Boek ‘Speler Een’ van Douglas Coupland

In Speler Een zet Douglas Coupland individualisme, levenslang winkelen en internet bij het huisvuil als de religieuze obsessies van de eenentwintigste eeuw.

Speler Een ***

Douglas Coupland, Meulenhoff (originele titel: Player One – What is to Become of Us?), 252 blz., €18,95.

Maar er zijn ook momenten zoals nu dat een nieuw tijdperk zich aandient in de luttele seconden die tekst nodig heeft om over een televisiescherm te scrollen.

Als je dan toch je laatste uur moet uitzitten, dan doe je dat liever niet op het kleverige zitje van een barkruk in een ongedefinieerde bar op een regionaal vliegveld. Omdat een mens zichzelf graag ziet als de barmhartige held in het verhaal dat zijn leven in het beste geval is, droomt hij zichzelf op dat ultieme moment in de voorste linies van de wereldbrand.

Niets van al die daadkracht in Speler Een van Douglas Coupland. Als onverteerbare plastic brol zijn de alleenstaande moeder Karen, de extreem autistische maar bloedmooie Rachel en de van zijn geloof gevallen pastoor Luke aangespoeld in de cocktailbar waar Rick als barman zijn eigen drankduivels probeert te beteugelen.

Karen bereidt er zich voor op de live-ontmoeting met haar internetdate; Luke doet er zijn best te vergeten dat hij zonet de rekening van zijn kerkgemeenschap heeft geplunderd; Rachel tast volgens de regels die ze in het trainingsprogramma ‘hoe reageren normale mensen’ leerde, af wie van de aanwezigen het meest geschikte zaad heeft voor het kind dat ze wil baren.

Ondertussen probeert Rick, tussen het schenken van gingerale voor Rachel en cocktails voor de rest door, te vergeten dat de kans dat zijn leven toch nog iets wordt met iedere voorbij tikkende seconde kleiner wordt. Dan schiet de olieprijs per vat boven de 350 dollar en dendert er een pletwals van ongestraft geweld over de wereld.

De toevallige lotgenoten verschansen zich op hun plek in het niets, in de ‘no-zone van de luchthaven’. Het contact met de buitenwereld is labiel en het overlevingsinstinct dat opbloeit, steekt pover af tegen wat de gemiddelde deelnemer aan Expeditie Robinson tentoonspreidt.

Voor Coupland is het de kans om via zijn personages losjes te strooien met puntige oneliners over internet – ‘het enige wat internet doet, is mensen uit de werkelijkheid wegzuigen’ -, over het uitgeleefde van de zeven hoofdzonden en de nood aan nieuwe, hedendaagse zonden, over de illusie dat het leven een afgerond verhaal is, over de zwarte gaten van Daffy Duck.

Zoals we al sinds zijn debuut Generatie X van Coupland gewend zijn, is het allemaal zeer onderhoudend en raak geformuleerd, maar zijn gesakker op individualisme, het mijmeren over de pil der vergetelheid of de hunkering naar een informatieloos tijdvak voelen soms een beetje aan als de kwak mayonaise op een pak frieten: klef, vettig en misschien gewoon overbodig.

Veel sterker en strakker dan het verhaal – met het bijhorend, quasi onbenullig plot – is de lijst met lemma’s die hij er als ’toekomstlegenda’ aan toevoegt. De droogheid waarmee hij begrippen als ‘de romantische theorie van de beperkte visvijver’, ‘shopvrije zones’ of ‘capillarigeneratief geheugen’ omschrijft, zegt duizend keer meer over de condition humaine van dit moment dan al het gehannes in die luchthavenbar dat eraan voorafging.

‘Wat zijn leven en liefde pathetisch, zo in een bar op het einde der tijden’, kon ik niet nalaten te denken. Maar ook: misschien is het bij dreigend apocalypsgevaar niet slecht om prompt verliefd te worden op de persoon die toevallig naast je zit. Kwestie van het een beetje boeiend te houden.

Tine Hens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content