De Tussenstand: dit zijn de 10 beste strips van het voorjaar

V.l.n.r.: Burn-out dagboek, Vies parallèles en Eldorado © /
Gert Meesters
Gert Meesters Stripjournalist voor Knack Focus.

Een hele week lang maakt Knack Focus de balans op van de eerste helft van het popculturele jaar. Vandaag: strips.

10. Bonneville 1: Vier nul zeven! (Marvano)

De Vlaamse auteur Mark Van Oppen, Marvano dus, wordt steeds meer een eigenzinnige einzelgänger die in het klassieke stripformaat diepgang weet te brengen. Deze keer schetst hij het kleine milieu van de bezeten, soms roekeloze snelheidsduivels in de mormoonse staat tegen de achtergrond van de grote politieke momenten van de jaren zestig. Tekentechnisch is hij niet virtuoos, maar dat compenseert hij met inventieve paginacomposities en verteltechnieken. Dit is een van de weinige stripauteurs met een geloofwaardige literaire stem.

9. Aldo (Yannick Pelegrin)

Eenzame mensen komen an sich wel vaker voor in debuten van stripauteurs – misschien omdat het zo’n solitair beroep is? – maar debutant Yannick Pelegrin weeft voldoende onverwachte wendingen rond zijn onsterfelijk hoofdpersonage en maakt vooral indruk door de stijlbeheersing. Pelegrin heeft een vaste hand en houdt zijn grafische keuzes, zoals een kleurenpalet met veel cyaan en bordeaux, consequent vol. Veel ervaren auteurs zouden van de uitwerking van Aldo nog iets kunnen leren

8. Lulu (Étienne Davodeau)

Lulu, een verhaal over een veertiger die haar gezin laat voor wat het is, is niet Davodeaus beste werk – daarvoor is de kunstmatig opgebouwde spanning wat te geforceerd – maar zowel het onderwerp als de geloofwaardigheid van de personages zijn verfrissend tussen het grote spektakel van veel andere strips.

7. Wereldwijven (Pénélope Bagieu)

Vrouwen het zwakke geslacht, denkt u? Begin dan maar eens aan deze strip van Pénélope Bagieu, die vijftien boeiende vrouwelijke levens verstripte. De verzameling van bekende en vooral onbekende mannetjesputters lijkt meer bedoeld om een portie oestrogenen aan de bekende geschiedschrijving toe te voegen dan om de lezers rolmodellen voor te schotelen. Hoe onbekend de meesten van haar personages ook zijn, elk levensverhaal boeit.

6. Familieziek (Peter van Dongen en Adriaan van Dis)

Schrijver Adriaan van Dis vond in tekenaar Peter van Dongen de ideale partner om te vertellen over vluchtelingengezinnen in Nederland na de onafhankelijkheid van Indonesië. Het is er eentje geworden die je aandachtig moet lezen, want Van Dongen vertelt veel in de beelden, die getuigen van Hergés klare lijn. Wie fan is, mag zich dit jaar nog verheugen op onder meer een album van Blake en Mortimer dat hij samen met zijn Nederlandse klarelijncollega Teun Berserik tekent.

5. Burn-out dagboek (Maaike Hartjes)

Enkele jaren geleden maakte Maaike Hartjes mee wat veel workaholics ooit ervaren: ze kreeg plots een knoert van een burn-out. Waarop ze besloot om haar ziekte in een herkenbare strip te gieten, vloeiend verteld en in een inventieve stijl, met kleurige collages en washitape. Het gevolg? Een boek over burn-out dat ons artistieke energie geeft.

4. Sabrina (Nick Drnaso) (Engelstalig)

Als auteur Zadie Smith op de achterkant schrijft dat je boek het beste is wat ze al gelezen heeft over onze hedendaagse tijd, dan schep je verwachtingen. Maar Drnaso lost ze ook in, met een subtiel opgebouwde plot over hoe samenzweringstheorieën welig kunnen tieren en zijn koele, eenvoudige tekenstijl met fletse kleuren maakt het verhaal nog sterker. Hij registreert en doseert de gebeurtenissen perfect. Een eye-opener.

3. Vies parallèles (Olivier Schrauwen) (Franstalig)

In Vies parallèles bundelt de Berlijnse Vlaming Olivier Schrauwen zes sciencefictionverhalen van variërende lengte. Behalve de sf-elementen hebben de verhalen ook met elkaar gemeen dat de vertellers een naam en een uiterlijk hebben dat lijkt op dat van Schrauwen zelf – vandaar de parallelle levens uit de titel. Zo wordt het genre – zoals steeds bij Schrauwen – een springplank voor experimenten en voor bespiegelingen over identiteit, seksualiteit en menselijke dwaasheid.

2. Iris, een roman voor kijkers (Thé Tjong-Khing en Lo Hartog van Banda)

1. Eldorado (Tobias Schalken)

De Nederlandstalige strip – trouwens: vier van de eerste zes strips in deze lijst komen uit Nederland – heeft nog niet veel verhalenbundels voortgebracht die dagenlang blijven nazinderen, maar Eldorado van Tobias Tycho Schalken is er zo eentje. Schalken komt zowel weg met literaire voice-overs als met woordeloze choreografieën op papier, verhalen zonder personages en klassieke vertellingen: telkens is het resultaat eigenzinnig en perfectionistisch uitgewerkt.

1. Eldorado (Tobias Schalken)

De Nederlandstalige strip – trouwens: vier van de eerste zes strips in deze lijst komen uit Nederland – heeft nog niet veel verhalenbundels voortgebracht die dagenlang blijven nazinderen, maar Eldorado van Tobias Tycho Schalken is er zo eentje. Schalken komt zowel weg met literaire voice-overs als met woordeloze choreografieën op papier, verhalen zonder personages en klassieke vertellingen: telkens is het resultaat eigenzinnig en perfectionistisch uitgewerkt.

Vergeet Leuven Vlaams. Geen betere manier om een halve eeuw 1968 te vieren dan deze prachtige heruitgave van een strip die een blijvende invloed heeft gehad op het Nederlandse beeldverhaal. Vooral visueel is Iris een genot, het werk van een magistraal tekenaar die zich helemaal heeft laten doordringen van zijn psychedelische tijd.

1. Eldorado (Tobias Schalken)

De Nederlandstalige strip – trouwens: vier van de eerste zes strips in deze lijst komen uit Nederland – heeft nog niet veel verhalenbundels voortgebracht die dagenlang blijven nazinderen, maar Eldorado van Tobias Tycho Schalken is er zo eentje. Schalken komt zowel weg met literaire voice-overs als met woordeloze choreografieën op papier, verhalen zonder personages en klassieke vertellingen: telkens is het resultaat eigenzinnig en perfectionistisch uitgewerkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content