‘Hoepel op, kleinzielig priestertje’: ‘Vrouwen van Papier’ brengt de vrouwen van Guido Gezelles leven in beeld
Els Depuydt & Liesbeth Langouche (samenstelling), Poëziecentrum
Vrouwen van Papier
128 blz, 24,00 euro
Vrouwen speelden een grote rol in het leven en werk van Guido Gezelle, blijkt uit Vrouwen van papier.
‘Zitte met nog een blad in mijne kop,’ schreef Guido Gezelle in 1882 aan zijn vriend Gustaaf Verriest, ‘een jaartijdbladtje voor Vlaamsche vrouwen.’ Hij had zelfs al een titel, Anna Bijns, naar de zestiende-eeuwse dichteres, maar meer dan een plan werd het nooit. Tot nu dus. De mensen achter het Guido Gezellearchief vatten het plan op om de vrouwen in het leven en het werk van Gezelle in het zonnetje te zetten. Hoe kan dat beter dan in een actuele versie van het ‘jaartijdbladtje’ waarbij zelfs de rubrieken die de dichter voor ogen had werden gevolgd? En dus zag Vrouwen van papier het licht, een rijkelijk geïllustreerd boek op tijdschriftformaat met zowel een historisch luik van de hand van Gita Deneckere, een reportage over het kasteel van Loppem waar rond 1880 teksten van Gezelle op de muren werden aangebracht, als heel wat reacties van hedendaagse schrijfsters en kunstenaars op de brieven die Gezelle aan vrouwen schreef.
In de negentiende eeuw hadden priesters iets vrouwelijks, schrijft Deneckere, en Gezelle was geen uitzondering.
Het is vanuit die brieven dat Vrouwen van papier vertrekt. Gezelle schreef er ongeveer zeshonderd gericht aan tweehonderd correspondentes, van adellijke dames en rijke burgervrouwen tot dienstmeisjes en Britse expats die in Brugge het geluk of een goede katholieke school voor hun kinderen zochten. En aan zijn jongere zus Louise natuurlijk, de moeder van Frank Lateur, beter bekend als Stijn Streuvels. Ze stonden elkaar bij met raad, daad en af en toe ook met wat geld, want Louise had het niet breed. In de negentiende eeuw hadden priesters iets vrouwelijks, schrijft Deneckere, het waren zorgende, nederige en ontvankelijke mannen, en Gezelle was geen uitzondering. Hij zette zijn correspondentes aan tot lezen en schrijven en werd in Kortrijk zelfs de geestelijke leider van de Katrientjes, meisjes die in de lokale spinnerij werkten.
Vrouwen van papier bestaat voor een groot deel uit reacties van hedendaagse schrijfsters op Gezelles correspondentie met vrouwen. Zo schrijft Nele Van den Broeck een brief aan Gezelles zus Florence waarin ze haar aanmoedigt wat zelfzekerder te zijn, laat Gaea Schoeters pianiste Caroline Locke een feministisch kunstmanifest op papier zetten en schrijft Gerda Dendooven een kinderverhaal over Louise Gezelle. Maar het strafst komt Delphine Lecompte uit de hoek door in de huid te kruipen van de opstandige Jemima Stroud die niet alleen de tucht van de mannen met wie ze getrouwd was weerstond, maar ook een psychiatrische opname. ‘Ik heet Jemima en ik voel me bevrijd’, laat Lecompte haar schrijven. ‘Hoepel op, melig klef benepen anachronistisch knullig geremd seksueel gefrustreerd / Oubollig overroepen kleinzielig priestertje!’
Tot 01.01 loopt in de stadsbibliotheek van Brugge een tentoonstelling gekoppeld aan het boek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier