‘Film en Filosofie Beantwoorden Grote Levensvragen’: een aanstekelijk boek voor cinefielen en wijsgerigen

4 / 5

Jurriën Rood, Noordboek

Film en Filosofie Beantwoorden Grote Levensvragen

207 blz, 24,00 euro

4 / 5
CREATOR: gd-jpeg v1.0 (using IJG JPEG v62), quality = 100

De Nederlandse filmmaker en filosoof Jurriën Rood laat zijn twee muzen samen een antwoord zoeken op de grote levensvragen.

‘Wie zich voorstelt dat een door hem beminde vrouw zich aan een ander geeft, zal niet alleen bedroefd worden omdat hij zijn lust niet kan bevredigen, maar heeft van haar ook een afkeer, omdat hij gedwongen wordt het beeld van de geliefde persoon te verbinden met de schaamdelen en de afscheiding van een andere man’, aldus de zeventiende-eeuwse filosoof Spinoza, die zijn licht klaarblijkelijk niet alleen liet schijnen op de limieten van de goddelijke macht en de menselijke wil, maar ook op wat jaloezie zo bijtend maakt.

De Nederlandse filmmaker en -criticus Jurriën Rood, die eveneens filosofie studeerde en daar eerder al een paar boeken aan wijdde, haalt dit citaat aan in Film en filosofie beantwoorden grote levensvragen, waarin hij zijn twee muzen loslaat op tien levenskwesties. Een daarvan gaat dus over onze omgang met jaloezie, waarbij hij enerzijds te rade gaat bij een aantal klassieke filosofen, zoals Seneca die stelde dat je je via de rede over dat basale gevoel kon verheffen en Nietzsche die de stoïcijnse onthouding van zijn Romeinse voorloper ongepaste zelfkastijding noemde en vond dat de mens zich lekker moest laten gaan in zijn jaloezie. Vanuit zijn filmkennis haalt Rood dan weer een aantal klassieke films aan waarin jaloezie een belangrijke rol speelt, zoals Oliver Stones Nixon (1995) waarin de Amerikaanse president neergezet wordt als het slachtoffer van zijn op J. F. Kennedy gerichte jaloezie. Wat we uit dergelijke films leren, is dat jaloezie al te vaak tot een onvoorspelbaar conflict leidt, is Roods besluit, en dat we haar dus maar beter proberen te overstijgen.

Jaloezie leidt al te vaak tot een onvoorspelbaar conflict, is Roods besluit, dus proberen we haar maar beter te overstijgen.

Ook wanneer hij het heeft over het verschil tussen eenzaamheid en alleen zijn en waarom wij zo slecht met dat laatste kunnen omgaan, of over het romantische idee dat scholing louter indoctrinatie is, blijft Rood de filosoof die de werkelijkheid van zo veel mogelijk kanten wil beschouwen om er uiteindelijk ook een oordeel over te vellen en tot een conclusie te komen. Bij de vraag hoeveel vrijheid we nodig hebben, citeert hij bijvoorbeeld instemmend John Stuart Mill die in de negentiende eeuw reeds zei dat iedereen vanzelfsprekend een opinie mag hebben, zolang die anderen maar geen schade berokkent.

Rood, een man van de empirie en de redelijkheid, schreef een boek dat voor filmliefhebbers een schat aan toegankelijke filosofie bevat en menig filosoof nieuwsgierig zal maken naar films die hij nog niet kende. Een aanstekelijk boek dus, ook door zijn humor. Rood vraagt zich bijvoorbeeld af wat de beste openingszin is om iemand te verleiden, wat hem bij Woody Allens Play it Again, Sam brengt en het niet echt geslaagde: ‘Moet je horen. Mijn vrouw heeft geslachtsgemeenschap met iemand anders dan mijzelf.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content