Mogwai, het luidste deel van Schotlands postrockpatrimonium, stevent stilaan op zijn twintigste verjaardag af. Met de puike nieuwe plaat Rave Tapes onder de arm, en de onvermijdelijke wijsheid tussen de oren. ‘We eten niet meer alles op wat gratis is.’
Van Mogwai kan men eventueel beweren dat het nooit waarlijk wereldschokkende platen heeft gemaakt, maar wel altijd verdomd goed zijn best heeft gedaan. Instrumentale noiserock volgens de beproefde zacht-harddynamiek, die vooral live in apocalyptische decibels uitbarst: dat is sinds 1995 het handelsmerk. Toch bereikten ons de jongste jaren almaar vaker signalen dat het Glasgowse kwintet de vleugels wenst te spreiden. Op Rave Tapes gaan getemperde gitaren hand in hand met modulaire synthesizers – zonder dat de luisteraar de greep op zijn strottenhoofd voelt verslappen. Improviseren en arrangeren leerde Mogwai dan weer door zijn soundtrackwerk: in 2006 voor de docu Zidane, un portrait du 21e siècle van regisseurs Philippe Parreno en Douglas Gordon, en vorig jaar voor de eveneens Franse tv-serie Les revenants. Ik spreek met gitaristen Stuart Braithwaite (heel soms ook zang) en John Cummings, die op een decemberse dinsdagmorgen recht van de luchthaven naar de kantoren van distributeur PIAS zijn geloodst. Een makkelijke dan maar om te beginnen.
Hoe tevreden zijn jullie met Rave Tapes?
STUART BRAITHWAITE: Wel, het zou een bijzonder slechte start van deze promotrip betekenen als we zouden verklaren dat het een stuk rotzooi is. (lacht)
JOHN CUMMINGS: Ik denk dat we erin geslaagd zijn een nieuw element – die modulaire synths – in ons geluid te introduceren, zonder dat het ons onherkenbaar heeft veranderd. Fantastisch instrument. Alleen jammer dat het zo fragiel is, en we het dus waarschijnlijk niet mee kunnen nemen op tournee. We zullen die partijen maar samplen, of ze proberen na te spelen op digitale synths.
Waren jullie bewust op zoek naar een nieuwe invalshoek?
CUMMINGS: Euh, wij gaan nooit bewust op zoek naar nieuwe invalshoeken. Voor elke plaat is het hetzelfde liedje: aanklooien tot we tevreden zijn. En dat is altijd tamelijk goed gelukt.
BRAITHWAITE: Mensen hengelen nu naar allerlei redenen waarom Rave Tapes uitgebeender klinkt dan onze andere platen. Dat is nochtans eenvoudig te verklaren. Ik heb een prestigieuze workshop minimalisme gevolgd in Tokio, en John hier heeft de hele plaat op een speciale driesnarige gitaar ingespeeld. Neen, serieus: we hadden stomweg geen tijd om méér partijen op de plaat te knallen. (lacht) We hebben de opnames afgelopen zomer een stuk moeten inkorten, nadat we hadden toegezegd om onze soundtrack bij Zidane enkele keren live te spelen. Achteraf bekeken, had dat voor de opnames faliekant kunnen aflopen, maar ik ben content met hoe we ons uit de slag hebben getrokken. Alle laagjes toevoegen die we wilden, was dan wel niet mogelijk, maar wat wél op de plaat staat, komt er nu tenminste beter uit. Ik weet nog altijd niet wat ik ervan moet denken: dat we uiteindelijk toch vrij bekwame muzikanten zijn geworden, of gewoon waardeloze planners zijn gebleven. (lacht)
De meesten van jullie hadden vóór Mogwai al in andere bandjes gespeeld. Was het onmiddellijk duidelijk dat deze groep het wel eens negentien jaar zou kunnen uitzingen?
CUMMINGS: Neen, dat zou een bespottelijke gedachte zijn geweest.
BRAITHWAITE: Na verloop van tijd beseften we natuurlijk wel dat deze band beter was dan al onze voorgaande. Maar om dan meteen een visioen te zien van acht platen: neen. Het was al een enorm karwei om die eerste langspeler te maken. Aanvankelijk dachten we dat we ons tot zelf uitgebrachte singles met een oplage van vijfhonderd exemplaren konden beperken. Toen we via het Glasgowse label Chemikal Underground de kans kregen een grote plaat te maken, vonden we dat we daar geen oude singles, maar alleen nieuwe songs op mochten zetten. Omdat Joy Division, waar we toen nogal mee dweepten, dat ook had gedaan. Alleen moesten we die nieuwe songs dus nog allemaal even schrijven. (lacht) Welke debuterende band is ooit zo gek geweest? Als je dan nog nauwelijks weet wat je aan het doen bent… Je kunt je voorstellen met wat voor loodzware opdracht we onszelf hadden opgezadeld. En dan waren er nog wat, euh, andere vertragende factoren.
Moet ik dan denken aan jullie toenmalige drummer Brendan O’Hare, de losbol die eerder al uit Teenage Fanclub was gebonjourd?
BRAITHWAITE: O neen, integendeel: hij was net een heel grote hulp. En niet alleen omdat hij de enige van ons was die al platen had gemaakt. Wij hebben tijdens die opnames minstens evenveel aandacht geschonken aan het cultiveren van ons sociale leven: te veel gefuifd, te vaak te lang doorgezakt. We hadden het aan Brendan te danken dat het tenminste nog een beetje vooruitging. Ook al was hijzelf allesbehalve een monnik.
CUMMINGS: Brendan was zevenentwintig, wij allemaal begin de twintig. En toch gedroeg hij zich als de jongste van de bende.
De Braziliaan Tom Zé vertelde in een documentaire dat hij zanger is geworden om te verbergen dat hij helemaal geen zanger is. Hadden jullie aanvankelijk tekortkomingen die gaandeweg kwaliteiten zijn geworden?
BRAITHWAITE: Ik deins ervoor terug om in het kader van Mogwai het woord ‘kwaliteiten’ te gebruiken. Als we ooit al een filosofie hebben gehad, is het waarschijnlijk: beperk je maar tot datgene waar je gewoon een béétje goed in bent.
CUMMINGS:(knikt) Ik denk dat ik hier voor iedereen in de band mag spreken: we hebben het instrument gekozen waarop we gewoonlijk het minst door de mand vielen. Vreemd, maar om een of andere kosmische reden passen wij bij elkaar.
BRAITHWAITE: Niemand van ons is geboren om langer dan vier minuten achter een microfoon te blijven staan. Dus inderdaad: dat we als instrumentale band toch naam hebben kunnen maken, duidt erop dat we een soort achterstand hebben goedgemaakt.
Ik heb me altijd afgevraagd in hoeverre songtitels als You’re Lionel Richie, Puff Daddy Antichrist of I’m Jim Morrison, I’m Dead daadwerkelijk zijn geïnspireerd door die lui.
BRAITHWAITE: Meestal hebben we een lijst rondslingeren met potentiële titels, die we neerkrabbelen na weer een compleet nutteloze maar grappige discussie. Of in het geval van You’re Lionel Richie: nadat ik hem tegen het lijf was gelopen op een luchthaven, en dus díé lullige reactie eruit floepte – hey, ik had een kater. (lacht) Dat wij ons onledig houden met dingen benoemen die er nog niet zijn, komt omdat we uit ondervinding weten dat we snel titels nodig hebben als we eenmaal een reeks nieuwe songs schrijven. We hebben namelijk iets nodig om ze uit elkaar te kunnen houden. Als ik bedenk wat voor onnozelheden we allemaal gebruikt hebben omdat we soms niet anders konden, krullen mijn tenen.
CUMMINGS: Op de soundtrack voor de tv-serie Les revenants staat een song die Portugal heet. De enige reden daarvoor was dat mijn oog viel op een reisgids die in mijn boekenkast staat. Hetzelfde met Jaguar: gewoon een woord op de kop van mijn gitaar. Ik schaam me er nog altijd voor.
Tot slot: Mogwai wordt volgend jaar twintig. Is jullie motivatie nog altijd dezelfde als toen?
BRAITHWAITE: Negentien jaar geleden zouden we alle spijs en drank hier op tafel al lang naar binnen hebben gewerkt, omdat we weten dat het gratis is. (hilariteit) Maar verder: zolang er een publiek is voor wat we doen, gaan we door. Er is een tijd geweest waarin we alleen maar voor mannen met baarden leken te spelen, maar ik zie tot mijn opluchting vaker jonge gezichten in de zaal. Wat ook meespeelt: we worden betere vrienden met de jaren. Bij de meeste bands schijnt het precies andersom te evolueren. (lacht)
RAVE TAPES
Uit bij Rock Action / PIAS.
MOGWAI
Op 1/2 (uitverkocht) en 2/2 in de AB, Brussel, abconcerts.be
DOOR KURT BLONDEEL