En Boerke, hij ploegde voort: Pieter De Poortere over zijn universele antiheld

Pieter De Poortere, bezieler van ‘Boerke’ © Anneke D’Hollander

Deze week wordt Knack Focus geserveerd met een extra vorstelijke portie Boerke. Tekenaar Pieter De Poortere heeft uw lijfblad onder handen genomen en blikt terug op een kwarteeuw misantrope gags: ‘Soms vraag ik mij af: hoe doe ik het?’

Al ruim 25 jaar loopt het onbehouwen Boerke met grote ogen rond in een wereld die de zijne niet is, maar die hem overkomt. Getekend in de klare lijn en gekleurd in herkenbare tinten blauw en rood, verovert deze zorgelijke, zwijgzame antiheld op kousenvoeten de stripwereld.

De boeken van Boerke zijn, nu ja, vertaald in tien talen, De Poorteres werk wordt tentoongesteld in de verste uithoeken van de wereld. Een langspeelfilm, in samenwerking met de artdirector van Futurama en The Simpsons, zit eraan te komen. Er zijn al twee seizoenen van de animatiereeks die Boerke tot leven brengt – één filmpje heeft vijf miljoen views op Instagram.

© Anneke D’Hollander

De Oost-Vlaming Pieter De Poortere heeft zijn imaginaire universum intussen uitgerekt tot ver voorbij Boerke. Met zijn zoekprentenboeken over het Lam Gods en René Magritte toont hij dat hij technisch meer in zijn mars heeft dan Boerke doet vermoeden. In 2019 mocht hij als eerste en enige Belg ooit Mickey Mouse opvoeren in een stripalbum. Met de reeks Lees-trip wil De Poortere youngsters via de strip aan het lezen brengen. In november brengt hij een bordspel op de markt.

En er is ook een nieuwe retrospectieve in de bibliotheek van Hasselt. Die bevindt zich vlakbij het Jenevermuseum en dat treft, want binnenkort treedt De Poortere ook aan als ambassadeur voor de Hasseltse jenever. Het is daarom dat wij hem treffen in de Limburgse provinciehoofdstad, in een benepen kamertje waar hij omsingeld is door uitpuilende kartonnen dozen.

Pieter De Poortere: Ik ben eigenlijk al vijftien jaar aan het tentoonstellen. En elke keer dijt mijn collectie verder uit. Als stukken worden ingekaderd of vergroot, zeggen organisatoren achteraf altijd: pak maar mee. Zo komt het dat ik nu zevenhonderd kaders heb in alle maten en gewichten. En bomvolle dozen.

© Anneke D’Hollander

In een van die dozen: krantenknipsels, keurig uitgeknipt en gelamineerd door moeder De Poortere. Maar het was de vader van De Poortere die hem op de artistieke rails zette.

De Poortere: Mijn vader tekende en schilderde. Toen ik tien was, nam hij me mee naar de academie. Als het de les ‘levend model’ was, moest ik buiten bij de deur wachten. (grinnikt) Even vaak gingen we in de weiden koeien en landschappen schilderen. Zijn smaak was heel klassiek, alles wat na de impressionisten komt, wil hij geen kunst noemen.

Vader De Poortere was ook amateur van de negende kunst. Zo vielen de tijdschriften Kuifje en Robbedoes hem in de schoot.

De Poortere: Tegenwoordig is dat onmogelijk, omdat er alleen in België al 1300 strips per jaar verschijnen, maar mijn vader had een redelijk volledige collectie strips. Buck Danny, Lucky Luke. Er zaten heel wat eerste drukken tussen. Tekenen trok mij meer aan dan schilderen. Op mijn zevende wist ik al dat ik striptekenaar wilde worden. Niet dat ik toen dacht dat het me zou lukken.

© Anneke D’Hollander

Een kartonnen doos gaat open, en De Poortere legt de vinger op een handzaam vierkant boekje. Zijn eindwerk, gedrukt in 1999, toen hij zijn opleiding grafische vormgeving met vrucht afsloot. Het boek Genesis van Boerke is een product van artisanale arbeid: elke prent is met de hand ingetekend, dan gescand, vervolgens geprint en keurig ingelijmd. Na 25 jaar valt het kaft zowat uiteen.

De Poortere: Mijn eindwerk vertelt in grote lijnen het verhaal van het oorspronkelijke Boerke, een bestaande figuur uit Zomergem, het dorp van mijn jeugd. Hij is op late leeftijd getrouwd met een Filipijnse vrouw en heeft als zeventiger nog drie kinderen gekregen. Ik vond dat fascinerend: als twintiger had hij zich dat nooit kunnen voorstellen, nam ik me voor.

Hij was een lokaal personage, die vol ongeloof en onbegrip keek naar de wereld rondom hem, zich niet bewust van wat sociaal wenselijk gedrag is. Hij was een archetype, kwam recht uit Het gezin Van Paemel. Een stille kracht – daarom spreekt Boerke ook nooit. Hij is onlangs gestorven, ik denk niet dat hij ooit geweten heeft dat Boerke naar hem was gemodelleerd. Ik heb het nooit nodig gevonden om het hem te zeggen.

© Anneke D’Hollander

Ik had wel meer figuren in die tijd, De Zichtbare Man en Superboer, maar Boerke tekende ik het liefst. Daarom heb ik hem gekozen voor mijn eindwerk. Met twaalf prenten en zonder tekst een verhaal vertellen was een hele uitdaging, maar achteraf bekeken was het een goede zet. Want zo kunnen ook Chinezen Boerke begrijpen.

En 25 jaar later is hij een gevierd striptekenaar, van wie het werk wordt uitgegeven in meer dan tien landen.

De Poortere: Dat is begonnen met Frankrijk. Ik kreeg via Facebook een berichtje van iemand die voor de grote Franse uitgeverij Glénat werkte: ‘Wil je mijn vriend zijn?’ ‘Zeker, als jij mijn uitgever wilt zijn.’ (lacht) Soms gaat het nog altijd zo snel, meestal is het een werk van lange adem.

Boerke verschijnt al als ‘Dickie’ in het Engels, in het Verenigd Koninkrijk, en binnenkort komt daar ook een Amerikaanse uitgave bij: Dickie Does America. Volgende week wordt in Aarhus de eerste Deense Dickie gepresenteerd. In april reist hij naar Zuid-Afrika, voor het eerste album van ‘Boykie’ – ‘”Boerkie” lag te gevoelig (grijnst).’

© Anneke D’Hollander

De actieradius van Boerke breidt immer uit en strekt nu al tot in het Verre Oosten. Momenteel reist een tentoonstelling met werk van De Poortere door China. Die expo is een organisatie van het Belgisch consulaat. Tijdens de Koude Oorlog spande de CIA jazzmuzikanten voor zijn kar om het vrijewesten te promoten, de Belgische diplomatie masseert nu de Chinezen met chocolade, bier en strips.

Dat Boerke internationaal aanslaat, ontdekte De Poortere op nog een andere tentoonstelling. Boerke heeft al elf jaar een eigen zaal in het Brusselse Stripmuseum.

De Poortere: Ik heb daar tien jaar in het bestuur gezeten, en soms ik ging vóór een vergadering in een zeteltje zitten in ‘mijn’ zaal om de reacties te monsteren. Als striptekenaar krijg je geen feedback. Als je een mop bedenkt waarvan je denkt dat die grappig is, krijg je geen applaus. Maar in dat zeteltje zag ik toeristen naar een prent wijzen en lachen, dat was erg leerzaam. Toen wist ik: het marcheert.

De Poortere bladert naar een prent die toont hoe Boerke door een catalogus bladert, op zoek naar een postorderbruid. Boerke wacht zijn toekomstige op aan de luchthaven. Boerkes halve trouwboek serveert hem een maaltijd – ik meen in zijn soepbord een vogelnest te herkennen, het soort met takjes en een écht vogeltje in.

‘Als je werkt zonder tekst, moet je altijd uitkomen bij wat iedereen kent, er is niks mis met een cliché’

De Poortere: Dat is hoe ik mij de Filipijnse keuken voorstelde. Misschien niet helemaal (aarzelend) accuraat en gepast. (lacht) Maar ik hou van stereotypen. Als je werkt zonder tekst, moet je altijd uitkomen bij wat iedereen kent, er is niks mis met een cliché.

De Poortere draait een kwartslag en tikt met een vinger op het glas van de vitrinekast achter hem. Daarin een foto van een piepjonge De Poortere en studiegenoot Jan Van Der Veken, van – van grafisch bureau Fabrica Grafica. Ze flankeren twee mentoren: leerkrachten Stefaan Dierick en de legendarische Ever Meulen, né Eddy Vermeulen.

De Poortere: Eddy zweert in zijn tekeningen bij groen, ik probeer groen zo veel mogelijk te vermijden – dat vloekt bij mijn geprefereerde kleuren rood en blauw.

© Anneke D’Hollander

Ever Meulen hielp De Poortere aan zijn eerste job. Hij kreeg op Pukkelpop ineens telefoon van Guy Mortier. Een maand hield De Poortere het bij Humo vol als vormgever. ‘Op Sint-Lucas had ik nooit met de computer leren werken.’ Nadat enkele pagina’s maagdelijk wit bij de drukker waren beland, mocht hij weer beschikken. Maar hij mocht wel blijven tekenen: ‘Humo heeft een tiental Boerkes gepubliceerd. Maar Mortier was tekst, tekst, tekst. Een tekstloze strip was te snel gelezen, vond hij.’

Ik protesteer: net omdat Boerke geen woorden heeft, word je als lezer toch gedwongen om de prenten traag in je op te nemen? Zelfs zonder woorden dwingt Boerke tot close reading. ‘Ja, in die zin is het wat vals. Vaak begrijpen mensen het niet omdat ze te snel lezen. Ik vraag iets van de lezer.’

‘Vaak begrijpen mensen het niet omdat ze te snel lezen. Ik vraag iets van de lezer.’

Uiteindelijk vond Boerke in 2008 een veilig onderkomen bij Knack Focus, waar hij het 17 jaar later nog altijd volhoudt. ‘Dat ik elke week een strip op een hele pagina mag publiceren, is geweldig, Knack Focus is het laatste fort, zelfs Cowboy Henk werd door Humo herleid tot een strookje.’

***

Plompverloren, op een mica tafelblad, ligt nog een stuk dat het vermelden waard is. Een beeltenis van Boerke, in andere tinten blauw en rood dan gewoonlijk. ‘Een afdruk van een Japanse houtsnede’, verduidelijkt De Poortere. Hij heeft samen met zijn vrouw een cursus gevolgd.

De Poortere: Ik vind het tof om eens iets anders te doen. Bijna alles wat ik doe, doe ik in opdracht. Alles wat ik teken, wordt gedrukt. Deze houtsneden, of de schilderijtjes uit de kringloopwinkel die ik recycleer, zijn plezierige uitstapjes.

Ik herinner de Poortere aan zijn kinderdroom, tekenen om den brode. Hij maakte het waar, maar het heeft heel wat voeten in de aarde gehad.

De Poortere: Helemaal in het begin deelde ik een huis met drie andere tekenaars. We betaalden vijfhonderd euro huur. Mijn loon bij het reclamebureau waar ik werkte, bedroeg duizend euro. Nu, met een huis en twee kinderen, gaat dat niet meer. Daarom werk ik enorm hard.

© Anneke D’Hollander

Tentoonstellingen, voorpublicaties, boeken en merchandising – zoals nu ook het Boerke-kostuum bij Café Costume. ‘Maar het is nog altijd niet evident. Soms vraag ik mij af: hoe doe ik het?’

De Poortere: De animatiereeks was goed betaald, omdat ik in dienst was als showrunner. Ik heb gelukkig mijn eigen uitgeverij, Nanuq, waardoor ik aan de boekenverkoop meer overhoud dan de gangbare 10 procent. En je moet weten dat een boek waarvan 5000 exemplaren worden verkocht in Vlaanderen een bestseller is. En mensen hebben gelukkig wel wat over voor een uniek stuk dat ze aan de muur kunnen hangen. Een origineel van Boerke verkoop ik aan 1800 euro. Daar moet je al heel wat boeken voor verkopen.

***

Een van de vele prenten die in Knack Focus zijn verschenen én ook te boek zijn gesteld: Boerke die als Elvis-imitator zijn idool iets te dicht op de huid zit, een flacon pillen achteroverkapt en het loodje legt.

De redactie van Knack Focus heeft het ooit nageteld. Negenenzestig keer blies Boerke zijn kaars uit in zijn eigen strip, drieëndertig keer maakte hij zelf een einde aan zijn leven.

De fonds de commerce van Boerke is contrast. De tegenstelling tussen de naïeve illustratieve tekenstijl en de snijdende, maatschappijkritische moppen is groot.

De Poortere: Doodgaan doet hij niet meer, maar ik denk niet dat ik softer ben geworden. Ik hou er nog altijd van om mensen op het verkeerde been te zetten. Op een beurs kopen ouders soms een boek voor hun kinderen, en dan denk ik … (kreunt) Jongens van tien zijn mijn grootste fans. Het is zoals wij, vroeger, met Urbanus: we snapten niet helemaal wat er gebeurde, maar we voelden dat het interessant was. (lacht)

© Anneke D’Hollander

Ik vraag De Poortere of hij veel van zichzelf kwijt kan in zijn bekendste figuur.

De Poortere: Ik wil dat al mijn personages een duidelijke drijfveer hebben die hen voortstuwt in het verhaal. Als ik even vastzit, klik ik een excel open. Ik heb ooit alle slechte menselijke eigenschappen opgesomd in een spreadsheet – ik kwam er niet met de zeven hoofdzonden, het waren er dertig of veertig. Dan scrol ik even – ah ja, gierigheid – en kan ik weer verder.

Ik probeer het gitzwarte mens- en wereldbeeld dat van de Boerke-bladzijden spat te vereenzelvigen met de zachtmoedige, zelfs schuchtere man die nu al een uur tegenover mij zit. ‘Ja, ik ben een verlegen mens, geen tafelspringer. Een tekenaar, dus eigenlijk.’

Maar uit welk onderhuids reservoir put hij dan voor de opstoten van zwartgalligheid van zijn Boerke?

De Poortere: Ik heb een standaardsetting: de naïeve, optimistische blik uit mijn kindertijd die ik probeer te bewaken in mijn echte leven. Maar door ervaringen, door de realiteit, word je al eens negatief. En er zit wel wat donkerte in mij. Als ik ergens kom, haal ik me soms voor de geest wat het ergste is wat mij kan overkomen. En dan – zo werkt mijn hoofd – zal dat ook wel gebeuren. Die donkerte kan ik kwijt in mijn werk. Als ik achter de tekentafel zit, kan ik een kraan opendraaien. Mijn werk vaart er wel bij, en het lukt mij dan beter om die kinderlijke kant te bewaken.

© Anneke D’Hollander

Ik breng een interview van een paar jaar geleden in herinnering, waarin De Poortere aangaf dat er ook een tijd was dat het minder goed lukte, om zijn onbevangen kant te bewaren.

De Poortere: Dat was tijdens de pandemie. Mijn vrouw was haar ma verloren, op een verschrikkelijke manier. Alles was plots anders, en mijn drive was weg: wat stelt het voor, tekeningen maken? Ik wil het geen midlifecrisis noemen, maar ik heb een tijdlang moeten trekken en sleuren. Ik heb toen geleerd dat je de dingen niet half mag doen. Ik werkte een tijd veel voor reclamebureaus, wat goed is voor mijn balans, maar niet voor de kwaliteit van het werk. Ik ben het gelukkigst als ik op mijn kamertje, met de kat op de schoot, een mop verzin waar ik zelf om moet lachen. Intussen heb ik het plezier teruggevonden, doordat ik mezelf weer gevoed heb. Met kunst, film. Ik heb teruggegrepen naar de punkrock uit mijn jeugd. Nu zit ik weer vol energie en plannen. Ik heb zelfs voor het eerst een driejarenplan geschreven, met de ambities die ik nog wil waarmaken.

Dat driejarenplan blijft voor ons gesloten, we verleggen de aandacht naar een schilderijtje dat in noppenfolie is gewikkeld. Een niemendalletje uit de kringloopwinkel toont een berglandschap. De Poortere heeft er een Boerke aan toegevoegd, met hitlersnor en een swastika op de bovenarm. ‘Ik heb een vreemd brein dat dat grappig vindt. Dat komt van ergens. Ik ben opgegroeid met Monty Python en The Young Ones. Ironie is een van de mooiste menselijke eigenschappen. Samen met schoonheid is het een van de weinige overgebleven eilandjes in een zee van drek.’

‘Ironie is een van de mooiste menselijke eigenschappen. Een van de weinige overgebleven eilandjes in een zee van drek.’

Onze tijd zit er bijna op, en dus is het hoog tijd om het thema zeitgeist aan te snijden. Die is cartoonisten en andere bedrijvers van humor niet per se genegen. Humor speelt zich per definitie af op de grens van wat welvoeglijk en betamelijk is. Gevaarlijk spel, gezien moderne gevoeligheden.

De Poortere: Het is dubbel. Enerzijds wil iedereen een relletje, omdat je dan viraal kan gaan – kassa, kassa – maar tegelijk is iedereen doodsbenauwd van de banbliksems van social media. En dus krijg je censuur. Ik heb het geluk dat ik voor Knack Focus werk, maar evengoed is Boerke drie, vier keer niet gepasseerd, omdat ik met iets lachte wat niet kon.

Ik herinner De Poortere aan een memorabele worp. Nadat een Israëlische tank de boerderij van Boerke nivelleert, wil die zichzelf verhangen. Hij wordt op het nippertje tegengehouden door een illustere figuur. Die hem vervolgens overtuigt om een bom om te gorden.

‘Donald Trump die voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over terrazzovloeren speecht: probeer er maar eens over te gaan als comedian.’

De Poortere: Heel erg. Die is vijftien jaar oud, maar had van gisteren kunnen zijn. Tegenwoordig vind ik het moeilijker om met de actualiteit te werken. Meestal borrelt er meteen iets op, als ik kwaad ben. Maar nu zijn de gebeurtenissen zo gruwelijk, dat ik het moeilijk vind om er humor over te bedrijven. Zo’n Donald Trump die voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over terrazzovloeren speecht: probeer er maar eens over te gaan als comedian.

Boerke, een universele antiheld

Tot 31.01.2026 in de bibliotheek van Hasselt, bibliotheek.hasselt.be

Pieter De Poortere

Geboren in 1976 in Gent.

Publiceert in 2001 zijn eerste Boerke-album, dat meteen de prijs voor beste Nederlandstalige album in de wacht sleept.

Ontwerpt in 2011 een eigen stripmuur in Parijs.

Zetelt tien jaar lang in het bestuur van het Stripmuseum.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise