Auteur Yannick Dangre: ‘Een stevige rave in het weekend kan deugd doen’

Yannick Dangre voor De Bezige Bij © Keke Keukelaar
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

In zijn nieuwe roman Tussenjaren legt Yannick Dangre een hunkerend hart en twee huwelijken onder de microscoop: ‘Liefde, ook al is ze niet wederzijds, blijft een oerkracht waar tijd geen vat op heeft. Vraag maar aan mensen met liefdesverdriet: soms blijft die pijn een leven lang nazinderen.’

Kan je van een comeback spreken als de auteur in kwestie amper 37 is? In het geval van Yannick Dangre wel. De Antwerpse schrijver debuteert op zijn 22e met de roman Vulkaanvrucht, waarmee hij prompt de Debuutprijs wint. Daarna is zijn naam niet meer weg te denken uit het literaire circuit. Hij maakt naam als dichter, vertaler en romancier, en zijn werk wordt geregeld bekroond. Maar na zijn roman De idioot en de tederheid, verschenen in 2016, wordt het wat stil rond Dangre. Er volgt nog een gesmaakte poëziebundel, maar de grote nieuwe roman blijft uit.

Schroeide Dangre zijn vleugels aan de zon? Zelf kijkt hij met gemengde gevoelens terug op die luwe periode: ‘Rond mijn dertigste belandde ik een kleine existentiële crisis. Alles waar ik op mijn zestiende van droomde, had ik afgevinkt. Ik was schrijver, woonde in Amsterdam, vertoefde in literaire kringen waar ik mijn oude helden ontmoette… Het was een mooi, maar ook een voltooid plaatje. Ik had het idee dat mijn leven nu nog vijftig jaar hetzelfde zou zijn. Dat wilde ik niet. Ik zette een punt achter mijn relatie en keerde terug naar Antwerpen. Het schrijfplezier volgde niet meteen – twee manuscripten heb ik in de prullenmand gekieperd, erg pijnlijk. Maar toen ik begon aan Tussenjaren voelde ik de gusto met elke pagina groeien. Als er al sprake was van een writer’s block, dan heb ik die met de nieuwe roman overwonnen.’

Tussenjaren is inderdaad een Dangre grand cru. Onder het mom van een driedaags medisch congres reist verteller Charles, niet toevallig een hartchirurg, naar het bloedhete Napels. Zijn vrouw Delphine en dochter Claudia zijn in de veronderstelling dat Charles daar saaie debatten bijwoont over hartkleppen en pacemakers, maar in werkelijkheid wacht hij op Sylviane, zijn eerste vrouw en de biologische moeder van Claudia. Dertig jaar geleden verdween Sylviane met de noorderzon, ze kon het moederschap niet aan en nam de vlucht vooruit, op zoek naar een groots en meeslepend leven. Charles bleef ontredderd achter en onder de Italiaanse zon mijmert Charles over zijn jeugdliefde: waarom is Sylviane vertrokken en zal ze haar belofte – we zien elkaar over drie decennia terug in Napels – gestand doen?

In een weelderige stijl schildert Dangre een psychologisch portret van twee geliefden die weifelen tussen avontuur en burgerlijkheid, tussen een allesverterende liefde en de zorg voor een kind. In Tussenjaren stelt Dangre prangende vragen: welke offers brengen we voor de liefde, en zijn onze tienerdromen wel bestand tegen de alledaagse werkelijkheid?

Vrouw verlaat man en kind: je tackelt een maatschappelijk taboe in Tussenjaren.

Yannick Dangre: Dat was het kernidee, ook van de manuscripten die in de versnipperaar eindigden. Vrouwen die hun gezin verlaten, worden steevast scheef bekeken. Als mannen dezelfde klotestreek uithalen, worden die zelden gestigmatiseerd. Ik wilde het omkeren: hoe voelt een man zich als een vrouw voor zichzelf kiest en de opvoeding van een kind in zijn schoot werpt?

Net als in Maartse kamers kies je voor een oudere verteller, terwijl je zelf veel jonger bent. Vind je je eigen generatie niet boeiend genoeg?

Dangre: Twintigers hebben nog geen levensverhaal, en zelfs als hen iets overkomt, hebben ze de kans om opnieuw te beginnen. Zestigers hebben die luxe niet en worden daarom geconfronteerd met de vraag of ze wel de juiste keuzes hebben gemaakt in hun leven. Dat vind ik een veel interessanter conflict. Maar wie weet, misschien keer ik op mijn zestigste het paradigma om en schrijf ik een roman over frivole jongeren die door hun prille bestaan huppelen.

‘Een gelukkig huwelijk zou maar een saaie roman opleveren’

Charles zit vast in een klassiek, braaf huwelijk. Je schetst geen optimistisch beeld van het echtelijke ideaal, maar als ik me niet vergis, ben je zelf getrouwd. Hoe rijm je die paradox?

Dangre: (lacht) Een gelukkig huwelijk zou maar een saaie roman opleveren, dan blijft Charles gewoon netjes thuis bij Delphine. Tegelijk is Tussenjaren wel een ode aan de eeuwigdurende liefde: dertig jaar lang is Charles van Sylviane blijven dromen. Liefde, ook al is ze niet wederzijds, blijkt wel een oerkracht waar tijd geen vat op heeft. Vraag maar aan mensen met liefdesverdriet: soms blijft die pijn jaren nazinderen.

De drang om een wild, onconventioneel leven te leiden: heb jij daar ook last van, of hou je wel van het burgerbestaan?

Dangre: Dat is een valse tegenstelling. Vroeger leidde ik ook een wild literair leven, met feesten en nachtelijke kroegdebatten met collega’s, maar na een tijdje gaat ook dat vervelen. Bovenal: het schrijven lijdt eronder. Met een kater ga je niet aan je bureau zitten, laat staan als je je elke dag moet afvragen hoe je vanavond de eindjes weer aan elkaar zal knopen. Een groots leven leidt niet noodzakelijk tot grootse kunst. Gustave Flaubert beweerde zelfs het tegendeel: je moet een saai burgerlijk leven leiden opdat je opwindende poëzie kunt schrijven. Dat gezegd zijnde: een stevige rave in het weekend kan toch eens deugd doen.

‘Een groots leven leidt niet noodzakelijk tot grootse kunst.’

Ilja Leonard Pfeijffer beweerde ooit dat kunstenaarschap en kinderen niet samen gaan. Dat lijkt wel het dilemma van Sylviane en Charles. Hoe zie jij dat?

Dangre: Daar geloof ik niet in. Integendeel, als je gaat turven in de wereldliteratuur zijn er meer grote schrijvers mét kinderen dan zonder. Ook bij ons bewijzen mensen als Peter Terrin, Niña Weijers en Bregje Hofstede dat het prima samen kan gaan. Maar een kind creëert wel een conflict tussen je rol als ouder en je rol als geliefde. Plots heeft iemand anders voorrang. Als schrijver is het interessant om dat uit te spitten. Persoonlijk droom ik wel van het vaderschap, dat lijkt me een mooie verrijking van je leven.

Je was ook stadsdichter van Antwerpen tijdens een tumultueuze tijdspanne waarin het stadsbestuur gedichten censureerde. Hoe kijk je terug op die woelige periode?

Dangre: Met weinig vrolijkheid, helaas. Het ging toen meer over politiek dan over poëzie, terwijl ik die twee graag gescheiden houd omdat de combinatie meestal heel slechte kunst oplevert. Sowieso zouden we gebaat zijn met wat minder politisering. Als alle onderwerpen – van sinterklaas en wintermarkten tot hoe vaak je het vliegtuig neemt – plots een politieke lading krijgen, is het geen wonder dat de samenleving zo gepolariseerd raakt.

We zien je binnenkort ook op het podium van Saint Amour. Blij om weer op de planken te staan?

Dangre: Vroeger had ik last van podiumvrees, maar met de jaren ben ik van optredens gaan genieten. Schrijven is een eenzaam beroep, dus het is fijn om je leespubliek en je collega’s eens te ontmoeten. Zeker in Vlaanderen is het publiek ook erg dankbaar, dus ik verheug me zeer op de tournee.

Tussenjaren

Uit bij De Bezige Bij. Saint Amour 30 vindt plaats van 11 tot 26.02 op verschillende locaties.

Yannick Dangre

Geboren in 1987 in Brussel.

Debuteert in 2005 met Le diable déchu, Franstalige pastiches.

Wint in 2011 de Debuutprijs voor zijn eerste roman, Vulkaanvrucht.

Wint in 2012 de Herman de Coninckprijs voor de bundel Meisje dat ik nog moet.

Wordt in 2022 samen met nog vier andere dichters stadsdichter van Antwerpen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content