Drie vragen aan Bibi Dumon Tak: ‘Vorig jaar redde ik een duif uit de Leie. Iedereen dacht dat ik gek was’
Bibi Dumon Tak eert in de prachtige novelle Rimpeling het eenvoudige leven van een gekwetste vrouw.
‘Zoals een muis in de klauwen van een uil het even uitschreeuwt en het volgende moment verstomt, zo klonk de stilte na Marthes val’, schrijft Bibi Dumon Tak in Rimpeling. Marthe was tachtig toen ze bovenaan de trap een langpootmug probeerde te vangen om haar buiten vrij te laten, het evenwicht verloor en de diepte in stortte. ‘Ik help je wel’, waren haar laatste woorden, en dat had ze haar hele leven gedaan, helpen. Dumon Tak, een vaak bekroonde Nederlandse schrijfster van kinderboeken die af en toe een uitstapje maakt naar de volwassenenliteratuur zet Marthe neer als een vrouw getekend door het seksueel geweld in haar kindertijd. Haar leven past in een doosje herinneringen in de lade van een kast. Alleen bij de dieren om haar heen, zoals de zieke duiven die ze eens per week afhaalt bij de dierenarts om thuis te verzorgen, vindt ze erkenning. Rimpeling is een poëtische ode aan het kleine, kwetsbare leven.
Marthes huis is als een schors die om de bewoonster heen is gegroeid, schrijft je. Om haar te beschermen tegen de harde buitenwereld?
Bibi Dumon Tak: Ik wilde haar inderdaad iets zachts bieden. Voor haar heeft alles een ziel, niet alleen mensen en dieren, maar ook haar spullen. Ik heb tien jaar als vrijwilliger bij de dierenambulance gewerkt. Wij kwamen wel eens in huizen van overleden mensen. Het dier was er nog, maar het baasje was dood. Dan moesten we als kattenvangers op het lijk af, terwijl er overal agenten laatjes opentrokken. Zij waren dat gewend. Ze deden Vicks onder hun neus om de stank niet te ruiken. Ik stond daar dan en voelde hoe al die spullen tegen me probeerden te praten. Dat gevoel lag aan de basis van het boek, gecombineerd met het beeld van een vrouw die een onzinnige dood sterft omdat ze iets wil redden dat binnen een dag vanzelf dood zou gaan, en dat helemaal niet erg vindt.
‘Vorig jaar redde ik in Gent een duif uit de Leie. Ik sprong gewoon in het water. Iedereen dacht dat ik gek was.’
En ze zijn helemaal niet zeldzaam, zo’n vrouwen?
Dumon Tak: Nee, er zijn echt vrouwen die herstellende duiven opvangen. Als wij een zielige duif binnenkregen, wisten we precies naar welke dierenarts we moesten, wie de duif zou willen genezen en haar geen spuitje zou geven. Vorig jaar redde ik in Gent een duif uit de Leie. Ik sprong gewoon in het water. Iedereen dacht dat ik gek was, maar dat is wat we in Amsterdam in zo’n situatie doen. Ik wist dat het een houtduif was, waardoor ik ermee terecht kon in de dierenopvang in Merelbeke, want gewone duiven willen ze daar niet.
Waarom lopen de tekeningen van Annemarie van Haeringen door de tekst?
Dumon Tak: Dat was een ideetje van Annemarie. Marthe vindt immers dat haar woorden niet te zwaar moeten wegen. Als er een langpootmug doorheen loopt, is dat maar zo. Maar misschien heb je als lezer de neiging om het beest weg te wensen, net zoals je een vlieg die op de voorruit van je auto zit weg wil meppen. Dat is ook goed.
Rimpeling *****
Bibi Dumon Tak, De Geus, 81 blz., €17,50
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier