Manon Uphoff, Suerido
Laat Me Binnen
208 blz, 21,00 euro
In Laat me binnen toont Manon Uphoff de kwetsbaarheid en eenzaamheid van de mens.
Toen Linde en Harold nog kinderen waren, zagen ze in een ondiepe put op het kerkhof een ijsblauwe engel liggen, met een gestrekte vinger verticaal over de mond, alsof hij wilde zeggen dat ze nooit over dit voorval mochten praten. En dat deden de broer en zus ook niet. Ze bedekten de engel met bladeren en mos en zwegen. Maar vergeten deden ze het voorval niet. Voor Linde, inmiddels 67, kunstenares en verhuisd naar een eiland in de Adriatische Zee, smeedde de ontmoeting met de engel niet alleen een band met Harold, ze zag er ook een voorteken in voor wat er met haar broer zou gebeuren. Mettertijd zou hij in een stenen engel veranderen, onbereikbaar in zijn eenzaamheid en zijn psychische stoornis.
Linde is niet de enige die wordt getroffen door eenzaamheid.
Harold en Linde is een van de drie verhalen die samen Manon Uphoffs Laat me binnen vormen, een bundel met een grote thematische eenvormigheid. Linde is niet de enige die wordt getroffen door eenzaamheid. In het titelverhaal maken we kennis met een jonge vrouw die elke ochtend wacht tot Jimmy, de vader van haar ‘kleineding’, naar zijn werk vertrekt om vervolgens de lift naar zijn flat te nemen, er met het ukje op bed te spelen en Kristeva en Bataille te lezen wanneer het kind slaapt. Wanneer ze ’s avonds Jimmy’s auto hoort, neemt ze haar jas en vertrekt ze. Soms kruisen de twee ouders elkaar, maar geen van beiden geeft dan een teken van herkenning. Waarom de jonge vrouw op straat leeft tot het ochtend wordt, is het eigenlijke onderwerp van Laat me binnen, en ook dat heeft weer alles met psychologie te maken. Vaders en de trauma’s waarmee ze het leven van hun kinderen belasten, zijn een terugkerend thema in het werk van Uphoff. In haar autobiografische roman Vallen is als vliegen beschreef ze hoe ze als meisje misbruikt werd door haar stiefvader, ook wel ‘de minotaurus’ genoemd. Dat Harold in dit nieuwe boek in een instelling belandt, zou wel eens een gelijkaardige oorzaak kunnen hebben.
In het derde verhaal uit de bundel focust Uphoff op Hebibović, die begin jaren negentig verwikkeld raakte in de Joegoslavische burgeroorlog en in 2020 stierf in Sarajevo. Opnieuw schrijft ze een psychologisch portret van een kwetsbare mens die door zijn omgeving werd verminkt, in dit geval door de oorlog die ook na afloop een impact bleef hebben. Heb ik hem ooit werkelijk gekend, vraagt de vertelster zich af. Uiteindelijk gaan de verhalen uit Laat me binnen, hoe verschillend ze ook zijn, over de menselijke conditie, over oorlog, ziekte en verval en over de onmogelijkheid om elkaar te vinden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier