Lize Spit, Das Mag
Autobiografie van mijn lichaam
392 blz, 27,00 euro
Het leven van Lize Spit bestond lang uit wegkijken, toont ze in haar nieuwe boek. Tot haar moeder stierf.
Ten huize Spit was kerstavond 2005 er een om nooit te vergeten. Samen met haar vader, broer en twee zussen versierde de zeventienjarige Lize het huis en bereidde ze een maaltijd zoals haar moeder gedaan zou hebben. Vlees werd ontdooid en groenten werden gesneden, op tafel kwamen het feestelijke Hema-servies en servetten geplooid aan de hand van foto’s uit een origamiboek. En dan was het tijd was om moeder op te halen uit de ontwenningskliniek waar ze al een paar maanden verbleef om van haar alcoholverslaving af te raken. Tijdens de maaltijd die volgde, veranderde het geforceerde in echt enthousiasme. Tot vader een fles wijn bovenhaalde en daar wild heen en weer mee begon te zwaaien voor het gezicht van moeder. ‘Wil je ook, Agnes?’ treiterde hij haar een aantal keer, terwijl hij de fles opzichtig leegdronk. Het is toen dat Lize Spit besliste om schrijver te worden, lezen we in Autobiografie van mijn lichaam. Ze besefte op dat moment dat ze de taal niet had om te duiden wat er gebeurde en ertegen in opstand te komen, en dat ze die voortaan wel wilde hebben. Er werd immers vaak gezwegen ten huize Spit. De ouders schuifelden rond elkaar als twee verwaarloosde knaagdieren. Bij elke nieuwsmelding van een gezinsdrama ging Spit na of het zich niet in haar dorp had afgespeeld.
Bij elke nieuwsmelding van een gezinsdrama ging Lize Spit na of het zich niet in haar dorp had afgespeeld.
Autobiografie van mijn lichaam overspant de twee laatste levensjaren van Agnes, vanaf het moment dat ze hoorde dat ze slokdarmkanker had – wellicht een gevolg van de alcohol – en besliste om na een huwelijk van veertig jaar te scheiden van Fred. Een moederboek dus, over herinneringen ophalen en afscheid nemen, maar ook over de mooie momenten, zoals over de liefde die moeder kreeg van haar nieuwe vriend Walter en over het vinden van een zekere berusting. Maar zoals de titel verraadt, gaat het over meer. Vanaf het begin maakt Spit immers duidelijk dat dit geen boek is over een schrijfster en haar moeder, maar wel over een schrijfster, een dochter en haar moeder. Distantie speelt er een grote rol in, wat het zo ongezien sterk maakt. Geen hopeloos gewentel in zelfmedelijden dus, maar een strakke en tegelijk ook aangrijpende analyse van het problematische gezin waarin ze opgroeide en van de sporen en striemen die het naliet op haar lichaam en geest.
En dus schrijft Spit openlijk over haar kwalen, over haar suikerziekte, haar traag werkende schildklier en het voorstadium van baarmoederhalskanker dat bij haar is vastgesteld, maar ook over haar angststoornis en depressie. Naakt voor de spiegel staan en naar haar lichaam kijken kan ze niet, bekent ze, net zomin als naar haar gezicht kijken zonder dat haar haar een centimeter of tien opgestoken is. Haar leven was er een van jarenlang wegkijken, lees je tussen de regels, tot ze haar stervende moeder niet alleen recht in de ogen keek, maar ook in de armen sloot.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier