Sylvain Tesson beschrijft in ‘Wit’ een vertigineuze route die tv-makers misschien kan inspireren
Sylvain Tesson, De Arbeiderspers
Wit
Oorspronkelijke titel: Blanc, 256 blz, 21,00 euro
Viktor Verhulst die Baudelaire voorleest, we zien het niet zo gauw gebeuren op de Vlaamse buis, maar wie weet kan Wit daar verandering in brengen.
Bekende Vlamingen op een zeilboot, bekende Vlamingen achter een kookeiland, bekende Vlamingen in een huis, bekende Vlamingen op een ijskoude vlakte… Misschien moeten televisiemakers zich maar eens laten inspireren door de Franse filosoof en avonturier Sylvain Tesson. Samen met zijn kompaan Daniel Du Lac trok hij tussen 2017 en 2020 de Alpen over, van west naar oost. Verspreid over vier winters legden ze 1600 kilometer af. De skireis bracht hen van Menton naar Triëst, en in Wit brengt Tesson verslag uit van zijn belevenissen.
De onderneming was niet zonder gevaar. De temperaturen liggen vaak diep onder het vriespunt, de wind bereikt snelheden tot 80 kilometer per uur en Du Lac, een wereldkampioen rotsklimmen, deinst er niet voor terug om kliffen ab te seilen. Op een bepaald moment wordt Du Lac meegesleept door een lawine maar daar hoor je hem niet over klagen: even de sneeuw van de schouders schudden en hup, weer op de latten, richting bivak.
Tesson noteert het allemaal in dagboekvorm. Hij mijmert over de sneeuw, over Hannibal en zijn olifanten, over het kinderachtige skitoerisme, over immigranten die de gevaarlijke bergpassen oversteken op zoek naar een greintje geluk. Kleinzerigheid is hem vreemd, en evenmin pocht hij over zijn heroïsche klimpartijen.
Halverwege krijgen ze gezelschap van Philippe Rémoville, een Parijse ingenieur die elk jaar even wil ontsnappen aan de urbane ratrace. Elke avond lezen ze elkaar bij de kachel voor: Flaubert, Rimbaud, of eender welke boeken voorhanden zijn in de berghutten. Zo ontstaat ook een tocht door de literatuur, van Proust tot Nietzsche. Het zijn die essayistische paragrafen die Wit zo interessant maken.
Begin 2020 wordt de reis raar: hoog boven de beschaving krijgen de avonturiers bizarre berichten te horen over een Chinees virus dat in het dal dood en verderf zaait. Tessons schrijversbrein slaat meteen aan en hij bedenkt een novelle over een trio klimmers dat moet kiezen tussen de veilige bergtoppen en de liefde voor hun stervende families. Het is een van de vele virtuoze passages in Wit. Haast achteloos schrijft Tesson het blanco vol met prikkelende gedachtekronkels en zelfs wie niets met bergen heeft, leeft mee met zijn intellectuele reis.
Viktor Verhulst die Baudelaire voorleest, we zien het niet zo gauw gebeuren op de Vlaamse buis maar Wit zou wel een interessant tv-format kunnen opleveren. Lok een rits kunstenaars uit hun atelier en stuur ze de bergen in. Stefan Hertmans die met Anne Teresa De Keersmaeker over Roland Barthes discussieert terwijl Michaël Borremans de soep opwarmt: zou dat geen breinsnoep voor de meerwaardezoeker zijn?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier