Drie vragen aan Thomas Heerma van Voss: ‘Pas toen mijn vader stierf, voelde ik welke kant ik met dit boek op wilde’

Woorden en zinnen zijn robuust, aldus Thomas Heerma van Voss in Het archief, tot de levens die ze betekenis geven eindigen.

‘Zonder jullie,’ zei Hugh Hefner ooit tegen zijn met donzen konijnenoortjes getooide playmates, ‘had ik helemaal niets, alleen maar een literair tijdschrift.’ Pierre, chef ongevraagde kopij bij het noodlijdende blad Arabesk, denkt vaak aan die uitspraak tijdens redactievergaderingen. In Het archief schetst Thomas Heerma van Voss een scherp beeld van de hedendaagse literaire wereld, waar ieder toekomstplan uiteen rafelt tot er alleen gemijmer over het verleden overblijft. Alleen Pierres vader, een bejaarde man van de letteren, gelooft er nog in, tot ook hij sterft. Het archief is de meest pakkende, diepgravende en hilarische vader-zoonroman die we in tijden lazen.

Mag ik het boek lezen als de tragikomische ode van een zoon aan zijn vader, en van jou aan de jouwe?

Thomas Heerma van Voss: Dat eerste zeker, het tweede deels. Zonder mijn vader had ik het nooit kunnen schrijven, maar het blijft wel een roman – ook al was ik lang redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor en had ik een vader die deels op de vader van mijn hoofdpersoon lijkt. Ik was al begonnen aan het eerste, lichtere deel van mijn roman, toen mijn vader twee jaar geleden stierf. Toen pas voelde ik welke kant ik met dit boek op wilde, omdat die twee verhalen elkaar zouden kunnen versterken. Dat is wat ik altijd zo goed vind aan Willem Elsschot. Met de humor op de linkerpagina maakte hij de ernst op de rechterpagina indrukwekkender, en andersom.

‘Pas toen mijn vader stierf, voelde ik welke kant ik met dit boek op wilde.’

Is het ook een ode aan de tijd van die vader, toen de literatuur nog een maatschappelijke rol had?

Heerma van Voss: Ik ben niet nostalgisch aangelegd, maar het is cijfermatig vast te stellen dat de literatuur in die tijd relevanter was: boeken verkochten beter, er was meer aandacht voor. Pierre zou graag tot die vroegere wereld behoren, maar zijn tragiek is dat dit nooit kan. Het verleden verdwijnt, net zoals zijn vader dat doet.

Zijn kunst en literatuur wel zo belangrijk wanneer je oog in oog staat met de dood?

Heerma van Voss: Mijn hoofdpersoon zit met zijn mederedacteuren soms urenlang te discussiëren over het al dan niet vertalen van een hermetische tekst van een Noorse dichter die door nog geen vijftien mensen zal worden gelezen. Hij vertolkt dan een gevoel dat ik ook ken uit mijn redactietijd: dat het de kleine details, en niet het grote publiek of het geld zijn die het leven de moeite waard maken. Maar tezelfdertijd weet hij, net als ik, dat het allemaal vluchtig is. Je zou hetzelfde kunnen opmerken over die vader in het boek, die trots put uit de vele zaken die hij heeft gedaan en verzameld. Al die gedrukte woorden vormen het archief van zijn leven, maar wat heeft hij er uiteindelijk aan? Het een sluit het ander niet uit, denk ik. Je kan zowel de nietigheid erkennen als de troost die van zulke rituelen en vergaderingen uitgaat.

Het archief *****

Thomas Heerma van Voss, Das Mag, 280 blz., €23,50.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content