Ook Lenny Peeters’ tweede roman ‘Schilfers’ is verpletterend

4,5 / 5
Lenny Peeters, auteur van ‘Schilfers’ © Johan Jacobs

Lenny Peeters, Prometheus

Schilfers

222 blz, 21,00 euro

4,5 / 5

Acht jaar na haar bekroonde debuut Dochter gunt Lenny Peeters ons in Schilfers nog maar eens een blik in haar duistere mens- en wereldvisie. Verdient, net als deze recensie, een triggerwarning.

Wanneer de veertienjarige Chloé bij het liften opgepikt wordt door een man alleen, merkt ze snel dat er iets niet pluis is. De man stelt rare vragen, zegt dat zijn dochtertje Ellie in het reiswiegje op de achterbank ligt, maar verhindert dat ze ernaar kijkt, en waarom heeft hij zoveel open wondjes en schilfers op zijn handen? Maar er gebeurt niets. Felix, zoals de man heet, dropt haar netjes waar ze wil zijn.

Dat er iets niet pluis is met hem had Chloé weliswaar goed geraden. In zijn kindertijd, zo leren we even verderop in Lenny Peeters’ tweede roman Schilfers, werd hij tijdens een zomervakantie verkracht door een vriend van zijn ouders, een vriend die trouwens ook ‘leuke spelletjes’ deed met zijn zus Louise. Felix zou nadien nooit meer dezelfde zijn. Hij begon stemmen te horen, een zeurstem, een peststem en een vieze stem die hem allerlei vunzigheden toefluisterde en in de mond legde. En hij stopte niet met zijn handen te wassen, om de herinnering aan het misbruik van zijn lijf en uit zijn geheugen te spoelen. Felix woonde lang bij zijn zus en zijn moeder, tot hij Kyra leerde kennen, een jonge vrouw met een dochtertje van vijf, Ellie. Ze vormden een hecht gezinnetje dat echter volkomen uit elkaar spatte toen Ellie in de kleuterklas een tekening maakte van zichzelf samen met Felix in bad. Hij kon maar beter in het oude vervallen huis op het platteland gaan wonen, gaf zijn zus Louise hem toen de raad, waar de politie hem niet zou vinden. En het is daar dat we hem uiteindelijk aantreffen, fantaserend over de terugkeer van Ellie en steeds weer dezelfde fouten makend wanneer er jonge meisjes in zijn buurt komen.

Centrale zinnen: ‘Mijn billen plakken en mijn handen ruiken. Ik wil naar het hotel, naar mama en papa.’

Acht jaar geleden debuteerde Lenny Peeters met Dochter, een roman over een licht gestoord meisje dat zo graag wilde dat haar cavia’s kleintjes zouden krijgen dat ze hen iedere dag op elkaar legde en ter bevordering van de bevruchting met oorstokjes allerhande kruiden in hun ‘vanvoren’ stak, tot ze stierven. Dochter was een verpletterende roman die een inkijk gaf in de duistere verbeelding van zijn schrijfster en die prompt bekroond werd met de Bronzen Uil.

In Schilfers gaat Peeters op hetzelfde elan verder. Er is seksueel misbruik, er wordt incest geïnsinueerd, er is zinloos geweld tegen dieren, er wordt met messen in huid gekerfd en zo goed als niemand blijkt, Sigmund Freud indachtig, ‘normaal’ te zijn. In dergelijke mate zelfs dat je na verloop van tijd aan alle personages gaat twijfelen. Wat is echt? Wat is fantasie? Belt Felix met zijn zus of met een van zijn stemmen? Heeft die verkrachting wel echt plaatsgevonden? Wie manipuleert wie? Peeters schrijft vlijmscherp en laat haar verhaal steeds sneller kantelen, waardoor je van de ene verrassing in de andere verbazing valt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content