Drie vragen aan Guido van Heulendonk: ‘Als alle herinneringen wegvallen, ben je niemand meer’

In hoeverre worden we bepaald door ons verleden? En kennen we dat in feite wel? Guido van Heulendonk vraagt het zich af in zijn nieuwe roman.

Aangestoken door het overlijdensbericht van Peter Green, dat op hem inwerkt als de ­befaamde madeleine dat op Proust deed, neemt ­Werner Vrysoone een duik in zijn ­verleden. Green was immers de ­stichter van Fleetwood Mac, de band waarover hij en zijn vrienden Jason en ­Rafaël eind jaren zestig urenlang konden doorbomen. Aan de hand van brieven, interviews, ­recensies, dagboeken en e-mails reikt Guido van ­Heulendonk ons Werners ver­brokkelde herinneringen aan en maken we ­kennis met zijn ­dochters Hedda, die door ­Rafaël werd verwekt en ­later de ­devotie indook, en Paulien, die een toneel­carrière uitbouwde en zwanger raakte van ­schrijver Jason. Van Heulendonk maakte van De kroon met twee pieken een gevat en met ingehouden humor en veel allusies gecomponeerd beeld van een tijd en een generatie, en een ode aan ons falende geheugen natuurlijk.

Het menselijke leven wordt getekend door de anomalie dat we niet zonder ons verleden kunnen, maar dat we het tegelijkertijd ook nooit kunnen kennen.

Guido van Heulendonk: Twee jaar ­geleden is mijn zus gestorven. Zij leed toen al een jaar of tien aan alzheimer en muteerde geleidelijk aan in een ontkenning van wat ze ooit was geweest. Als alle herinneringen wegvallen, heb ik toen gemerkt, ben je uit­eindelijk niemand meer. We hebben onze ­herinneringen dus inderdaad nodig om een mens te zijn, maar tegelijker­tijd bestaan ze ook uit ­bijzonder ­vluchtig materiaal. Julian Barnes zegt dat heel mooi in The Sense of an ­Ending: ‘Het verleden is de zekerheid die ­ontstaat wanneer de gebreken van het ­geheugen en de onvolkomenheden van onze bronnen elkaar kruisen.’

‘Als alle herinneringen wegvallen, ben je niemand meer.’

Als we zozeer bepaald zijn door ons verleden, zijn we dan nog wel verantwoordelijk voor onze daden?

Van Heulendonk: Dat is een moeilijke. Ik neig nogal naar de ­deterministische visie dat wat is is en wat zal zijn zal zijn. We kunnen weinig veranderen aan ­onze software en schuld is een ­irrelevante factor. Je komt op de ­wereld met je gegeven­heden en je kan daar ­vervolgens mee aan de slag, maar je vrijheid is ­beperkt. Of je rijk of arm ­geboren wordt, in Gaza of in Noord-­Amerika, heb je niet in de hand. Vanaf je geboorte ben je al voor 98 procent ­bepaald. De rest is gerommel in de marge.

Kun je als schrijver dan om het even wat doen, zoals zonder enige scrupules je omgeving als artistiek materiaal gebruiken?

Van Heulendonk: Een paar jaar geleden had ik daar met de Britse schrijver Tim Parks een discussie over. Hij is van ­mening dat een schrijver geen grenzen mag hebben en met niets of niemand rekening hoeft te houden, behalve met zijn kunst. Dat gaat mij te ver. Ik heb het recht niet om als een vampier ander­mans bloed te drinken omdat ik er een roman mee kan stofferen. Tien jaar geleden schreef ik mijn meest auto­biografische roman. Ik diende het manuscript in bij de uitgeverij, die het wilde publiceren, maar uiteindelijk heb ik het toch teruggetrokken omdat ik het te ver vond gaan.

De kroon met twee pieken ****

Guido van Heulendonk, De Arbeiderspers, 276 blz., € 23,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content