In ‘Dius’ beschrijft Stefan Hertmans de eretekens van doorstane pijn na decennia aan vriendschap

4 / 5
© Belga

Stefan Hertmans, De Bezige Bij

Dius

320 blz, 24,00 euro

4 / 5

Vriendschappen tekenen mensen in positieve, maar soms ook in negatieve zin, toont Stefan Hertmans in Dius.

Je kunt veel redenen verzinnen waarom twee mensen vrienden worden, aldus de Franse renaissanceschrijver Michel de Montaigne, maar een sluitende verklaring zul je nooit vinden. Het is eerder iets als ‘omdat hij het was en omdat ik het was’. Dat is hoe kunstdocent Anton zijn vriendschap ervaart met de tien jaar jongere student Dius. Die is komen aandraven met het voorstel om zijn proefschrift af te werken in een schildersatelier in de polders waar Anton soms verblijft. Anton gaat daar grif op in, waarna zijn lot in de handen van Dius komt te liggen en omgekeerd.

In Dius beschrijft Stefan Hertmans de decennialange vriendschap tussen deze twee mannen, hoe ze soms uit elkaar drijven door de liefde voor een vrouw, maar hoe ze elkaar uiteindelijk toch altijd weer terugvinden. Wat hen bindt, is vooral de kunst. Kunst waarachter je je kunt verstoppen om het echte leven niet onder ogen te hoeven zien, zoals Antons collega en geliefde Lys het zegt. En dus lezen we prachtige passages over beeldhouwwerken en schilderijen en boeken, en over de muziek van onder meer Thomas Tallis, Igor Stravinsky en Erich Wolfgang Korngold. Wat kunst onderscheidt van wetenschap is dat zij geen antwoorden zoekt op nieuwe, maar op steeds dezelfde vragen, en iedere tijd geeft zijn eigen antwoorden, leert Dius. Het leidt tot een paar grandioos grappige pagina’s over ‘het rizoom’, een botanisch-filosofisch concept van de Franse denker Gilles Deleuze dat tijdens de jaren zeventig razend populair was. Ideeën zijn als ondergrondse wortelstokken, aldus Deleuze, die zo nu en dan op niet te voorziene plaatsen de kop opsteken. ‘Alles was rizoom’, kijkt Anton later terug op die tijd.

‘Goed schrijven, merk je bij het lezen van Dius, is een kwestie van discipline, ritme en elegantie.’

Maar niet alleen rizoom. Uiteindelijk is alles ook litteken. Dius hield ooit een schriftje bij met als titel Papavers achter het huis, waarin hij de lichamelijke littekens beschreef die hij tijdens zijn jonge jaren had opgelopen. ‘Het litteken is een ereteken van doorstane pijn, verdichting van materie door een wonde’, leest Anton als hij het decennia later doorbladert en zich realiseert dat littekens ook psychisch en emotioneel kunnen zijn.

Goed schrijven, merk je bij het lezen van Dius, is een kwestie van discipline, ritme en elegantie, van een tekst op papier zetten die golft maar nooit kabbelt en die je nieuwsgierig maakt naar de auteur achter die tekst. Daar speelt Hertmans vernuftig op in. Zo laat hij Lys op een bepaald moment terugkeren naar haar ouders in Merelbeke. Dat is een knipoog naar een vroege roman van Hertmans, waardoor je merkt dat Antons intellectuele en professionele groei gelijkloopt met die van de schrijver. Wanneer Anton de handen van Dius fotografeert en daarbij bedenkt dat dit de handen zijn van een man die aan zijn eigen tijd maar niet aan zijn eigen leven ontsnapte, zou hij het dus net zo goed over de handen van Hertmans kunnen hebben.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content