In ‘Dansen op een ziedende vulkaan’ klinkt Dominique Willaert iets te veel als een spook uit het verleden
Dominique Willaert zoekt een antwoord op de verdeeldheid in onze wereld, maar vindt dat jammer genoeg in een ondemocratisch verleden.
Het eerste wat de modale Vlaming zich afvraagt wanneer hij hoort dat de vakbonden een nationale staking hebben afgekondigd is hoe hij die dag op zijn werk zal raken. De huidige socio-economische solidariteit is op zijn zachtst gezegd niet meer wat ze geweest is. De dag na de staking en de obligate betoging is iedereen vergeten dat ze heeft plaatsgevonden. Voor Dominique Willaert, essayist, columnist, activist en tot voor kort artistiek leider van Victoria Deluxe, is dat een jammere zaak, en een teken aan de wand van onze verdeeldheid predikende tijden.
Dominique Willaert heeft iets van die laatste christen die zijn hoofd naar de hemel neigt en God vraagt waarom hij hem verlaten heeft.
In Dansen op een ziedende vulkaan probeert hij een remedie te vinden voor die verdeeldheid, die hij toeschrijft aan het succes van de liberale democratie en de vrije markt, die de mens van een gemeenschapswezen gereduceerd hebben tot een individu en een consument. Uitgangspunt daarbij is Sigmund Freuds Het onbehagen in de cultuur (1930), waarin die grondlegger van de psychoanalyse beweert dat de mens een wezen is dat verdeeld tussen eros en thanatos, op zoek is naar de eenheid van de moederschoot en dat de cultuur waarin hij later terechtkomt die verdeeldheid kan afremmen of stimuleren. In het eerste geval volgen harmonie en vrede, in het tweede woede en oorlog.
Vertrekkend vanuit die analyse gaat Willaert met een luizenkam door onze cultuur, en wat daarin achterblijft, is niet fraai. Hij ziet e-commerce die van arbeiders slaven maakt, de commodificatie van de liefde door Tinder, de privatisering van heel wat overheidsdiensten, een groeiend verzet tegen immigratie, de leugens van de meritocratie, sociale media die hun gebruikers bestoken met gerichte reclame of zelfs klinkklare leugens, de traditionele media die zich inschakelen in de commerciële logica van hun aandeelhouders en hatelijke artikels publiceren en uiteindelijk de steeds maar groeiende aanhang van extreemrechts, gevoed door het populisme. Zijn antwoord daarop bestaat uit het bekende cordon sanitaire, een open-grenzenbeleid en de vereniging van socialisten, feministen en ecologisten achter een en dezelfde vlag.
Natuurlijk heeft hij een punt wanneer hij schrijft dat onderwijs, gezondheidszorg, sociale huisvesting, openbaar vervoer en energievoorziening zaken zijn die je niet moet privatiseren omdat ze een vormend deel uitmaken van de gemeenschap, maar wanneer hij de hedendaagse mens een vals bewustzijn wil aanpraten, klinkt hij toch al te veel als een spook uit een ver verleden. En zulke spoken zijn ook de denkers naar wie hij verwijst, Freud dus, maar ook René Girard, Marshall McLuhan, Jürgen Habermas en Richard Sennett. De enige hedendaagse intellectueel die hij ter sprake brengt, is Thomas Piketty, maar die verwijt hij een redder te willen zijn van het kapseizende kapitalisme. Nee, Willaerts helden zijn Jeremy Corbyn en Bernie Sanders. Willaert heeft iets van die laatste christen die zijn hoofd naar de hemel neigt en God vraagt waarom hij hem verlaten heeft, terwijl we allemaal weten dat God dood is en nooit meer terugkeert.
Dominique Willaert, Dansen op een ziedende vulkaan, EPO, 220 blz., € 22,50.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier