Simone Weil pleit in ‘Politiek Zonder Partijen’ voor het afschaffen van partijen, maar een alternatief geeft ze niet
Simone Weil & Alicja Gescinska, Davidsfonds
Politiek Zonder Partijen
96 blz, 14,00 euro
Politieke partijen zijn van nature autoritair en kunnen maar beter afgeschaft worden, zei Simone Weil. Alicja Gescinska schiet hen ter hulp.
Particratie mag dan wel rijmen op democratie, was een van de conclusies uit Ivan De Vadders Wanhoop in de Wetstraat, in de politieke realiteit botsen ze ook vaak met elkaar. Een systeem waarin de partijbureaus de violen stemmen en de muzikanten in het halfrond netjes hun partituur volgen, is immers weinig democratisch te noemen. Moeten de verkozenen van het volk niet naar dat volk en hun eigen geweten luisteren? Ook de Franse filosofe Simone Weil (1909-1943) had haar bedenkingen bij politieke partijen, toonde ze in het essay Aantekeningen over de algemene afschaffing van politieke partijen, dat door Alicja Gescinsjka vertaald en van commentaar voorzien werd.
Simone Weil mag dan wel pleiten voor het afschaffen van partijen, een alternatief geeft ze niet.
Weil, die met Simone de Beauvoir tot de eerste vijf vrouwen behoorde die aan de Ecole Normale Supérieure konden studeren en die als een van de interessantste en oorspronkelijkste denkers van de twintigste eeuw wordt beschouwd, zag partijen slechts drie doelen nastreven: collectieve passies opwekken, collectieve druk uitoefenen op het denken van individuen en hun eigen groei promoten. Ze vond het totalitaire vehikels, geen democratische. Het realiseren van rechtvaardigheid of het zoeken naar waarheid staat niet op hun agenda, aldus Weil en dus konden ze maar beter verboden worden.
Weil schreef haar essay in de beginmaanden van WO II. Ze kende de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland uit ervaring en zag hoe de massa daar opgezweept werd door partijen die echt niet het beste met autonoom denkende mensen voorhadden. Dat heeft zeker meegespeeld in haar afwijzen van partijen. Net zoals haar eigen psychologie, waarin een afkeer van alle mogelijke groepuscules centraal stond. Zo vond deze Joodse die een agnostische opvoeding kreeg het katholicisme het ware geloof, maar weigerde ze zich te laten dopen omdat de kerk georganiseerd was.
De Aantekeningen hebben veel weg van een filosofisch pamflet, geschreven in korte, door witregels gescheiden paragrafen die vooral uitblinken in logisch redeneren. Daardoor worden ze uiteindelijk wat wereldvreemd, aldus Gescinska in haar nabeschouwing. Weil mag dan wel pleiten voor het afschaffen van partijen, een alternatief ervoor geeft ze niet. Tenzij je haar pleidooi voor een bijna mystieke waarheid die ieder individu zou kunnen ontdekken serieus neemt. Maar dat is moeilijk, aangezien iedere grote waarheid totalitair is. Dat Weil ons doet nadenken over onze particratie is positief en vandaag ook hoogst relevant, maar die zomaar afschaffen gaat misschien wat ver, want wat krijg je wanneer de muzikanten zomaar in het wilde weg door elkaar beginnen te spelen? Een kakofonie natuurlijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier