
Drie vragen aan Alicja Gescinska: ‘De geschiedenis is geen lineair verhaal van vooruitgang’
Alicja Gescinska schreef een novelle die zich in Beiroet afspeelt en ons pijnlijk confronteert met onze bekrompen blik op de wereld.
De 31-jarige kunstfotografe Mona reist naar Beiroet om er aan het project Triumph of Tolerance te werken, waarin ze wil tonen hoe mensen met verschillende culturele en religieuze achtergronden met elkaar samenleven. Alleen merkt ze al snel dat er in Libanon vooral naast elkaar geleefd wordt en dat de Palestijnse vluchtelingenkampen van 1948 er nog steeds zijn. ‘Rattenholen’ worden ze genoemd en wie erinzit, heeft geen toegang tot de rest van het land. Vertrekkend van een reis die ze zelf maakte, schreef filosofe en essayiste Alicja Gescinska een novelle die tot denken wil aanzetten: over hoe wij naar de rest van de wereld kijken, terwijl we de vluchtelingen op ons eigen continent liever niet zien, en over hoe je als Palestijn het vaderland kunt missen dat zelfs je ouders nooit hebben gekend.
‘Je presenteert ons als slachtoffers, maar we zijn meer dan dat’, krijgt Mona te horen. Kijken wij te veel met een westerse bril naar de wereld?
Alicja Gescinska: Uiteraard, en dat is onvermijdelijk. Maar op zich hoeft het geen drama te zijn, zolang we ons daar bewust van zijn en ook het perspectief van de ander proberen op te zoeken. Onlangs was Emir Suljagic te gast in het Guislain Museum in Gent om te praten over historisch trauma. Suljagic is schrijver, voormalig minister van Onderwijs en sinds 2019 directeur van het Srebrenica Genocide Memorial. Hij is ternauwernood aan de genocide ontsnapt. ‘Iedereen ziet ons Bosniakken uit Srebrenica als slachtoffers,’ zei hij, ‘maar wij waren mensen met dromen, met levens, met plannen, met veerkracht, wij waren strijders.’ Wanneer je slachtoffers van historisch trauma enkel als slachtoffers portretteert, ervaren ze dat als een afbreuk aan hun menselijke waardigheid.
‘We kunnen als mensheid wel degelijk stappen achteruit zetten, en ik denk dat we dat ook aan het doen zijn.’
‘Mens zijn is niet voor de hele mensheid weggelegd.’ Zo wijs je op de onmenselijke toestanden waarin sommigen moeten overleven. Geloof je nog in de mens?
Gescinska: Ik ben met de jaren wel wat pessimistischer en somberder geworden. De geschiedenis is geen lineair verhaal van vooruitgang naar meer gelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit. We kunnen als mensheid wel degelijk stappen achteruit zetten, en ik denk dat we in een historische periode zitten waarin we dat ook aan het doen zijn.
En nog een citaat, uit de laatste alinea van je boek: ‘Kunst is machteloos’, maar waarom dan nog fotograferen of schrijven?
Gescinska: Omdat niets doen nog erger is. De laatste tijd verdiep ik me voor een nieuw boek in het werk van Martha Gellhorn. Als oorlogsjournaliste zag ze veel ellende van dichtbij. Ook zij werd er soms moedeloos van, maar zwijgen en inbinden deed ze nooit. George Steiner vatte het scherp samen: ‘The humanities don’t humanize.’ Schubert heeft de treinen naar Auschwitz niet tegengehouden. Het blijft een pijnlijke paradox dat een gecultiveerde geest kan samengaan met een barbaars hart.
De gezichtslozen ****
Alicja Gescinska, De Bezige Bij, 112 blz., €19,99
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier