden door onbeschofte obers, kan zijn toevlucht zoeken tot Malaparte’s briljante verhalenbundel Bloed (1937), het goedje dat ze in Italië graag van onder uw nagels pesten.
Dante – Inferno
‘Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt.’ De beroemde vers uit Dante’s Inferno zou boven de toegangsdeur van elke Italiaanse luchthaven gebeiteld moeten staan, want wee gij die denkt dat er ook effectief gevlogen zal worden. Net als in Dante’s Hel – een onderdeel van zijn Goddelijke komedie – zal eeuwig tandengeknars uw deel zijn. Dante (1265-1321), die tijdens zijn leven – hoeft het nog gezegd? – verbannen werd, daalt in zijn dichtepos samen met Vergilius de negen cirkels van de hel af waar voor elke zondaar wel een specifiek strafbankje is voorzien. Dante ontmoet er historische figuren, maar ook tijdgenoten en wie eenmaal gewend is aan het rijmschema, heeft aangenaam leesvoer onder handen. Inferno is onlangs opnieuw uitgegeven omdat ene Dan Brown er zijn recentste thriller op baseerde, maar de originele hel is altijd de beste. Eenmaal thuis kunt u zich nog altijd plezieren met het Purgatorium en het Paradijs, maar ontsnappen aan het Italiaanse luchtruim zal al hemels genoeg zijn.
Roderik Six
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier