In de nieuwe roman van Saskia De Coster ontdekt de 75-jarige Kristien wie de vrouw was die haar een kwarteeuw eerder een tweede leven bezorgde.
75 is Kristien wanneer ze binnenstapt bij psychotherapeute Sophie omdat ze al een kwarteeuw worstelt met wat er haar overkomen is. Op een winterdag stond Tove, de nieuwe bewoonster van het donkere jachthuis aan de overkant van de straat op de stoep met een zakje strooizout. Een paar dagen later was ze terug. Van het een kwam het ander, ze gingen wekelijks samen naar het zwembad, Tove voerde haar zelfgemaakte truffels en uiteindelijk leidde het zelfs tot seks. Maar waarom mocht Kristien Tove nooit vragen stellen of bezoeken, is een van de mysteries uit Saskia De Coster haar nieuwste, knap gecomponeerde psychologische roman De Laatste Sessie, en waarom zal Kristiens verhaal de laatste therapiesessie van Sophie inluiden?
Willen we niet allemaal wat Kristien meemaakt, beseffen dat het nooit te laat is om de liefde te herontdekken, en is je verhaal erover daarom zo mooi?
Saskia De Coster: Ik wou het alvast niet hebben over een uitgeblust iemand die via een deus ex machina opeens de liefde van haar leven vindt of ontdekt dat ze in feite altijd iets met vrouwen heeft gehad. Kristien heeft een begripvolle man en twee volwassen kinderen. Maar ik denk inderdaad dat we vandaag door onze hoge levensverwachting meerdere levens kunnen leiden en dat het dus niet te laat is om op je vijftigste aan een nieuw verhaal te beginnen, of daar zeker van te dromen. Er bloeien zelfs romances op tussen negentigers. Ook achter Toves toxiciteit zit er wellicht een oprechte behoefte aan liefde.
‘Ik denk dat we vandaag door onze hoge levensverwachting meerdere levens kunnen leiden.’
Gaat je roman over het belang van de verhalen die we onszelf vertellen?
De Coster: Vandaar het kaderverhaal over de therapie, want waar worden er talloos veel verhalen verteld die iets wezenlijks betekenen voor de constructie van onze persoonlijkheid? Daar dus, al had het misschien net zo goed in een voetbalstadion kunnen plaatsvinden, want samen supporteren voor je ploeg is ook een manier om je identiteit te stofferen. Maar wat is dan de waarheid, waar zit die tussen al die verhalen? Kristien vraagt het zich af, maar kunnen we die ooit te weten komen? En stel dat we haar vinden, kunnen we er dan wel mee leven? Of moeten we de waarheid ooit wel eens kwijt, al is het een kwarteeuw later bij een therapeute?
Vertellen we die verhalen om ons te beschermen tegen de realiteit?
De Coster: Dé werkelijkheid valt inderdaad niet te achterhalen. We maken er altijd een persoonlijk verhaal van. Maar dat verhaal mag nooit genoeg zijn. We moeten uiteindelijk bereid zijn om in de bittere waarheid te bijten, want zonder verdriet, spijt of schuld leven we niet echt. Je kunt de nostalgie niet cultiveren zonder er uiteindelijk ook iets mee te doen. Vandaar het belang van het lichamelijke en het niet-uitgesprokene in de roman, van het onderwaterbestaan ook, van dat wat het talige overstijgt, wat ons meteen bij de bittere waarheid brengt waar je als schrijver in moet bijten. (lacht)