Drie vragen aan Jeroen van Rooij: ‘Misschien zijn de verhalen die we vertellen de roomboter die ons samenhoudt’

Ons levensverhaal bestaat uit een aantal kantelmomenten, toont Jeroen van Rooij in zijn fragmentair opgebouwde Pioniers.

Een ziek meisje gaat ’s nachts naar de wc en krijgt van haar vader een koortsremmer. Een jonge vrouw zegt tegen haar vader dat ze de dag nadien met hem een wandeling wil maken. Drie mensen ontmoeten elkaar in de trein, tussen twee van hen klikt het meteen, maar eens op hun bestemming aangekomen gaan ze hun eigen weg. Jeroen van Rooijs ingenieuze Pioniers bestaat uit talloze dergelijke op zichzelf staande scènes, kantelmomenten in een leven, waarvan de kortste een zin is: ‘De man stierf op een onverwacht ogenblik.’ Hoe de scènes samenhangen, kom je nooit te weten. Geen van de personages heeft een naam. Net zoals in het werkelijke leven vaak het geval is, kun je alleen maar gissen. Want gingen die twee werkelijk hun eigen weg?

Wilde je de lezer uitnodigen om zelf een verhaal te maken aan de hand van al die scènes?

Jeroen van Rooij: Je kunt je inderdaad afvragen of het kind uit de ene scène opgegroeid is en de vrouw is in een andere. Ik wilde mogelijkheden aanbrengen. In de film Groundhog Day komt een journalist vast te zitten in een dag die hij steeds opnieuw beleeft. In traditionele scifi zou men dan een verklaring geven, dat de man teruggegaan is in de tijd omdat hij sneller is gegaan dan het licht of zo, maar niet in die film. En ook niet in mijn boek. Ik wilde de dwingende structuur van de tijd loslaten. Mijn scènes zouden zich net zo goed in 1986 als in 2016 kunnen afspelen.

Verwijzen de korte scènes ook naar de fragmentatie van ons leven?

Van Rooij: Op sleutelmomenten staat alles onder spanning en voelen we ons vaak alleen. Maar door verhalen te vertellen over die momenten blijken er ook andere mensen in voor te komen. Een terugkerend beeld in mijn boek is dat van een beschuit die bij het besmeren in stukken breekt, stukken die nadien met roomboter aan elkaar geplakt worden. Misschien zijn de verhalen die we vertellen de roomboter die ons samenhoudt.

‘Misschien zijn de verhalen die we vertellen de roomboter die ons samenhoudt.’

Wat is de werkelijkheid nog in een boek dat bestaat uit korte scènes? ‘Hetgeen wat niet verdwijnt als je er geen geloof meer aan hecht’, zoals je schrijft?

Van Rooij: Dat is een citaat uit een lezing die scifi-schrijver Philip K. Dick in 1978 gaf, How to Build a Universe that Doesn’t Fall Apart Two Days Later, wellicht een van de mafste lezingen ooit. Ze begint nochtans vrij lucide met Dick die de vraag krijgt wat de kortst mogelijke definitie is van de werkelijkheid, waarop hij dat antwoord geeft. In mijn boek heb ik het idee vaak gebruikt, in verband met de liefde of op het vlak van identiteit. Wat blijft daar nog van over wanneer zulke categorieën tijdelijk hun geldigheid verliezen? Misschien ontstaat er dan iets nieuws, nieuwe mogelijkheden of een nieuw verhaal over wat de werkelijkheid is.

Pioniers ****

Jeroen van Rooij, Het Balanseer, 172 blz., €22

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content