In de debuutroman van Seán Hewitt dartelen twee jongens rond elkaar. Een sensueel verhaal over een onmogelijke kalverliefde in een wereld waarin gay mannen nog steeds voor hun rechten vrezen. ‘Soms geef ik lezingen in donkere kelders, alsof we iets fouts doen.’
Seán Hewitt is er niet helemaal gerust op. Daags na ons interview vertrekt de Ierse dichter en romancier naar de Verenigde Staten voor een lezingentoer langs boekhandels en universiteiten om zijn nieuwe roman Hemel, open u te promoten. Maar sommige rechtse staten zijn een cultuuroorlog begonnen tegen ‘subversieve’ literatuur. Boeken die ‘openlijk queer seks promoten’ worden verbannen uit schoolbibliotheken omdat ze kinderen zouden verlokken tot een levensstijl die indruist tegen de traditionele gezinswaarden. Belachelijk, maar nu overijverige grenswachten ook critici van Donald Trump de toegang tot het land weigeren, past Hewitt toch liever op zijn tellen. ‘Het zal wel zo’n vaart niet lopen, dachten we allemaal toen Trump opnieuw president werd, maar kijk waar we nu staan.’
Wie had gedacht dat homo-erotische romans weer als staatsgevaarlijk zouden bestempeld worden? In zijn memoires In donker weids alom vertelt Hewitt over zijn eerste ervaringen met de herenliefde en in zijn romandebuut Hemel, open u denkt James terug aan zijn jeugdliefde Luke – een noodzakelijk platonische liefde, want Luke valt op meisjes. James en Luke worden vrienden, maar het heimelijke verlangen bemoeilijkt hun vriendschap. James valt ten prooi aan een allesverterende liefde, terwijl het sowieso al niet makkelijk is om een homoseksuele puber te zijn in een klein Engels dorpje. Sinds hij uit de kast is gekomen leeft James in isolement: de jongens op school laten hem links liggen en de meisjes gebruiken hem vooral als klankbord voor hun eigen amourettes.
Hewitt spreekt als een poëet. Hij komt wat timide over en denkt lang na over zijn antwoorden, maar eens geformuleerd dansen de woorden. Het mag niet verbazen dat zijn debuutbundel Tongues of Fire een rits poëzieprijzen wegkaapte en mijn eerste vraag is een klassieker: hoe maakt een dichter de overstap naar proza?
Seán Hewitt: Een gedicht is een geconcentreerde leeservaring, een distillaat van taal. Het vergt geen uitleg en de structuur is muzikaler: onder de verzen moet altijd een melodietje weerklinken. Gedichten herlees je ook makkelijker, bij een roman steelt een schrijver meer leestijd en dus moet je de lezer bij de hand nemen en welkom heten in de tekst.
In donker weids alom was autobiografisch, nu kies je voluit voor fictie. Wat is het verschil?
Hewitt: Fictie biedt meer vrijheid: je mag alles verzinnen. Maar dat is een tweesnijdend zwaard, want je kan niet terugvallen op de werkelijkheid. Je moet jezelf als schrijver ook overtuigen van de geloofwaardigheid van je verzinsels. Het vergt meer doorzettingsvermogen, meer zelfvertrouwen dan wanneer je in je eigen ziel peutert.
James worstelt met zijn ontluikende homoseksualiteit. Hopelijk heb jij minder moeilijkheden ervaren toen je uit de kast kwam.
Hewitt: De tijden zijn veranderd, zou je denken, maar het is niet vanzelfsprekend. James’ ouders vinden het prima, ook al vreest zijn moeder dat hij gepest zal worden op school. Uit de kast komen is een geleidelijk proces en het is vooral de geheimhouding die zwaar valt: je voelt je alleen en bang want je bent anders. Dat grote geheim weegt op je hart, terwijl je omgeving vaak veel eerder doorheeft dat je op jongens valt – je outen is vaak ook voor je naasten een opluchting: dat wisten we al lang hoor, geen probleem. We denken vaak dat we onze echte gevoelens in een kluis bewaren, maar voor onze geliefden is onze huid van melkglas: je ziel schemert erdoorheen.
‘We denken dat we onze gevoelens in een kluis bewaren, maar voor onze geliefden is onze huid van melkglas: je ziel schemert erdoorheen.’
Neoconservatieve leiders zoals Trump en Viktor Orbán nemen de queer gemeenschap weer in het vizier. Baart je dat zorgen?
Hewitt: Vergis je niet: toen ik uit de kast kwam, was Section 28 nog maar pas afgeschaft. Dat was een hatelijke richtlijn van Margaret Thatcher die elke referentie naar homoseksualiteit verbood in schoolboeken. Pas in 2003 werd dat verbod opgeheven. We denken dat we in het Westen vrij en vrank onze seksualiteit mogen beleven, maar je ziet hoe snel verworven rechten geschrapt worden. Door de vertalingen van mijn boeken kom ik in landen waar andersgeaarden nog steeds gebrandmerkt worden. In Bratislava schrok ik toen een lezing van mij doorging in een kelder, alsof we met iets clandestiens bezig waren. Dan krijgen mijn boeken een andere lading: het worden verzetsschriften.
Hemel, open u baadt in een proustiaanse nostalgie zonder dat het ooit melig wordt. Hoe bewaak je die dunne grens?
Hewitt: Dat is de valkuil natuurlijk. De vergelijking met Proust zal ik nederig aanvaarden, maar ik heb me ook laten inspireren door Brideshead Revisited van Evelyn Waugh, een boek met een duidelijk homo-erotische ondertoon. Nostalgie is een makkelijke emotie, het zeemzoete gevaar loert altijd om de hoek. Dat kon ik vermijden door ook de bitse kant van James in de verf te zetten. Hij zwelgt in zijn narcistische verlangen en doet vaak ronduit gemeen tegen zijn moeder en zijn zieke broertje. We kijken soms met een roze bril terug op onze tienerjaren, maar pubers kunnen vaak ettertjes zijn. Allemaal hebben we onze ouders het leven zuur gemaakt.
‘Allemaal hebben we onze ouders de duvel aangedaan.’
Ook opvallend: de natuurbeschrijvingen. Lijkt me niet vanzelfsprekend voor iemand die zijn hele leven in steden doorbrengt.
Hewitt: Ik ben opgegroeid in zo’n typisch, postindustrieel Engels stadje, en tegenwoordig geef ik les aan de universiteit van Dublin, maar het platteland is nooit veraf. Als kind ging ik net als James vaak vissen en in het bos wandelen, en mijn roman beweegt op het ritme van de seizoenen. Dat was voor mij een houvast. Als ik klem zat in de tekst, trok ik de natuur in: hoe ziet de wereld eruit in de herfst, in de winter?
Je werk wordt vertaald naar het Nederlands door Erwin Mortier. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Hewitt: Op Twitter. We stuurden elkaar weleens een berichtje, een digitale conversatie die ondertussen is uitgegroeid tot een echte briefwisseling. Hij was onder de indruk van mijn poëzie en omgekeerd ben ik grote fan van zijn werk. Marcel is een moderne klassieker, en zijn Gestameld liedboek gebruik ik in mijn lessen. Ik ben vereerd dat hij mijn werk vertaalt, en ik heb fijne herinneringen aan de boekvoorstelling in het Museum Dr. Guislain in Gent – zeker voor herhaling vatbaar.
Hemel, open u
Uit bij De Arbeiderspers
Seán Hewitt
Geboren in 1990 in Warrington, Engeland.
Studeert Engelse literatuur in Cambridge.
Debuteert in 2020 met poëziebundel Tongues of Fire, waarvoor hij in 2021 The Laurel Prize krijgt.
Woont in Dublin, Ierland, waar hij docent is aan Trinity College.
Publiceert behalve poëzie ook een monografie van de Ierse dichter en toneelschrijver John Millington Synge en een memoir, All Down Darkness Wide.