‘Een jager in het woud’: boeiend onderzoek naar de clichés waarmee Duitsland en Frankrijk elkaar afschilderen
Maarten Doorman, Prometheus
Een jager in het woud - Frankrijk, Duitsland, Europa
224 blz, 22,00 euro
Frankrijk en Duitsland trekken al een paar eeuwen de Europese kar, maar lopen ze ook hoog op met elkaars ideeën? Cultuurfilosoof Maarten Doorman ging op ontdekking.
Vorige maand ondervond Paul Magnette hoe een olijk in de lucht gegooide sneeuwbal in geen tijd kan uitgroeien tot een kwalijke lawine. ‘Vlamingen zijn harder werkers en Walen genieten liever van het leven,’ zei hij in Dag Allemaal, ‘en wat is daar mis mee?’ Nog voor de inkt droog was, bleek het kot te klein, ook al had Magnette alleen maar met een paar clichés gedold.
De imagologie is de wetenschap die zich bezighoudt met dergelijke clichés die de werkelijkheid meer sturen dan weergeven. In Een jager in het woud gaat Maarten Doorman op zoek naar de clichés waarmee Fransen en Duitsers elkaar de voorbije twee eeuwen in kunst en literatuur representeerden. Dat hij juist voor die twee nationaliteiten koos, is geen toeval. ‘Frankrijk en Duitsland vormen samen wezenlijk Europa’, schreef Victor Hugo al in 1840. ‘Duitsland is er het hart van, Frankrijk het hoofd.’ Ook voor de EU is de as tussen die twee landen belangrijk, zeker nu de Britten verdwenen zijn als derde hond in het kegelspel.
Is het internationalisme van na WO II blijvend gebleken? De Parijse expo De l’Allemagne trok in 2013 een rechte lijn van de romantiek naar de nazi’s.
De Russisch-Britse filosoof Isaiah Berlin beweerde ooit dat de romantiek voor de grootste waterscheiding in het Europese bewustzijn heeft gezorgd. Cultuurfilosoof Maarten Doorman, een kenner van die periode, treedt hem daar volmondig in bij. De tegenstelling tussen de Franse verlichting en de Duitse romantiek ligt aan de basis van het beeld dat die twee landen van elkaar hadden. De Fransen vonden de Duitsers een beetje barbaars, terwijl de Duitsers de Fransen dan weer schijnheilig vonden: achter die zogezegde verlichtingsrationaliteit ging al te veel wufte nep schuil. Doorman beschrijft hoe die clichés evolueerden en af en toe verdwenen leken, om daarna weer de kop op te steken, en hij gaat daarbij specifiek na hoe die beïnvloed werden door de vier recentste oorlogen tussen die twee landen, WO I en II natuurlijk, maar ook de Duitse bevrijdingsoorlog tegen Napoleon en die van 1870-1871.
Net na WO II leek het internationalisme de grote winnaar. Stockhausen en Boulez componeerden universeel (on)begrepen muziek en de Duitse Trümmerliteratur nam een voorbeeld aan Amerikanen als Hemingway en Steinbeck. Maar in hoeverre is dat blijvend gebleken? In 2013 bezocht Doorman, die zijn eruditie kwistig in het rond strooit, in Parijs de tentoonstelling De l’Allemagne, naar het gelijknamige boek waarmee Madame de Staël twee eeuwen eerder de Duitse romantiek in Frankrijk geïntroduceerd had. De expo trok een rechte lijn van die romantiek naar de nazi’s, en eindigde met beelden uit Leni Riefenstahls Olympia.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier