Peremen! Zo heet de Russische song die Oost-Europa al decennialang hoop op verandering geeft. Maar zijn er wel redenen voor hoop, vraagt Peter Vermeersch zich af.
Twee dagen voor de verkiezingen van 9 augustus 2020 die Belarus dezelfde president als altijd zouden opleveren, Aleksandr Loekasjenko, plande oppositiekandidate Svjatlana Tsichanowskaja een evenement in het Park van de Vriendschap der Volkeren in Minsk. Jammer, kreeg ze op het allerlaatste moment van de overheid te horen, maar het park is die dag niet vrij omdat er een feest van de Russische spoorwegbrigades doorgaat. Een smoes natuurlijk, maar een zo doorzichtige smoes dat iedereen meteen begreep wat er werkelijk aan de hand was: dat Loekasjenko het evenement niet wilde, want die brigades bestonden al lang niet meer. Maar Tsichanowskaja zette door. Er kwam een massa volk naar het park en er was zelfs een dj-set die echter vrijwel meteen door de politie werd stilgelegd. De reden? Ze draaiden de track Peremen! van Kino, in het Nederlands: Verandering!
In Polsslag gaat Peter Vermeersch op zoek naar de man die dat nummer midden jaren tachtig in Leningrad schreef en hoe het over de decennia heen uitgroeide tot de Oost-Europese protestsong bij uitstek. Viktor Tsoj heette die man, de zoon van een ingenieur met Koreaanse roots, die met zijn band Kino de eerste Russische rockster werd die volle stadions trok, en in 1990 op zijn 28e in Letland verongelukte. Hij groeide op in de tijd dat Leningradse punks op gitaren met nylon snaren speelden en daarbij teksten kweelden als ‘Jij kijkt naar de lucht en ik naar het vuil op mijn schoenen’, de tijd van Leonid Breznjevs eeuwigdurende stagnatie dus, waarin de KGB om de jongeren toch enig perspectief te geven de Leningradskiy Rok-Klub begon.
Centrale zin: De geur van het verleden is een dubbelzinnig parfum.
Om dat perspectief is het Vermeersch in zijn bijzonder intrigerende boek allemaal te doen. Of eerder om het gebrek eraan, waardoor men in Rusland, Belarus en Oekraïne tot op de dag van vandaag teruggrijpt naar Peremen! Want na augustus 2020 is het er niet beter op geworden. In Belarus werden mensen die de song van Kino speelden opgepakt, zoals de leden van Irdorath, die folkmetal brachten op doedelzak, draailier en didgeridoo en daarbij teksten zongen die verwezen naar het verre maar woeste verleden. Zij kregen twee jaar strafkamp. Wat er in Rusland en Oekraïne gebeurde, zien we dagelijks op het journaal.
‘De geur van het verleden is een dubbelzinnig parfum’, schrijft Vermeersch, die ooit Slavistiek studeerde, Oost-Europa als zijn broekzak kent en voor zijn boek naar Minsk, Riga, Kiev, Warschau en Berlijn reisde. Voor de een ruikt dat parfum naar mooie, lang voorbije tijden. Een ander zet het aan tot uitzoeken hoe het allemaal fout is kunnen lopen. Samen luisteren zij naar de gedeelde fantasie die Kino uiteindelijk geworden is, omdat ze hunkeren naar wat ontbreekt: uitzicht op een betere toekomst.