Julien Vrebos (62) is regisseur, Brusselaar en lid vande Snorrenclub Antwerpen. Deze week gaat zijn film’Recht in de Ogen – De Acht’, op basis van de gelijknamige televisieserie over jongeren in het beroepsonderwijs,in avant-première op het Filmfestival van Oostende.Daarnaast is hij bezig aan een televisiereeks en boekover Wallonië onder de werktitel ‘Ukelekuu’.
Dit is mijn ode aan de potloodtrek. Ik heb altijd een fascinatie gehad voor minimalistische potloodtekenaars als Sempé, Zak, Gal en Cordelia. De meest directe weg van expressie loopt viade punt van een potlood, wordt wel eens gezegd, een vrijheiddie me als regisseur altijd een beetje jaloers heeft gemaakt. Een potlood kun je duizend keer scherpen, en je kunt er nog altijd mee tekenen, terwijl een regisseur voor elke film weer de hele lijdensweg van subsidies en financiering moet aflopen.Tegelijk heb ik in mijn films altijd naar een zeker minimalisme gestreefd. Ook in Recht in de Ogen: eigenlijk gebeurt er niets inde film. Recht in de Ogen gaat niet over jongeren met een drugsprobleem of jongeren die zich willen integreren. Neen, Recht in de Ogen gaat over het leven zelf. Simpel, toch?
Als ik in de spiegel kijk, zie ik mijn uiterlijk niet meer.Die snor is puur toeval – het gevolg van een scheermachine die ergens in de jaren 70 op een boot naar Schotland niet in een stopcontact paste. Idem voor mijn haar, mijn bril, mijn kleren:allemaal willekeurig. Mijn fysiek interesseert mij niet. Neen,als ik in de spiegel kijk, zie ik mezelf als een clown. Iemand die mensen aan het lachen wil krijgen. Vandaar dit zelfportret:als ik de mensen kan laten glimlachen met de idiotie van mijn tekening is het al voldoende.
Ik wil een kortsluiting zijn. Ken je dat moment vroeger, dat je als kind met de rest van de familie aan tafel zat en plots de elektriciteit uitviel? Wel, dat onverwachte vond ik fantastisch. Die kortsluiting wil ik zijn. De orde van de dag overhoophalen. Ik zou graag eens een televisiereeks maken die met één miljoen kijkers begint, om vervolgens al die kijkers weg te jagen tot er geen enkele meer overblijft. Dan heb ik een miljoen mensen tenminste iets laten doen – al is het maar opstaan om hun tv van post te veranderen.
Er zit een zekere tragiek in Sinterklaas. We vertellen kinderen een ongebreidelde mythe over Sinterklaas, laten het kind er helemaal in op gaan en pakken het vervolgens af door te zeggen dat het allemaal niet waar is. Het is een soort introductie totde maatschappij en het systeem – een truc om kinderen hun fantasie af te nemen. ‘Dat zal mij niet gebeuren’, dacht ik als kind.En dus heb ik altijd een soort Sinterklaas willen zijn – de mijter op mijn hoofd is geen toeval. Iemand die zijn fantasie volgt,en zijn eigen ding blijft doen. Weet je, dat is mijn misschienmijn enige ambitie in het leven: als kind te kunnen sterven.
GEERT ZAGERS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier