Een man wordt niet alleen door zijn vader opgevoed, maar ook door zijn zoon, toont Lieven Stoefs in De zomer toen.
‘We waren met vijf, tien jaar lang. Een halve eeuw in totaal’, herinnert de verteller van De zomer toen zich zijn vrienden van vroeger, en hij dacht dat hun vriendschap eeuwig zou duren. Maar nee dus, ergens raakte hij uitgesloten en wist hij niet hoe daarmee om te gaan. Als scholier besefte hij al dat er meer gecommuniceerd moest worden, maar van zijn vader, een succesvolle verkoper die zijn gezin meenam naar Griekenland en uiteindelijk aan de drank raakte, en zijn moeder, die alleen zweeg en rookte, leerde hij het niet. Zelf vader worden leidde uiteindelijk tot inzicht, zo beschrijft Stoefs de evolutie van zijn hoofdpersonage, in opvallend elegant en melodieus proza.
De verteller is in Griekenland en Brabant opgegroeid, net als jij. Hoe autobiografisch is dit boek?
Lieven Stoefs: Brecht Evens (stripauteur en illustrator, nvdr.) noemde schrijven ooit een mentale koelkast opentrekken, zien wat erin ligt en daar dan iets mee doen. Een goed boek vertrekt misschien uit het particuliere, maar moet dit ook overstijgen. Pas als je mijn roman kunt lezen als een vertaling van een Noorse schrijver, is hij echt gelukt. Het gaat niet over mijn vader of mijn vrienden, maar wel over patronen die iedereen herkent en waar iedereen mee worstelt. Want het is niet omdat mannen heel vaak moeilijk met elkaar kunnen praten dat dit altijd zo zou moeten zijn. Toen ik op tv zag hoe JD Vance president Volodymyr Zelensky ruw verweet nog nooit ‘dank u’ gezegd te hebben tegen de VS, dacht ik dat hij nog veel te leren had. Mannelijke communicatie blijft blijkbaar moeilijk.
‘Het is niet omdat mannen vaak moeilijk met elkaar kunnen praten dat dit altijd zo zou moeten zijn.’
Leert je verteller niet veel bij over die communicatie door zelf vader te worden?
Stoefs: Ik krijg wel eens de vraag waarom ik schrijf en dan antwoord ik altijd: om een goede vader te leren zijn. Wellicht is het de wetenschapper in mij, maar ik zie mensen als bolletjes die tegen elkaar aan schuren en botsen. Hoe kun je die wrijving begrijpen en liefdevol verzachten, vraag ik me dan af. Ouderschap is bijzonder bepalend voor mijn schrijven. Ik ben 42, heb een zoon van 12 en twee dochters van 10. Als twintiger heb ik niet geschreven behalve af en toe een paar Robert Walser-achtige miniaturen, die Walser zelf meteen in de prullenmand zou hebben gegooid. Dat is helemaal veranderd door vader te worden. Ik heb nu minder tijd, maar de drang om te schrijven is groter. Bovendien denk ik dat ik nu iets universeels te vertellen heb dat het emotionele gewauwel van mijn eigen jeugd overstijgt.
Een mens wordt dus niet alleen opgevoed door zijn ouders, maar ook door zijn kinderen?
Stoefs: Ik voel dat heel hard. Eens je ouder bent, moet je je bek leren houden, luisteren en zacht worden, want je wil geen JD Vance de wereld insturen. Je wil dat je zoon beter aangepast is aan sociale codes en waarden. Hetzelfde geldt voor mijn dochters natuurlijk, maar het lijkt alsof communiceren voor meisjes makkelijker ligt dan voor jongens.