Drie vragen aan Johanna Spaey: ‘Oorlog zet alles op scherp’

4 / 5
Johanna Spaey, auteur van 'Toren van Liefde en Dood' © Carolien Coenen

Johanna Spaey, Horizon

Toren van Liefde en Dood

288 blz, 22,00 euro

4 / 5

In haar nieuwste, net na WO I spelende literaire thriller gaat Johanna Spaey niet alleen op zoek naar een misdadiger, maar ook naar parallellen met vandaag.

Wanneer in het najaar van 1925 in een klein Haspengouws dorp een tweeling van zeventien verdwijnt, komen doodgewaande familievetes weer tot leven. De verdwijning zou immers wraak kunnen zijn voor een gebeurtenis van een decennium eerder: twee leden van eenzelfde gezin, die beschuldigd werden van de moord op een Duitse soldaat, waarna ze afgevoerd werden naar een strafkamp. Dorpsarts Sara gaat op onderzoek uit, terwijl haar broer Maurice, een oorlogsveteraan die zijn demonen ooit te lijf ging met drank en drugs maar nu zijn zinnen verzet met het bouwen van een toren, zijn eigen katjes te geselen heeft. Twintig jaar na haar meermaals bekroonde Dood van een soldaat keert Johanna Spaey op voortreffelijke wijze terug naar haar personages van weleer.

Waarom dit vervolg op je debuut?

Johanna Spaey: Ik heb daar nooit bewust over nagedacht. In 2021 bezocht ik de toren van Eben-Ezer die Robert Garcet na WO II bouwde. Ik kende ook het verhaal van het Palais idéal dat de Franse postbode Ferdinand Cheval meer dan dertig jaar aan het metselen hield. Ik vond dat fascinerend, zo’n man die opeens een toren wil optrekken, louter voor zichzelf. Maurice Sondervorst uit Dood van een soldaat zou dat ook doen, dacht ik opeens, en met hem kwam zijn zus Sara mee. Toen ik mijn debuut herlas, viel me op hoe jong Sara en Maurice toen waren, hoe impulsief en temperamentvol ook. In die zin zijn ze anders geworden. Soms moet je dingen laten gebeuren in plaats van ze per se te willen veranderen, denkt Sara bijvoorbeeld. Ik ben samen met hen ouder geworden, vermoed ik, en ook gematigder.

‘De bolsjewisten en de fascisten stelden pertinente vragen en de democratische krachten leken geen antwoorden te hebben. Herkenbaar?’

Je focust vaak op de maatschappelijke achtergrond van de naoorlogse periode. Wou je parallellen trekken met vandaag?

Spaey: Die zijn er mettertijd vanzelf ingeslopen, doordat ze me steeds duidelijker werden. De aantasting van de traditionele waarden was al voor WO I aan de gang. De oorlog zette echter alles op scherp, waardoor mensen op zoek gingen naar nieuw gedachtegoed. De Russische bolsjewisten en de Italiaanse fascisten stelden pertinente vragen en de democratische krachten leken geen antwoorden te hebben. Herkenbaar?

Net zo herkenbaar als de eeuwige strijd van je personages met hun broers en zussen, wellicht. Je familie kies je niet zelf?

Spaey: In veel romans staat het kerngezin centraal. Ik wou het over broers en zussen hebben en hoe die je leven en je denken bepalen. Je bent samen opgegroeid en hebt daardoor een band die je nooit kunt bereiken met iemand die later in je leven komt. Ik ben zelf de jongste van vier. Ik heb de wereld deels leren kennen door de verhalen van mijn zus en broers, verhalen die een weg gevonden hebben in mijn leven en mijn werk. Soms impliciet, maar andere keren ook expliciet. De Duitse soldaat die in mijn boek een kogel door het hoofd krijgt, waarna de lokale bevolking niet weet wat met zijn lijk aan te vangen, komt bijvoorbeeld uit een verhaal van mijn jongste broer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content