In de grandioze familieroman ‘Mordechai’ stelt Marcel Möring dat alleen een verhaal orde kan scheppen in de chaos

5 / 5
© Getty

Marcel Möring, Prometheus

Mordechai

507 blz, 27,00 euro

5 / 5

In hoeverre kan je identiteit loskomen van je familieverleden? Dat vraagt Marcel Möring zich af in zijn nieuwe roman Mordechai.

Wanneer de 72-jarige schrijver Mordechai Gompertz een journalist een oplawaai verkoopt, wil iedereen de aanleiding weten. Niet in het minst zijn agent, aangezien de journalist ook de biograaf van de schrijver is, en dat project nu danig in het gedrang lijkt te komen. En gelukkig maar, meent Mordechai, want zo’n biograaf wil ongetwijfeld in het verleden graven en ontdekken in hoeverre de familieverhalen uit de romans op waarheid berusten. Als Nobelprijskandidaat wil je uiteraard je familiedetails niet op de straatstenen zien liggen.

De concrete reden voor de oplawaai blijkt te zijn dat de journalist Mordechai’s grootvader een pornograaf had genoemd, terwijl die zichzelf zag als een bevrijder van de seksualiteit. Insinueerde die kerel dat Mordechai zelf ook een pornograaf was? Zowel van zijn familie als van het jodendom, dat hij met zijn wereldse boeken in zijn blootje zette? Want Mordechai is een jood, afstammend van de zestiende-eeuwse Ephraim. Die beweerde dat God de chaotische wereld uit de orde had geschapen, en dat je de betekenis daarvan kon ontdekken door de 72 letters van zijn naam in de juiste volgorde te plaatsen. Mordechai beseft, in deze grandioze familieroman die een halve wereld en een hele eeuw overspant, dat alleen een verhaal orde kan scheppen in de chaos.

Mordechai beseft, in deze grandioze familieroman die een halve wereld en een hele eeuw overspant, dat alleen een verhaal orde kan scheppen in de chaos.

Voor wie Marcel Möring een beetje kent, zal hier een lichtje gaan branden. In zijn roman In Babylon had hij het ook al over de overeenkomst tussen de chaos van de schepping en de entropie uit de thermodynamica. Net zoals over de Wandelende Jood trouwens, een ander thema dat in Mordechai aan bod komt. Dat is immers de figuur naar wie de schrijver opkijkt: de man die veroordeeld is om eeuwig rond te trekken zonder ergens thuis te komen, en die daarom nooit een ‘standpunt’ inneemt. Goede literatuur kan alleen in ballingschap ontstaan, meent Mordechai.

Alleen staat de wereld hem die ballingschap niet toe, want als jood mag je nog zo hard proberen om een Nederlander of een Engelsman te zijn, uiteindelijk ziet iedereen je altijd als een jood, ook die andere jood. En dat is iets wat Mordechai maar al te zeer voelt wanneer hij in Israël zijn stervende nicht Flo bezoekt. Ze was haar radicaal zionistische man gevolgd naar een kibboets, waar ze zich aan het baren van tien kinderen en het omgorden van een uzi had gezet. Het is daar dat Mordechai zich de woorden herinnert van een man die misschien zijn vader was: ‘De mens heeft de neiging het niets te vullen met iets. Dat is dan het antwoord. Het kan ether zijn, God, van alles. Ik heb het zoeken vaak belangrijker gevonden dan het vinden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content