De grootste massamoordenaar van de twintigste eeuw? Niet de mens, maar een voor het blote oog onzichtbaar virus. Laura Spinney reconstrueert de wereldwijde dodentocht van de Spaanse griep.
Honderd miljoen: dat is het hallucinante aantal zielen dat de Spaanse griep in 1918 van de aarde wegrukte. Honderd miljoen: een getal dat amper te bevatten valt en het dodental van beide wereldoorlogen overstijgt. Desondanks zijn er geen monumenten opgericht voor de slachtoffers en werd de ziekte lange tijd beschouwd als een voetnoot in de geschiedenis. Laura Spinney zet dat recht in dit verbluffend overzichtswerk, waarin ze het virus onder een geschiedkundige microscoop legt.
Al in de openingshoofdstukken laat ze zien dat een pandemie de wereld kan hervormen. Een ziekte kan zelfs invloed uitoefenen op het weer. Toen de conquistadores Amerika veroverden, besmetten ze de inheemse bevolking met ziektes waartegen die niet immuun was. Gevolg van de decimatie: de landbouw viel stil, bos heroverde landbouwgrond, het nieuwe groen koelde de lucht af en de ‘Kleine IJstijd’ werd ingezet. Niet slecht voor een virus.
Centrale zin: De beste kans om te overleven had je als je volmaakt egoïstisch was.
De Spaanse griep, die niet in Spanje ontstaan is – ook op die dubieuze naamgeving gaat Spinney uitgebreid in – gedijde goed in het door oorlog verscheurde Europa. Loopgraven vol verzwakte soldaten, een bevolking op de rand van de hongersnood en een medische wetenschap in de kinderschoenen: een ideale kweekvijver voor een agressief virus.
Dankzij de troepenbewegingen kon het bovendien de wereld veroveren, van Alaska tot Australië. Met danteske taferelen tot gevolg. In Chili werden de lijken zomaar op straat gegooid, in lazaretten werd ‘middernachtsthee’ geschonken – een zelfmoorddrank – en in Zamorra riep de bisschop op tot bedevaarten: bewoners van de stad gingen in de rij staan om het altaar te kussen, wat de verspreiding alleen maar bespoedigde.
Naast de enorme demografische ravage had de Spaanse griep ook kleine gevolgen. Spinneys doorgedreven onderzoek leverde markante weetjes op. Zo stierf Sherlock Holmes aan de griep: nadat zijn zoon aan de griep was overleden, weigerde Holmes-bedenker Arthur Conan Doyle nog fictie te schrijven en stortte hij zich op het spiritisme. Real Madrid heet ‘Real’ omdat de koning na de epidemie zijn bevolking aanspoorde om te gaan sporten en dus gunde hij een Madrileens voetbalteam een koninklijke titel. En op sommige eilandengroepen was het dodental zo hoog dat samen met de bewoners twintig talen uitgeroeid werden.
Griezelig weetje: de Spaanse griep bestaat nog. Het virus werd geoogst uit een bevroren lichaam en wordt bewaard in een zwaarbewaakt Amerikaans lab. Het effectiefste biologische wapen ooit op de mens losgelaten woont in een proefbuisje. Huiveringwekkend, net als Spinneys boek.
De Spaanse griep *****
Laura Spinney, De Arbeiderspers (oorspronkelijke titel: Pale Rider), 416 blz., ? 22,99.
Laura Spinney
De Britse Laura Spinney (°1971) is schrijver en wetenschapsjournalist. Ze publiceerde eerder al twee romans, The Doctor en The Quick, en een boek over Lausanne, Rue Centrale. Haar journalistieke werk verscheen onder meer in The Times en National Geographic. Ze woont en werkt in Frankrijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier